Werkwijze in het ETAC

Sinds het begin van de stage aan de ETAC heb ik ontdekt dat er hier op een volledig andere wijze gewerkt wordt dan de stages die ik doorheen de opleiding al afgelegd heb. Tot nu toe had ik nog geen enkele stage gehad waar er zo veel gewerkt wordt aan sociale participatie en togetherness. Doordat er zoveel gefocust wordt op deze onderdelen, en veel minder op revalidatie, is het van belang dat de verschillende disciplines die aanwezig zijn in het ETAC ook samen kunnen werken en inspelen op de verschillende klachten die de users ervaren in het dagelijkse leven. Het komt dus niet als verrassing als ik zou zeggen dat er zeer transdisciplinair gewerkt wordt in het ETAC. Het was vooral tijdens de eerste weken van de stage moeilijk om te weten wie welke rol had binnen het team en welke opleiding ze gevolgd hadden. Elke donderdag is er een teamvergadering waarbij iedereen van het team betrokken is, zelf het keukenpersoneel. Hier worden dan aan elkaar nieuwe methodes aangeleerd of via een nieuwe invalshoek benaderingen naar bepaalde users uitgeworken en toegepast.

In het ETAC heeft elke werknemer, of het nu ergotherapeut of kinesitherapeut is, een verantwoordelijkheid over een aantal users. Voor deze users zorgen ze dat de user administratief in orde is, maar ook dat de participatie zo goed mogelijk is en dat de user een gevoel van voldoening en togetherness kan beleven aan de activiteiten maar ook het gevoel kan krijgen dat de activiteiten een meerwaarde zijn voor hen. Desondanks dat een werknemer voor enkele users de verantwoordelijkheid heeft, betekent dit niet dat deze geen activiteiten uitvoert met andere users. Doorheen de week en de dag worden verschillende activiteiten in groep uitgevoerd, waarbij de leidinggevende werknemer niet vast staat en per week kan veranderen. Dit kan dan betekenen dat de ene keer een ergotherapeut en de andere keer een kinesitherapeut de activiteit uitvoert en opvolgt. Hier kan men dan soms zien dat er gebaseerd op de discipline van de leidinggevende een ander doel en uitgangspunt nagestreefd wordt, maar steeds met als overkoepelend doel het betrokken zijn, sociaal contact en het uitvoeren van activiteiten die een meerwaarde bieden aan de users.

Het nadeel van deze werkwijze kan zijn dat sommige activiteiten veel minder therapeutisch zijn en lijken dan wat men zou verwachten als men denkt aan een ergotherapeutische interventie. Als voorbeeld kan men de wekelijkse ochtendactiviteit nemen op maandag. Deze activiteit is telkens een muziekactiviteit waar een vorm van galgje gespeeld wordt om een zin te vormen die een hint weergeeft naar de naam van een liedje. Hiervan zijn 95 procent van de liedjes Deens, wat nog andere moeilijkheden voor mijzelf meebrengt. Dit lijkt op het eerste zicht meer op een activiteit opgericht door een animator, maar door de focus te leggen op de users die betrokken zijn aan de activiteit en aangepast ondersteuning te bieden per user, zodat deze deel kunnen nemen aan de activiteit, kan men de ergotherapeutische meerwaarde uit de activiteit halen. Dit heeft voor mij de eerste paar weken moeilijkheden bezorgd, vooral omdat ik in mijn vorige stages bij volledig andere doelgroepen stond. Uiteindelijk is dit wel een goede ervaring, omdat het me ook aantoont hoe een andere doelgroep met andere noden benadert kan worden en welke skills nodig zijn als ergotherapeut om hier als professional aan de slag te kunnen.