Zondagavond konden we onverwachts mee met Sid, Karen en Tessa naar Lelydorp, waar er een driedaags Javaans evenement plaatsvond. Niet wetende wat ons te wachten stond, stapten we in de auto (en er stond ons heel wat te wachten ;-)). Eens toegekomen, konden we luisteren naar een mooi staaltje Javaanse muziek en bezochten we het marktje (lees dus: 10 kraampjes :-p). Op het marktje werd typische Javaanse kledij verkocht en natuurlijk stonden er ook heel wat eetkraampjes (hoe kan het ook anders hier in Suriname ;-)). Ons oog viel meteen op een kraampje waar een dame mehendi (of henna :-)) aan het plaatsen was. Spontaan dat we zijn, besloten we met z’n allen (althans het vrouwelijk gezelschap onder ons) mehendi te laten zetten. Nu kunnen we voor een week pronken met een klein kunstwerkje op onze arm en ons been. 😀
Kort hierna begon dan eindelijk de djaran kepang (Javaanse winti’s) voorstelling. Djaran Kepang is afkomstig uit het Javanisme. Jaran betekent paard in het Javaans. Het is een wervelende vorm van cultuur-uiting, waarbij de personen die meedansen in geestelijke extase raken. De belangrijkste persoon is de dunkun, de leider, die over bovennatuurlijke krachten en gaven beschikt. Hij begeleidt de dansers, die in trance raken. Hij is ook diegene die een eind maakt aan de trance van de dansers. Tijdens de trance gedragen de dansers zich als paarden, soms apen, slangen of tijgers. Ze eten gras, kunnen met de hand of mond een kokosnoot van de harde schil ontdoen en gedragen zich vreemd. Het muziekstuk (gamelanmuziek) dat erbij hoort, heeft een speciaal ritme. Deze muziek is mede de oorzaak van de trance. Van heel zo’n gebeuren waren wij getuigen. Allereerst dansten de mannen (op hun paard) op het ritme van de muziek. Hierna gingen ze in een kring zitten zonder veel te zeggen, wat later werd er een vuurtje aangemaakt. Nadien gingen ze weer aan het dansen en tegelijkertijd kregen ze iets te drinken (vraag ons niet wat ;-)). Plotseling gingen ze alweer in een kring zitten, en toen kon de gekte pas echt beginnen. Ineens werden de mannen één voor één paarden. En daar gedroegen ze zich ook helemaal naar: gras eten, zand eten, hinniken, galopperen, agressief worden, … . Na de paardengekte zetten de begeleiders elk ieder in een zeer vreemde pose (fladderende armen, klappende handen, knuffelende mannen, …), om hierna weer helemaal de transformeren in een slang. Na wat over de grond gekropen te hebben, konden ze alweer transformeren. Deze keer werden het apen. Voor de mannen (of apen) bleek het geen enkel probleem een kokosnoot van zijn schil te ontdoen met hun mond. Gedurende de hele sessie kregen de mannen geregeld een soort ‘water’ aan hun mond of neus (zeer louche zaakskes dus ;-)). We blijven ons natuurlijk vragen stellen bij heel dit gebeuren. Volgens iedereen die er rondliep is het echt en verplaatsen de mannen zich volledig in de gedaante van een dier.
Alweer heel blij dat we ook dit konden meemaken!