Bezoek State University of Milan – Terapia Occupazionale

Vandaag gingen we op bezoek bij de opleiding ergotherapie aan de universiteit van Milaan. De opleiding bevindt zich niet op de universiteit zelf, maar op een campus aan de rand van de stad, vlak bij het San Siro stadion. We waren, zonder dat we het beseften de campus bijna voorbij gelopen. Het is een heel klein gebouw, dat er eerder uitziet als een appartementsblok. In de omgeving is er verder niets buiten  appartementen. Voor ons toch wel een vreemde omgeving voor een campus van een universiteit.

Door een groepsgesprek met de studenten van het eerste en derde jaar, kwamen we veel over elkaar te weten. De opleiding ergotherapie in Milaan is de enige in Italië die erkend is door de WFOT. De andere opleidingen in Italië zijn niet erkend. Net als in België duurt de opleiding hier 3 jaar. De opleidingen in beide landen zijn vrij gelijkaardig: in het eerste jaar zien we beide vooral algemene vakken, zoals anatomie, psychologie, filosofie, en klinisch redeneren. In het tweede jaar zijn het meer praktijkgerichte vakken. Net als wij zien zij ook lessen zoals fysieke revalidatie en psychiatrie. Een groot verschil tussen beide opleidingen is dat zij heel weinig les krijgen over kinderen. Dat komt omdat ergotherapie bij kinderen in Italië zeer weinig toegepast wordt.

Ook hoe ze hun praktijk aangeleerd krijgen verschilt van hoe wij dit zien. Wij hebben op school onze skillslabs. Zij hebben op school enkel 3 leslokalen, waar ze de theorie aangeleerd krijgen. Ze zitten in een vast lokaal: eentje voor het 1e jaar, voor het 2e en voor het 3e. Alles van praktijk wordt hen aangeleerd in het Revalidatiecentrum van Don Gnocchi, dat we gisteren bezochten. Hun visie is ook helemaal anders. Bij ons is de keuze van model, en top-down of bottom-up werken afhankelijk van de context en de patiënt. Hier wordt zo goed als altijd gekozen voor top-down werken. De patiënt en zijn wens staan altijd centraal. Ook is familie heel belangrijk in de behandeling. Tijdens het eerste gesprek met de patiënt, wordt meteen gevraagd naar zijn familie. Dit wordt in België wel eens vergeten.

Verder zijn beide opleidingen vrij gelijkaardig. Er is wel een zeer groot verschil in het aantal studenten. Hier starten ze in het eerste jaar slechts met 20 studenten. Daarvan stopt zo goed als niemand. Bij ons starten we met een veel grotere groep, maar zien we wel dat er veel meer stoppers zijn. Dat komt volgens ons door de prijs van de opleiding. Het is in Italië heel duur om te gaan studeren aan de universiteit. Er wordt wel rekening gehouden met het inkomen van de ouders, maar toch kost het al snel rond de 3000 euro per jaar aan inschrijvingsgeld om hier te studeren. Daarom denken wij dat studenten ten eerste veel beter nadenken over hun studiekeuze, alvorens te starten met de opleiding, en ten tweede minder snel geneigd zijn om te stoppen, gezien de prijs die ze hiervoor moesten betalen.

Na ons groepsgesprek, werden we door een groepje studenten uitgenodigd om mee te komen eten. Ze hadden allerlei gerechten klaargemaakt, zoals lasagne en een soort quiche, die ze met plezier met ons deelden. Eten is hier een heel belangrijk deel van de cultuur, werd ons verteld. Er wordt hier veel belang gehecht aan samen eten, omdat je elkaar zo beter kan leren kennen, en je dus een band krijgt met elkaar. Het was heel leuk om ons bezoek op deze manier af te sluiten, en we houden zeker nog contact met de Italiaanse ergotherapiestudenten.

Dit zijn de foto’s van het schoolgebouw:

De groep studenten waarmee we spraken, en het etentje nadien:

Dat was ons laatste bezoek voor het weekend. Dit weekend gaan we Milaan verkennen, en maandag doen we ons laatste bezoek.

Ciao!