Uniek in Denemarken

Een blog bijhouden is intensief, ik ben er eventjes niet toe gekomen. En er is veel veranderd intussen: witte sneeuwtapijten zijn nu drassige regenpoeltjes, slapeloze nachten hebben zich laten opvullen door intense dromen, een behoorlijk onrustige nachtravende huisgenote is teruggekeerd naar haar Kroatische thuis, de zon zet haar schouders recht, de eerste bloemetjes schieten als paddestoelen uit de grond.. en op de stageplaats is de observatiefase onopmerkzaam overgeschakeld naar de uitvoeringsfase.

Ik geef nu zelfstandig therapieën: sensibiliteit testen, mobilisaties toepassen, creatieve projecten begeleiden, samenspel coachen, PANat, … een beetje vanalles eigenlijk, zoals ook de symptomen van de verschillende fysieke aandoeningen waar de gebruikers van ETAC mee worstelen. Het bleef voor mij lange tijd alleen maar erg verwonderlijk dat in dit centrum zeer veel aandacht gaat naar de wensen van de gebruikers. Maar mijn stagementor lichtte dit onlangs toe:

ETAC is een unieke instelling, waarvan er slechts één bestaat in Denemarken. Hier komen geen mensen die een behandeling voorgeschreven krijgen door een arts of specialist. De mensen die nà hun reguliere behandeling in het ziekenhuis, of de daaraan verbonden revalidatiecentra, op eigen initiatief toch nog een verdere behandeling wensen, komen zich inschrijven in ETAC. Er zijn als gevolg geen artsen die bepalen wat deze mensen nodig hebben; ze bepalen gewoon zelf wat ze willen verbeteren of in stand houden. De medewerkers bedenken samen met hen de doelen waarnaar ze willen toe werken. De medewerkers (fysiotherapeuten, ergotherapeuten, sociale zorgmedewerkers) bekijken dan ook voor welke activiteiten ze in aanmerking komen: sociale activiteit, spelletjesteam, muziekteam, zangteam, mensenclub, fitness, houtbewerking, … B.O.E.I.E.N.D. !

polyvalente ruimte

ontspanning

fitness

Afgelopen week in ’t kort

Het weer buiten schommelt rond het vriespunt, er ligt een sneeuwtapijt en er waait een ijzig koude Noordzeewind !

Het interne weer schommelt ook wegens opwinding, taalgebrek, dankbaarheid, eenzaamheid en gemis, nieuwigheden, verrassingen, kennismakingen, …

Eerste week vol verwondering

Mijn stage begint pas volgende maandag, dus ik heb – en neem ook – ruimschoots de tijd om alles rustig voor te bereiden. Ik krijg een rondleiding op de University College, neem cursusmateriaal door, tref voorbereidingen voor het eerste gesprek met mijn stagementor, neem een kijkje in de omgeving en schaf een SIM-kaart en een internetverbinding aan. Ondanks deze gemoedelijke periode, moet ik ergens diep vanbinnen toch erg onrustig zijn, want al sedert mijn aankomst zes dagen   geleden, kan ik de slaap niet vatten ’s nachts. Bijna onmogelijk zou je denken met mijn levensstijl, maar het overkomt me toch. Met een paar oordopjes en valeriaansupplementen, eenvoudig verkrijgbaar bij de apotheker, val ik uiteindelijk toch in slaap. Oef.

Tijdens een voorbereidingsweek heb je van die onverwachtse ‘dode momenten’, die je dan best nuttig invult. Bijvoorbeeld met een uitstapje naar de wasserij of een wandeling naar de stageplek. Zo weet je tenminste om welk uur je de deur uit moet ’s ochtends en welke schoenen je best aantrekt, om een al te beschamende eerste indruk te voorkomen. Mijn jarenlange ervaring bij de scouts & gidsen, heeft me met een gewoonte achtergelaten om op een kaartje te kijken voordat ik onbekende wegen bewandel. Dus ik weet van tevoren dat ik een kleine voetweg kan nemen om de grote autowegen te vermijden. Maar deze pracht had ik niet verwacht. De natuur heeft me in haar greep en voor ik het weet, ben ik meer dan een uur op stap (de rechtstreekse route neemt slechts 10 minuten in beslag). Ik moet mijn euforie uitwandelen, maar het wordt steeds beter en ik word steeds euforischer. Er komt zelfs een vijver met eenden, zwanen en een reiger op mijn pad. Ik kan me gewoon geen betere route voorstellen om te reflecteren over een stagedag op weg naar ‘huis’. In al mijn euforie, begroet ik een opa die de eenden aan het voederen is. Zijn kleinkind naast hem in de poussette op een voetgangersbrugje: het perfecte plaatje. Maar hij zegt niets terug, kijkt me zelfs verbijsterd aan. Oké, ik heb het begrepen, dit doe je dus niet in Denemarken: een onbekende begroeten op een publieke plaats. Glimlach zo breed als je wil, desnoods een knikje, maar houd die mond dicht.

De reis

Ik zit weg te dromen in het vliegtuig, met mijn blik in de diepe Noordzee, maar ik zie eigenlijk niets.. tot daar ineens een stuk of zeven rijen met telkens 10 à 15 windmolens verschijnen: danish trademark! Ik ben er al bijna.

Een medewerker van UC Esbjerg pikt me op in ’t station en brengt me naar mijn studio. De badkamer is te delen met een andere Erasmusstudente, de keuken met 3 andere. Het is gezellig, de studio is ruim en klaar, maar de geluidsisolatie laat te wensen over en mijn huisgenoten hebben compleet andere dagritmes. Mijn nachtrust wordt constant gestoord en de vermoeidheid stapelt zich al snel op. Zucht. Misschien went het nog en slaap ik binnenkort overal doorheen.. laten we hopen.

Eerste 3 dagen in Esbjerg

 

Al op de eerste dag geeft een lokale studente me een rondleiding in de stad. De bebouwing is sober en duurzaam. Er is één winkelstraat, een ijspiste (een sobere: geen kraampjes errond, weinig versiering, maar met véél kinderen) en één station, en de rest van de stad met haar stadium, scholen, verzorgingscentra, enzovoort.. is erg uitgestrekt: alles ligt ver uiteen en is verbonden door brede, lange straten. Er is weinig tot geen hoogbouw. Deze (typische Deense?) stad is dun bevolkt en dat zorgt voor ademruimte, wauw, wat een verschil met Brussel of Gent of zelfs Leuven. Ik hou ervan. Mijn Erasmuscollega’s denken er anders over: ‘Het is hier doodsaai, er valt niets te beleven. Maar de mensen zijn wel aardig.’ Esbjerg is geen hoofdstad, dus kan je ook niet verwachten dat ze bruist van de feestjes. Mij niet gelaten, ik hou nu al van deze plek. Ik hou van de frisse, open hemel en de zee… De overheid vangt hier niet alleen massaal veel wind op, maar haalt ook olie uit de grond, wat van de kustlijn een lange ‘dok’-achtige, duistere openluchtloods maakt. Voor het strand moet je veel verder, maar ik heb nog geen buskaart en woon niet vlakbij een busloket. Wanhopig om de zee te zien, trek ik mijn avonturierschoenen aan en sluip ik langs een bulldozer een aardeweg in tussen het containerpark en een energiebedrijf (wat anders?) richting kustlijn. Hier is het ècht koud en vandaag ook zeer vochtig, maar ik heb me goed gekleed. De frisse zeelucht doet me enorm veel deugd en ik hou van deze sfeer, ik kom zeker terug als het weer beter mee zit, want door de mist zie ik nu wel maar 10 meter ver in de zee.