Dinsdag 3 februari ’15
De vlucht van Mumbai naar Kathmandu duurde 2,5 uur. Eenmaal we aankwamen, onze valiezen hadden en door de douanes waren moesten we nog kijken voor onze binnenlandse vlucht van Kathmandu naar Pokhara. Dit hadden we beter op voorhand vastgelegd want er was geen plaats meer op het vliegtuigje van vandaag. Dus kregen we de keuze, ofwel een dag in Kathmandu wachten en de dag erna vliegen, ofwel meteen vertrekken met de auto. Maar Kathmandu-Pokhara is 200km door de bergen en met de auto 6 uur rijden terwijl we met het vliegtuig er in een half uur zouden staan. Het was nog vroeg in de morgen dus als we met de auto gingen gaan dan waren we nog voor donker aan het hospitaal, het was ook goedkoper dan het vliegtuig en zo hadden we al een eerste kijk op Nepal. De eerste indruk die we hadden van Kathmandu terwijl we erdoor reden was dat we content waren dat we er geen dag zijn gebleven. Vuile en overbevolkte stad. Het verkeer is ook niet te doen, ze claxonneren evenveel als ze gas geven en steken voor en rijden op het andere rijvak alsof het niets is. Toch kon ik enige structuur in de chaos herkennen. Ze claxonneren om andere bestuurders, fietsers of voetgangers te waarschuwen als ze een manoeuvre gaan maken. Maar als iedereen dat doet in zo’n grote drukke stad als Kathmandu dan kan je wel geloven welk tuutconcert dat er hele dagen is.
We hadden een vriendelijke chauffeur die helaas geen Engels kon dus veel uitleg kregen we niet. Eerst dachten we dat hij een slechte en onverantwoordelijke chauffeur was, maar dan zagen we dat iedereen zo reed dus viel het nog wel mee. Het was beter om je niets aan te trekken van het verkeer of je hebt de ene bijna-doods-ervaring na de andere. Hij reed heel snel in de bochten en waagde het ook veel om in bochten voor te steken. We hebben verscheidene keren ons hart vastgehouden. Het was eigenlijk beter om te slapen, maar de een kan dat al beter dan de ander. Eenmaal we Kathmandu uitreden was alles al veel mooier. Het was ook heel zonnig. Maar plots begon het te regenen, helaas ging onze chauffeur door de regen zijn rijstijl niet aanpassen, met alle gevolgen van dien. Hij ging nog steeds in de bochten heel snel. Het lag op het puntje van mijn tong om de andere twee te zeggen dat ik de chauffeur echt gevaarlijk vond, maar voor ik dat had gezegd waren we al aan het slippen in een bocht. BOENK PATAT, tegen een rotsblok. Ik zag het al aankomen dus heb me stevig kunnen vasthouden. Noemi en Jonas zagen het niet aankomen en werden tegen de zetel voor hen gesmakt. Gelukkig bleef iedereen ongedeerd. De autogordels hebben wel een afdruk nagelaten in Noemi haar schouder en zij en Jonas was aan het slapen en heeft door de klap op zijn tong gebeten. Maar het stelde gelukkig allemaal niet zo veel voor. De auto was er erger aan toe, deze was père total. Onze chauffeur waagde nog enkele pogingen om de auto op gang te krijgen maar dit was verloren moeite. Hij had nog wel een reserveband liggen in de koffer en probeerde deze te vervangen, maar ook dat was verloren moeite daar het karkas van de auto rond het rechter wiel ook volledig ingedeukt was. Het was gedaan met regenen en de zon was aan het ondergaan, maar het was nog 30km naar het hospitaal. Vele Nepalese bestuurders passeerden en vertraagden wel, sommige stapten uit maar dat was altijd om gewoon te kijken of er zelfs mee te lachen. Erg behulpzaam zijn ze er dus niet. Plots passeerde er een taxi, die heeft onze chauffeur dan tegengehouden en ons met onze bagage met de taxi de laatste kilometers laten gaan. Dus zo zijn we toch veilig en wel, al was het wel al donker, aangekomen in the Himalaya Eye Hospital in Pokhara.
In Kathmandu hebben we kunnen bellen naar Baral Narayan, onze contactpersoon van het hospitaal, om hem te laten weten dat we er later zouden aankomen. Het hospitaal was zelfs al gesloten wanneer we er aankwamen, maar Narayan had de security al ingelicht van onze komst dus de security heeft ons dan binnen gelaten en leidde ons dan naar onze guesthouse. Dat was een aangename verrassing: 4 slaapkamers met telkens een badkamer met warm water, keuken met al het nodige kookmateriaal, living, balkons en een mooi tuintje. We waren allemaal doodop van de lange reis (ongeveer 30 uur), dus zijn we vroeg in ons bed gekropen.