De eerste stageweek

Stoke Mandeville Hospital, National Spinal Injuries Centre. Het centrum voor de revalidatie van mensen met ruggenmergletsels is opgericht door Ludwig Guttmann (zie foto met standbeeld). Een Joods Duitse neurochirurg die Duitsland ontvluchtte in WOII (zie foto met uitleg). Hij kreeg de opdracht om een Spinal Unit op te starten en zo ontstond het centrum en zijn visie op de revalidatie van mensen met ruggenmerletsels. Onder andere sport kreeg een belangrijke plaats in het terugwinnen van levenslust en participatie. Hij startte de Paralympische Spelen op en het ziekenhuis heeft dan ook een stadion dat nog steeds intensief gebruikt wordt. Voor meer informatie over Dr. Guttmann en het ontstaan van het National Spinal Injuries Centre kan je gewoonweg zijn naam intikken op Google en zo aan een heleboel informatie komen. Sinds de Olympische Spelen van 2012 in Londen is extreem veel te vinden over de zogenoemde vader van de Paralympische Spelen, die in 2012 in Aylesbury gehouden werden.

(De foto met uitleg is zeer onduidelijk. Neem op deze websites een kijkje voor meer info: https://www.thehistorypress.co.uk/articles/dr-guttman-and-the-paralympic-movement/ en http://www.poppaguttmanncelebration.org/statue.php)

Het National Spinal Injuries Centre. Dat is de dus plek waar ik 9 weken lang mijn stage zal doen. Mijn eerste week zit erop. En wat een interessante week was dat! Ik heb nieuwe, complexe en innovatieve dingen gezien die ik niet had verwacht tegen te komen en ik heb al meteen kunnen kennismaken met verschillen tussen de UK en België.

Om te beginnen hebben de ergotherapeuten, OT’s, een eigen therapieruimte! Dat was voor mij al een verademing. Al hun toestellen en gerief staan daar en de meeste therapieën gaan ook daar door. Niet meer op de kamer van de patiënten waar geen plaats is, op de gang waar continu geloop van anderen is of in een improvisatie-therapieruimte waar heel de tijd mensen binnenwandelen. Niet zoals ik het op sommige plekken al heb meegemaakt in België. Hier hebben we een eigen ruimte met eigen toestellen, eigen keuken, eigen computerkamer en eigen rolstoelkamer. Er is wat verder in het ziekenhuis ook ‘the office’ waarin physio’s en OT’s hun eigen plekje bureau hebben, zelfs ik!

De term ‘toestellen’ bevat vele soorten:

  • Mobile Arm Support (MAS): geeft anti-zwaartekrachtsteun als de bovenste lidmaten verzwakt zijn. Zo zijn oefeningen en ADL-situaties toch mogelijk om uit te voeren.
  • Functionele Elektrische Stimulatie (FES): niet-werkende spieren worden met elektrische schokjes gestimuleerd om toch enige spieractiviteit te faciliteren.
  • Amadeo: toestellen voor handtherapie.
  • Splinting: toestellen om verschillende soorten splintmaterialen warm te maken en zo verschillende soorten splints te kunnen maken (steunsplint, nachtsplint, schrijfsplint, messplint, gsmsplint…)
  • Waxapparaat: hierbij wordt bijvoorbeeld de hand van de patiënt in warme wax gedrenkt, in een plastic zak en daarna in een handdoek gewikkeld zodat de pijn die de patiënt in zijn hand ervaart, vermindert door de intense warmte.
  • En zo veel andere functionele en interessante apparaten.

Er zijn ook een aantal speciale personen aanwezig naast de gewone OT’s:

  • Een ‘Assistive Technologist’: zij staat voltijds in de OT-room en kent alles van technologische aanpassingen, van telefoon- en tablet-houders tot Dragon (software die gesproken taal omzet in geschreven taal op de computer), die het leven van iemand met een ruggenmergletsel makkelijker, onafhankelijker en aangenamer kunnen maken.
  • Een ‘Weelchair Expert’: hij heeft zelf een ruggenmergletsel, maar werd aangenomen door het centrum als rolstoelexpert die de patiënten de meest adequate rolstoel adviseert. Op de rolstoeldag voor de studenten (waarbij ze de hele dag in een rolstoel moeten doorbrengen, ook bij het eten en naar het toilet gaan, deze dag komt nog voor mij) geeft hij ook de meest geschikte rolstoel aan de deelnemende studenten.
  • ‘OT assistants’: dit zijn geen OT’s van opleiding, maar ondersteunen de OT’s op alle mogelijke vlakken. Dit bijvoorbeeld in de art-group of in de education waarbij patiënten leren over de verschillende aspecten van leven met een ruggenmergletsel.

Er is een keuken aanwezig waar het waxapparaat en de splintingtoestellen staan. Er kan ook koffie en thee gezet worden zowel voor therapeuten als voor patiënten. Ze hebben hier wel een rare manier van thee drinken: met melk. Geef mij toch maar gewoon met suiker. Voor een echte volledig aangepaste en in hoogte verstelbare keuken moeten we naar de afdelingen gaan. Therapieën op de kamer worden alleen gedaan indien het gaat om bepaalde transfers of het aankleden in de ochtend.

Naast de therapieruimte is er een OT-garden waar patiënten in de zomer kunnen leren tuinieren vanuit hun rolstoel, al dan niet met behulp van extra hulpmiddelen. Achteraan in de tuin staat een bungalow. Deze is bedoeld om patiënten die binnenkort naar huis terugkeren op weekend te laten gaan met hun familie, echtgenoot/echtgenote, ouders, kinderen… (zij die ook in de thuisomgeving van de patiënt aanwezig zullen zijn). Zo kan men uittesten of men goed is voorbereid op het zelfstandig wonen en of er nog bepaalde zaken zoals extra thuiszorg geregeld moeten worden. De bungalow is volledig uitgerust met een aangepaste keuken, living, slaapkamer, badkamer en terrasje. Daarnaast zijn er ook nog een extra slaapkamer en badkamer aanwezig voor de familie.

Daarnaast worden nieuwe ontwikkelingen die al dan niet nog in hun kinderschoenen staan veelvuldig uitgetest:

  • Een nog functioneler FES-apparaat dat een combinatie van bewegingen kan faciliteren (bijvoorbeeld naar een beker reiken, het vastnemen, naar het lichaam brengen en loslaten). Kennis van de spieren en openheid voor technologie zijn hierbij wel noodzakelijk, want zo’n FES-apparaat is zeer complex in zijn gebruik. Maar het loont, want het mist zeker niet aan resultaat.
  • Een speciaal hoofdstuk dat via radiocontact werkt om een rolstoel mee aan te drijven voor mensen met een hoge laesie en die dus enkel nog hoofdfunctie hebben. Dit toestelletje zit nog in zijn prototypefase.

Ten slotte is er nog een enorm groot verschil tussen mijn België-ervaringen en mijn UK-ervaring tot nu toe: de “goal-planning-meeting (GPM)”. Dit kan vergeleken worden met een multidisciplinair overleg zoals in België. Iedereen die betrokken is bij de revalidatie van de patiënt woont deze twee/driewekelijkse meeting bij. Het verschil is de aanwezigheid van de patiënt. Ik heb in België nog nooit meegemaakt dat de patiënt op zo’n overleg aanwezig was, laat staan dat de patiënt deze mocht leiden. Hier in het centrum is de patiënt wél aanwezig, men werkt er heel client-centered. Iets waar men in België wel naar streeft. Voor de GPM wordt op voorhand een lang assessment afgenomen om te kijken waar de noden en wensen van de patiënt liggen en waar hij zelf al verbetering ervaart. De resultaten van dit assessment vormen dan de leidraad doorheen de meeting. Elk onderdeel en bijhorend resultaat wordt besproken met de patiënt en zijn OT, physio, nurse, social worker, casemanager… Er wordt geluisterd naar de patiënt en naar wat hij belangrijk vindt, ook al staat dit niet in het resultaat van het assessment. Patiënten hebben zelf een groot deel van hun therapie en revalidatie in handen en dat is zo mooi om te zien!

Kortom: een zeer interessante, leerrijke en leuke eerste stageweek!

Nog een kleine tip: als men zegt dat er een meeting is om ‘half 12’ wil dat zeggen 12u30 en niet 11u30 (kwestie dat je niet een uur te vroeg bent). Hetzelfde geldt voor starten om ‘half 8’ dat niet gelijk is aan 7u30, maar 8u30 (kwestie dat je niet onnodig slaap opgeeft) en eindigen om ‘half 4’ is dus niet om 15u30, maar om 16u30 (kwestie dat je niet te vroeg je stagedag beëindigt).