Bezoek 2: het neurologisch krankenhaus…

Voor dit tweede bezoek hebben we berg en aarde moeten verzetten om toch maar te mogen langskomen. We hebben heel lang moeten aandringen en hebben onze cv’s moeten doorsturen. Na een lang mailverkeer kregen we dan toch de bevestiging van ons bezoek.

Ook de weg erheen verliep niet zo vlot als verwacht: Afstappen aan de verkeerde halte (Nee Sara, Ketty en Kennedy is NIET hetzelfde 🙂 ) Al bij al een geluk, want we vonden er een supergezellig marktje. Dat zouden we onthouden voor onze vrije dag. Na een overstap met de tram en een korte wandeling, bereikten we al gauw het ziekenhuisdomein –> ons gevoel: dit lijkt de perfecte set voor een horrorfilm.. Er was niemand op het domein en de verf bladderde van de muren… Geen gezellige welkom, maar oké. We volgenden het plan richtingen de kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling, waar ons bezoek zou doorgaan.

Eenmaal aangekomen, namen we plaats in de wachtzaal. Er was afgesproken dat onze contactpersoon (laten we zeggen dat haar naam prima in de horrorcontext paste) ons zou opwachten. Waarom we haar naam niet vermelden, zal je hier later nog lezen. Toen kwam er een vrouw de wachtzaal binnen die nogal kwaad aan het rondkijken was. Ze zei aan de bewaker (ja er was strengbeveiligde bewaking) dat ze wachtte op twee Belgische studenten. We sprongen recht en zeiden hallo. Ze zei dat we moeste volgen (oké geen hallo dan). Ze nam ons mee naar de ergotherapieruimte. Dit was een kamer van 3m op 4m, met witte muren en een bureau. Veel therapiemateriaal was er niet te zien, op twee assessments na. We moesten plaatsnemen en kregen een Duitstalig en Engelstalig contract voor onze neus geduwd. We moesten dit lezen en ondertekenen. Hierin stond dat we niets mochten vertellen over wat we hier gezien en gehoord hebben. Deden we dat wel, werd er aangifte gedaan bij de politie. (Vandaar dus de geheime naam). We mochten geen foto’s nemen, alleen van de buitenkant, we mochten geen namen van de patiënten weten en we mochten niet weten wat hun problematiek was. We mochten zelf ook geen patiënten aanspreken. Het laatste punt in het contract was dat ze niet verantwoordelijk waren voor ongevallen of verwondingen die zouden plaatsvinden in het gebouw. We voelden ons niet op ons gemak, maar we hadden weinig keuze. Daarna kregen we een rondleiding door het gebouw. We mochten verschillende kamers niet in en mochten geen therapiesessies bijwonen. Het enige wat we zagen, was de afname van een assessment. Hierbij moesten we zwijgend in een hoekje plaatsnemen.


Toen we buitenkwamen, hadden we gemengde gevoelens: we waren blij dat we buiten waren, maar we hadden ook een verslagen gevoel. We konden niet begrijpen dat zulke situaties in deze hedendaagse, moderne maatschappij nog bestaan. Zwijgend reden we terug naar huis met de tram, blij dat we ons volgende bezoek konden plannen…