Dag 5
Ons laatste bezoek: Help to Adapt.
Ook vandaag kregen we de luxe om te worden opgepikt aan ons adres (zoooo vriendelijk!). Wanneer we daar toekwamen kregen we een bezoekersbadge, maakten kennis met haar collega’s en gingen we naar de vergaderruimte.
We vernamen dat Help to Adapt een organisatie is dat de regering heeft opgestart om preventieve maatregelen in te brengen, dit voor personen ouder dan 60. Het is een proefproject dat ondertussen al 2jaar bestaat. Indien dit project een goede evaluatie heeft worden er meerdere in het land opgestart.
Bij Help to Adapt werkt er maar 1 ergotherapeut, waardoor zij ook elke patiënt moet zien. De patiënten zijn verspreid over heel Schotland, dit gaat van de Borders to midden Schotland en zelfs de eilanden. Door de grote afstand die ze moet afleggen kan één huisbezoek zelf 2 dagen in beslag nemen (niet echt efficiënt werken). Indien de mensen mensen zich willen inschrijven bij Help to Adapt moeten ze een lening aanvragen. De grootte van de lening is afhankelijk van de waarde van hun huis, deze wordt namelijk hieraan gekoppeld. Indien de persoon komt te overlijden wordt op deze manier de lening afbetaald.
Het verschil tussen hun en het sociaal werk is dat zij een catalogus geven. De patiënten kunnen kiezen uit verschillende merken van een bepaald hulpmiddel en krijgen ook bij elk alle voor- en nadelen te horen. Daarnaast kijken zij niet alleen naar het hier en nu, maar ook naar de toekomst. Door hierop in te spelen moeten heraanpassingen minder snel of zelf niet gebeuren. Als ze een te complexe situatie tegenkomen verwijzen ze hen door naar de Sociale Dienst, dit omdat zij door een groter en lokaler team de nodige ondersteuning kunnen krijgen die ze nodig hebben.
Vermits dit het enige project is in Schotland zijn we dan ook zeer vereerd dat zij ons wilden ontvangen!
Dag 3
Vandaag stonden er 2 bezoeken op het programma: Social Work Scottish Borders en Scottish Borders Hospital. Om naar beide plaatsen te geraken werden we opgepikt door Clare, een rit in een electrische wagen!
Bij bezoek 1 werden we opgesplitst, Tanja ging mee bij 2 huisbezoeken en Selina naar 2 dagcentra voor personen met dementie.
Tanja haar eerste bezoek was bij een man (90 jaar) waarvan de mobiliteit verminderd was. Er moesten wat aanpassingen gebeuren in zijn huis die de klusjesman dan installeert. Toen de man vernam dat ik afkomstig ben van België vroeg hij meteen: “Spreekt u Vlaams?”. Vanaf dat moment sprak hij tegen mij in het Engels en gooide er af en toe een Vlaams woord tussen (goed uitgesproken). Het tweede bezoek was bij een vrouw die een CVA heeft. Bij haar moesten de transfers voor de douche en het bed bekeken worden: waren de aanpassingen die reeds gebeurd zijn voldoende of is er nog iets extra nodig?
Selina haar eerste bezoek was in een dagcentrum voor personen met dementie (fase 2: verdwaalde ik). Dit bezoek deed ik met een sociaal werker, Colin (extra uitdaging: echt plat Schots accent en een serieus spreektempo). In dit dagcentrum is plaats voor 14 personen vanaf de leeftijd van 65 jaar die thuis opgehaald worden. De deur werd van buitenaf ook vergrendeld met een code, voor de veiligheid te garanderen. Wat me ook opviel is dat er een hond rondliep, dit was hun therapiehond. Na hun uitleg hierrond werd duidelijk dat hij veel effect had op deze mensen. Verder vertelde ze me ook dat hier geen vaste ergotherapeut is, deze komt min. 1x/week langs om ‘cognitive behavioural therapy te geven. Verder worden de dagen opgevuld met geheugenactiviteiten.
Daarna gingen Colin en ik verder naar een ander dagcentrum. Dit was gelegen in een community met serviceflats. Hier worden personen opgevangen met een vorm van lichte dementie. Niet enkel bewoners van de serviceflats maar ook ambulanten. Ook hier is de minimumleeftijd 65 jaar. Maar er is plaats voor meerdere personen. Hier is geen ergotherapeut aanwezig omdat dit centrum niet ondersteunt wordt door de Scottish Borders in tegenstelling tot het eerste dagcentrum. Wel worden hier ook activiteiten gegeven zoals geheugentraining/linken leggen/kruiswoordraadsel/etc maar dit wordt gedaan door de het verplegend personeel. (om de kosten voor de patiënten te drukken)
Op de terugweg naar het sociaal centrum zijn we Marianne tegengekomen, dit is een assistent ergotherapie van het bureau. Zij was bezig met een route na te gaan voor een persoon met rollator uit het woonzorgcentrum. Hierbij hebben we dan geholpen met het detecteren van gevaren.
Op het bureau aangekomen zijn Tanja en ik nog samen met Claire 2 huisbezoeken gaan doen, vooraleer we werden afgezet in het Scottish Border Hospital.
Hierbij werden we ontvangen door het hoofd van de Mental Health Care, Ann. Zij gaf ons een tour door het ziekenhuis. Het ziekenhuis telt 260 ziekenhuisbedden wat klein is in vergelijking met het ziekenhuis in Edinburgh. Na de snelle tour hebben we gesproken met de 3 ergotherapeuten, die vooral assessment afnemen en hulpmiddelen testen bij de patiënten, zij geven weinig therapie omdat het ziekenhuis streeft naar snel ontslag wat een volledige behandeling onmogelijk maakt. Vaak verwijzen zij door naar een community centre (nog kleiner ziekenhuis) voor patiënten die onmogelijk zo snel naar huis kunnen. Het ziekenhuis beschikt ook over een vernieuwde palliatieve afdeling die beschikt over een gesloten rustgevende tuin. Zulke tuinen hebben ze ook in de aparte vleugel voor de gesloten instelling voor personen met dementie.
Tot slot willen we mevrouw Ann bedanken voor de geweldige, “I love OT” pennen die we gekregen hebben! <3
Dag 2
Vandaag staat Queen Margaret University op het programma. Daar hebben we een les mogen meevolgen “Social Determinants of Health”.
Aangekomen aan de universiteit krijgen we de nodige instructies om het lokaal te vinden. Daar zien we dat alle studenten die het lokaal binnen gaan hun kaart eerst scannen om hun aanwezigheid te vergrendelen. Het lokaal zelf is klein, er staan stoelen in met opklapbare tafels, ruimte voor 60 studenten. Vooraan in het lokaal hangt een klein smartboard.
Na de les hebben we met de studenten gebabbeld. Tijdens dit gesprek hebben we enkele verschillen opgemerkt. De opleiding duurt hier 4 jaar, een jaar langer als bij ons. Ze hebben ook minder uren les in de week, 7uur per week, maar daarnaast is er ook nog zelfstudie. Tijdens het gesprek komen we te weten dat veel van de studenten de studie combineren met werk. Ook is niet iedere student van Schotland zelf, zo zijn er van Ierland, Engeland en van Canada. Er zijn ook Erasmus studenten van Portugal en Denemarken. Vanuit de universiteit zelf vertrekken er niet veel studenten op Erasmus, er zijn maar 6 plaatsen. Daarnaast is er ook de taalbarrière die hen afschrikt. Ze gaan dan niet in het buitenland op stage, maar wel in Schotland zelf (plaatsen zijn verspreid over heel Schotland). Hierbij hebben ze geen inspraak bij het bepalen van zowel de stageplaats als de doelgroep. Hierdoor lopen enkele studenten verschillende keren stage in dezelfde doelgroep.
In ieder jaar zijn er ongeveer 40 studenten. Tot onze verbazing is ook hier de richting ergotherapie niet zo gekend. Wat ons ook opvalt is dat in het jaar waar we een les hebben gevolgd er geen mannelijke studenten zijn. Ze zijn net als bij ons niet sterk vertegenwoordigd.
Na het gesprek hebben we een rondleiding gekregen. We hebben hun ene praktijklokaal gezien, waar ze weinig les hebben en één praktijkexamen moeten afleggen.
Na dit bezoek besluiten we dat we veel meer praktijk zien (en toetsen), veel meer les hebben en meer uren stage lopen. Dit zorgt ervoor dat we een beter beeld hebben van het globaal functioneren van de mens.
Day 1: Craigmillar Social Work Centre
Vandaag hebben we Alex ontmoet, een van de vele ergotherapeuten binnen deze organisatie. De organisatie heeft een noordelijk en zuidelijk deel in Edinburgh, zij werkt voor het zuidelijke deel.
Ze werken in de 2de lijnszorg, omdat patiënten naar hun doorverwezen worden. Ze benadrukte vooral dat de cliënt centraal moet staan in de therapie en dat het daarom belangrijk is om interdisciplinair te werken. De intensiefste samenwerking die de ergotherapeuten hier hebben is met de fysiotherapeut.
Een belangrijk verschil tussen de werking hier en bij ons is dat de cliënt thuis ook een dossier heeft liggen van wat er allemaal net gebeurt. Dit maakt dat ze veel dubbel werk moet doen. Voor de rest zien we ook gelijkensissen: therapie geven en assessments afnemen. Valpreventie vinden ze hier ook een zeer belangrijk aspect, maar ook zij kunnen enkel advies geven.
Na de uitleg van de werking hebben we een kleine teamvergadering mogen meevolgen tussen de ergo’s en de fysio’s. Hier werden cliënten toegewezen aan een bepaalde therapeut. De veranderingen werden aangevuld of verwijderd op een groot white board, wat voor een overzicht zou moeten zorgen. Echter vonden wij dat het bord voor chaos zorgde omdat deze overvol stond.
Cheerio