Ce que je retiens pour le futur

Bonjour à tous! 🙂

Laatste dag hier in Onnaing. De laatste dag om de sfeer hier nog wat op te snuiven.

Ik heb een hele boeiende week achter de rug. Veel dingen die ik heb gezien en zeker zal meenemen in de toekomst.

  • De ergo’s hechten heel veel belang aan de band met hun cliënten. Ze bouwen een vertrouwensband op. Ik vond dit heel belangrijk en deze stageplaats bevestigde dit enorm. Want zij gaan uit van de gedachte dat een vertrouwensband cruciaal is voor het veranderingsproces. Ik kon me alleen maar aansluiten bij deze gedachte.
  • Ook zijn de ergo’s hier heel open en toegankelijk, zowel naar de kinderen als de ouders van de kinderen. De ouders worden enorm betrokken bij de therapiesessies. Zij luchten ook hun hart en bezorgdheden bij de ergo waardoor de ergo hiermee rekening kan houden. Ook maakt het goede contact met de ouders, dat je weet wat er in de omgeving van het kind speelt en hier onmiddellijk op kan anticiperen.
  • De ergo’s gaan de kinderen hier weinig afremmen want ze vinden dat zij al genoeg afgeremd worden in hun school- en thuissituatie. De ergo laat ze dus wat vrijer maar als er gewerkt moet worden moeten ze zich ook een minimum concentreren.
  • De kinderen hebben zelf ook wat inspraak op het therapieverloop. Soms heeft de ergo niets voorbereid maar kiest het kind wat ze gaan doen. Wel zijn het steeds activiteiten dat het kind heeft in het verleden heeft gedaan met de ergo waardoor ze gekoppeld zijn aan de persoonlijke doelen van de cliënt. De ergo’s hechten enorm veel belang aan het feit dat de therapie steeds aangenaam moet zijn zodat het kind de volgende keer met zin naar de therapie gaat.
  • Als zelfstandige ergo, weinig multidisciplinaire samenwerking met andere disciplines van de praktijk. Ze werken vrijwel naast elkaar maar verwijzen indien nodig wel door. Ondanks als een kind bij meerdere disciplines gaat, is er vrijwel weinig communicatie tussen de verschillende disciplines. Indien het kind nood heeft aan een multidisciplinair team achter zich dan gaan ze hiernaar ook verwijzen in een instelling.
  • Als zelfstandige ergo, hebben ze veel vrijheid. Ze maken hun eigen planning, kunnen kiezen wat ze doen, etc. Hiermee bedoel ik dat de ergo ervoor kan kieren om in een praktijk te werken of enkel op verplaatsing of een combinatie van beide. Deze stage heeft me hier wel veel meer zicht op gegeven aangezien het een volledig andere setting is dan de meeste stages in België. Het is een volledig andere ervaring als zelfstandige ergo tegenover als ergo tewerkgesteld in een instelling.
  • Ze beginnen elke therapiesessie met een kort gesprekje over hoe het gaat en wat ze afgelopen dagen gedaan hebben. Om zo het kind beter te begrijpen.
  • Ze wijzen de kinderen niet op hun fouten. Ze vragen hun vaak naar zelfreflectie om op die manier hun fouten te zien en zo te leren.
  • Ze vermijden zoveel mogelijk de faalervaringen zodat het kind steeds met een goed gevoel kan vertrekken. Want opvallend is hier dat de kinderen graag naar de ergo gaan.
  • Spel is belangrijk, ze leren aan de hand van spel of fantasie. Om het toch persoonlijk en aangenaam te maken. Het spel maakt dat ze zichzelf belonen en dus afsluiten met een goed gevoel. De spellen zijn steeds educatief waardoor de ergo ook steeds zicht krijgt op andere zaken vb. fijne motoriek, visueel inzicht, precisie, etc. De cliënten weten ook duidelijk dat als ze goed werken, er steeds tijd is voor een spel.
  • Alle therapiesessies gaan door in het therapielokaal. Elk kind weet dat ze bij het binnenkomen hun eigen stoel mogen kiezen en zich zo comfortabel mogelijk mogen instaleren. Ze hadden keuze uit verschillende stoelen, sommige wiebelden en sloten beter aan bij de noden van het kind i.f.v. de concentratie en het blijven zitten.
  • De ‘losheid’ is ook te zien tijdens de assessmentafnames. De assessments die ze afnemen zijn gestandaardiseerd. Echter nemen ze deze niet meer zo gestandaardiseerd af. Wat wel opvallend was, vb. meer tijd, meer kunnen oefenen, etc. Echter vind ik het dan wel moeilijk in hoeverre ze deze scores kunnen gebruiken en vergelijken.
  • Weliswaar zijn hun observaties veel uitgebreider op vlak van schrijven. Ze kijken niet uitsluitend naar houding en schrift maar zoeken naar een mogelijke oorzaak. Soms een reflex die bij het kind aanwezig is bij de geboorte maar gaandeweg geïntegreerd moet zijn. Echter is dit niet bij elk kind het geval en zien ze dit aan de hand van hun schrijfhouding.

Hiermee ga ik afronden, het was een zeer boeiende en leerzame observatieweek.

Ik hoop dat jullie genoten hebben van de blog en nu beter zicht hebben op het werken als zelfstandige ergotherapeut in Frankrijk.

Als jullie nog vragen hebben kunnen jullie me steeds bereiken op facebook ‘Daphne Penninckx’ of Instagram ‘daphne_penninckx’.

A bientôt! 🙂