Ergotherapie toegepast

Toen de stageplaats gekozen werd, hebben ze mij meteen duidelijk gemaakt dat er geen ergotherapeut tewerkgesteld is. Na overleg met de stagecoach van de hogeschool werd er op zoek gegaan naar een externe ergotherapeut. Op die manier is er iemand die mij kan begeleiden en kan ik mijn ergotherapeutische activiteiten bespreken.

Bij aankomst op de stageplaats bleek er helemaal geen sprake te zijn van een multidisciplinair team. De personen waarmee ik het meest in contact kom zijn de leerkracht en de hulpleerkracht. Beiden hebben dan ook geen ergotherapeutische kennis en kunnen mij op dat gebied niet begeleiden of ondersteunen. Aan het begin van de stage hebben ze mij ook meteen duidelijk gemaakt dat het hun bedoeling is om te leren van mij.

Het feit dat er van mij verwacht werd om mijn kennis te delen, baarde mij echt zorgen. Uiteindelijk heeft die manier van werken ervoor gezorgd dat ik meer vertrouwen krijg in mijzelf. Ik heb veel meer kennis dan ik dacht en ben dan ook blij dat ik deze kan delen. Ik voel mij hier echt een ergotherapeut en niet zomaar een student. De leerkracht heeft al meerdere keren aangehaald hoe dankbaar ze is voor het “team” dat ze nu heeft. Ik ben het zeker eens met haar omdat de kinderen baat zouden hebben bij het krijgen van ergotherapeutische sessies. Sommige kinderen bezoeken een ergotherapeut of fysiotherapeut, maar krijgen slechts om de drie maanden een sessie. Voor de kinderen van de preschool met een multipathologie is dat zeker en vast te weinig. Iemand die baat heeft aan ergotherapie moet zijn sessies op regelmatige basis krijgen.

Naast het delen van mijn kennis met de leerkracht en de hulpleerkracht, bied ik ook zelf activiteiten aan. Ik heb mij vooral gefocust op individuele sessies omwille van de uiteenlopende stoornissen. Tijdens het uitvoeren van een activiteit zijn er verschillende dingen waar ik rekening mee moet houden. De kinderen zijn slechtziend of blind waardoor ik de focus moet leggen op andere zintuigen. Daarnaast ondervind ik soms ook moeilijkheden in de verbale communicatie. Het merendeel van de kinderen spreekt geen Engels, maar wel Xhosa of Afrikaans. Gelukkig is de hulpleerkracht tweetalig en kan zij ons bijstaan tijdens een activiteit. Doch blijft het een vervelende situatie en had ik er liever van op de hoogte geweest. Op die manier had ik mij kunnen voorbereiden door de basis van de taal te leren.