Hej hej!
Intussen zijn we al even verder. In het weekend heb ik de toerist uitgehangen in Uppsala en de eerste stagedagen zijn ook achter de rug! Het weer was hier de laatste dagen niet om over naar huis te schrijven (mopje flauw mopje), maar sinds gisteren is de zon hier voor het eerst beginnen schijnen!
Zaterdag heb ik zowat heel de dag rond gestapt en ben ik ‘highlights’ van Uppsala gaan bezoeken. Het was raar om alleen rond te lopen maar tegelijkertijd ook eens iets anders. Gewoon beginnen rondstappen en dan zien waar je uitkomt, kan ook nog plezant zijn! Hieronder wat foto’s:
Zondag ben ik in de voormiddag mijn fiets gaan ophalen bij Carolina (vanop mijn stage) thuis. De fiets is oud maar mooi, ik was er superblij mee! Ik noem haar Bieke 🙂 Het is een typische Zweedse fiets. Blijkbaar heeft geen enkele fiets hier een achterrem, enkel een voorrem rechts aan je stuur (super verwarrend!). Om te remmen moet je dan naar achter trappen.
In de namiddag heb ik afgesproken met Kaat (Een Belgische studente pedagogie die hier op erasmus is. Een vriendin van Sanne voor de ergo’s onder ons 😉 ) en ook nog Alice (die hetzelfde doet als Kaat) en enkele andere erasmus-studenten van Australië, Frankrijk en Turkije. Ik voelde mij dus ook even een beetje erasmus-student! 🙂 Samen zijn we naar Gamla Uppsala geweest. Daar vind je de bekende grafheuvels, het blijft tot op de dag van vandaag iets mysterieus. In de 6e eeuw zouden er belangrijke mensen begraven zijn, maar wie juist is niet duidelijk. Vanuit Gamla Uppsala hebben we dan een mini-hiking gedaan naar het centrum Uppsala en daarna hebben we nog een ‘fika’ gedaan. Het was echt fijn!
Maandag was het tijd voor mijn eerste stagedag! Het had wat gesneeuwd dus ik moest extra voorzichtig zijn onderweg. Spijtig genoeg heeft Bieke het onderweg wat laten afweten. Plots schoot er iets los aan de pedaal waardoor ik niet echt deftig kon fietsen, het maakte ook superveel lawaai. Toen ik wou remmen voor een rood licht schoot mijn voorrem dan ook nog eens los! Ik heb dan maar verder geremd met mijn voeten op de grond en ben net op tijd van mijn fiets gesprongen. Het was dus nogal stressy. Ik kwam iets te laat aan op mijn stageplaats en stond helemaal in het zweet (bijna met een ‘d’ geschreven, volledig gebrainwasht :p) van de stress/inspanning. Gelukkig vond mijn stagementor het niet erg en kon ze wel lachen met mijn verhaal en ’the shitty bike’. Eerst mocht ik me omkleden (ik mag de kledij het rehabteam dragen: een zwarte broek en polo) en kreeg ik ook een naamkaartje. #gelijkeenechte
Elke dag begint met een teamvergadering waarop ze de verschillende patiënten voor die dag bespreken. Ik mocht me even voorstellen en heb mijn beste Zweeds mogen boven halen (Jag är Nele och jag kommer från Belgien. #onetrickpony). Na de vergadering is er altijd even tijd voor ‘fika’ (koffie, koekse, boterhammeke, …) en daarna beginnen ze aan de patiëntenbezoeken ofwel papierwerk als er geen patiënten zijn. Met mijn andere stagementor (ik heb er 2!) mocht ik mee naar de ‘Hjälpmedelscentralen’, waar ze hun bestellingen voor hulpmiddelen gaan ophalen. Daarna ben ik mee een toiletverhoog gaan installeren bij een mevrouw die een heupprothese had. In de namiddag ging ik mee op huisbezoek bij een meneer die een beroerte heeft gehad en juist thuiskwam na zijn opname in het ziekenhuis. En toen zat het er al op. Toen Carolina hoorde dat mijn fiets stuk was, zei ze dat ik hem mocht afzetten aan haar huis om hem te repareren. Dit deed ik dus op de weg naar huis, haar stiefzoon deed de deur open toen ik er was. Nadat ik alles uitgelegd had en we wat gebabbeld hadden, ging ik te voet verder naar huis. Plots zag ik dat hij achter mij reed met zijn fiets. Hij vertelde dat hij deze maand zijn fiets niet nodig heeft omdat hij moet studeren voor zijn examens, dus ik mag hem lenen. Hoe vriendelijk kan je zijn! Bieke heb ik moeten achterlaten maar er is al vervanging! 🙂
Gisteren was het heel rustig in de voormiddag. Na de teamvergadering was er nog een vergadering met de ergo’s rond welk meetinstrument ze het best kunnen gebruiken voor de ADL van patiënten in kaart te brengen en verslaggeving ervan. In het begin verstond ik er niet al teveel van omdat er wat door elkaar gepraat werd. Nadat ze het mij even hadden uitgelegd in het Engels kon ik wat mee volgen. Het ging over de ‘ADL-taxonomie’ een meetinstrument waarmee bijna alles van ADL wordt nagegaan (wassen, transfers, mobiliteit, aan-en uitkleden, …). Het is een beetje vergelijkbaar met de KATZ-schaal maar dan uitgebreider. Ze waren ook benieuwd naar hoe we dit in België doen. Ik vertelde dat we de KATZ-schaal gebruiken maar dat elke ergotherapeut zowat zijn eigen systeem/manier heeft om iemand zijn ADL-vaardigheden te bespreken. Na de vergadering zou ik meegaan op patiëntenbezoek met iemand van de ergo’s/kine’s maar de ene na de andere patiënt belde af, waardoor iedereen enkel papierwerk kon doen. Daarom heeft Mads (de teamchef) mij wat uitleg gegeven over de werking van Uppsala Kommun. ‘ s Middags keek mijn stagementor verbaasd toen ik terug met mijn krisproll broodjes met kaas afkwam. ‘Only a sandwich?’, vroeg ze. Het was mij al opgevallen dat iedereen hier zijn warm eten mee brengt of een slaatje eet. Bijna elke Zweed eet dus 2 x per dag warm. Boterhammen vinden ze hier eerder een tussendoortje en geen volwaardige maaltijd. En ik dacht eens Zweeds te doen met mijn Krisproll broodjes, niet dus! In de nammidag ging ik mee op patiëntenbezoek bij S., zij heeft enkele weken geleden een heupprothese gekregen. Ze heeft ook reuma en de ziekte van Bechterew. Ze heeft heel wat hulpmiddelen, die ze allemaal getoond heeft: een speciale rollator waar je met je voorarmen kan op steunen, een kousenoptrekker, een grijptang, trippelstoel, drempels aan opstapjes, … . Na een wandeling met haar rollator en enkele oefeningen aan het aanrecht was het tijd voor een fika. Er stond een blok kaas en een soort van cracotte-brood op tafel. Ze stonden erop dat ik er van zou proeven en ik maar klungelen met die kaasrasp, maar het was wel lekker!
Vandaag moest ik om 7 u beginnen voor een patiënt te bezoeken die verder weg op het platteland woonde. Het was een meneer van 90 jaar met een heupprothese, maar hij was nog heel fit! Hij kreeg begeleiding voor het ochtendtoilet en het ontbijt, maar ik eigenlijk deed hij bijna alles zelf. Bij het afscheid nemen was hij wat emotioneel, hij vertelde dat hij zich eenzaam voelt sinds zijn vrouw gestorven is. Ik had er echt mee te doen. Daarna zei hij ook nog iets in de aard van bedankt voor het bezoek en doe de groeten aan België. Dus iedereen in België, ge hebt de groeten van O. 😉 Tijdens de middagpauze had ik een overschotje mee van mijn pasta van gisterenavond. Warm eten, like a Swede! Mijn stagementor was fier, you’re well adjusting to the culture 😉 . In de namiddag was er nog een ander bezoek, terug op het platteland. Ik heb vandaag dus wat meer van de Zweedse natuur gezien. 🙂 De taal blijft toch wel moeilijk. Op mijn stage zeggen ze nochtans dat ze ‘impressed’ zijn omdat ik maar 6 weken avondles heb gevolgd. Ik heb zowat mijn standaardzinnetjes die ik kan zeggen en waarmee ik kan ‘stoefen’ maar echt Zweeds praten zit er nog niet in. Op de stage probeert iedereen wat af te wisselen tussen Engels en Zweeds (heel traag en simpel). Ze zijn er heel begripvol en ze doen hun best om alles zo duidelijk mogelijk te maken, wat fijn is. Ze vroegen zelf ‘How much Swedish can you handle in a day?’ omdat ze bezorgd waren dat het te vermoeiend werd, grappig. Morgen ga ik voor de eerste keer mee boodschappen doen met een patiënt, ben benieuwd!
Groetjes van Néehlaa.