Bezoek aan ander schooltje en Dagcentrum

Deze week kreeg ik de kans om een ander schooltje en enkele dagverblijven te bezoeken. Het was zeer fascinerend om te zien. De school die ik bezocht heb noemt Kopila Nepa. Deze school is maar 6 maanden per jaar open omdat ze kinderen opvangt waarvan de ouders in steenfabrieken werken. De fabrieken sluiten na 6 maand en de families keren dan terug naar hun dorpen. De kinderen worden vaak meegenomen naar de fabrieken door hun ouders, of worden alleen thuis gelaten. De school gaat actief op zoek naar kinderen in deze situaties en bied ze de kans tot leren aan. Ze voorzien een uniform, boeken en vervoer. Eens de kinderen toegekomen zijn op de school worden ze gewassen en poetsen ze hun tanden. Daarna gaan ze naar de les.

Na het schooltje bezocht ik twee dagverblijven. In het eerste dagverblijf moest 1 persoon voor 10 kinderen met een beperking zorgen. Het meisje kon geen seconde stilstaan en het was duidelijk dat het zeer zwaar was om alles alleen te doen. Ze moet zowel leerkracht, therapeut en verzorgster zijn. Ze vertelde ons dat haar loon op maandbasis de equivalent is van 80 dollar. Als ze om meer hulp zou vragen zou ze haar salaris moeten delen met de tweede persoon.

In het tweede dagverblijf was er meer hulp. Ze waren met 4 mensen voor een groep van 17 kinderen. Ze huurden een appartement dat eigenlijk wat klein was. De 17 kinderen zaten allemaal in dezelfde ruimte en er was weinig plaats om te bewegen of iets te kunnen doen. Ze vertelden ook dat ze met een klein busje alle kinderen moeten ophalen en hiervoor meermaals moeten heen en weer rijden. Dit komt hen kostelijk uit en ze hebben het financieel moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen.

Het financiële probleem is een rode draad doorheen de instellingen die ik hier al gezien heb in Nepal. Ook op mijn stageplaats is het moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. De ouders van kinderen hebben het vaak ook zeer moeilijk om te kunnen betalen maar worden toch geholpen. De overheid geeft zeer weinig geld aan organisaties en het grootste deel van het geld (zo’n 93% op mijn stageplaats) komt van donaties uit het buitenland. Van de donaties worden salarissen betaald, therapiemateriaal aangekocht, vervoersmiddelen voorzien, kampen georganiseerd, … Ook steunt de organisatie waar ik voor werk veel projecten zoals de school en dagverblijven en helpen ze hun opstarten.

Door dit alles te zien en mee te maken hoop ik dat ik in de toekomst nog iets kan betekenen voor deze mensen. Het zou zeer mooi zijn om hun ooit op één of andere manier te kunnen steunen.