Ook onze voorlaatste week is voorbijgevlogen. Aangezien het bijna Kerstmis is, begonnen we maandag aan het maken van de kerstversiering voor de kerstboom. Na onze stagedag zouden we te voet naar het winkelcentrum wat verder in de stad gaan. Er werd ons namelijk verteld dat in de supermarkt daar meer snacks te vinden waren. Onze plannen vielen bijna letterlijk in het water. Vanaf 9 uur begon het plots hard te regenen en te onweren. Gelukkig hield de regen en het onweer rond 12uur 30 zo goed als op en konden we toch vertrekken. Na ongeveer een uurtje wandelen kwamen we aan. Meteen viel het ons op dat de winkel hier wel wat groter was. Ook vonden we verschillende dingen die er die in de andere supermarkt niet waren zoals Buenos, m&m’s, Nutella,… en lieten we ons eens goed gaan. Ondanks het eten hier helemaal niet duur is (een brood kost hier nog geen euro), waren deze producten toch wat duurder dan in België. Zo kostte een zakje m&m’s van 200gram bijna 7 euro. Na onze inkopen contacteerden we onze taxi. Hij kon het niet geloven dat wij tot aan het winkelcentrum gestapt waren. Soms hebben wij het gevoel dat de mensen hier in Zambia niet zoveel gewoon zijn qua sport. Zo is 2 kilometer al heel ver voor hen en gaan zij bij alles zitten (zelfs bij het koken). Ook aan ons wordt er steeds gezegd dat we niet recht mogen blijven staan en steeds moeten gaan zitten omdat we anders moe gaan worden.
Dinsdag gingen we verder met onze kersttherapie. Voor ons was het een heel normale stagedag, maar dit was niet het geval voor de “conciërge”. Zo had er ‘s morgens een van de jongens op zijn kleren overgegeven, nadien drie jongens in hun broek geplast en zaten er nog eens 2 jongens met diarree, die hij allemaal mocht wassen en nieuwe kleren aandoen. Aangezien wij het heel erg vonden dat niemand hem hielp, stelden we voor om een van de jongens aan te kleden. Hierbij werden we beide raar aangekeken door een van de leerkrachten en de conciërge. Wij begrepen beide niet wat er aan de hand was. Er werd ons uitgelegd dat enkel een man de jongens mocht wassen en een van de vrouwen de meisjes. Na wat uitleg te geven over onze gewoontes in België, mochten we uiteindelijk toch helpen het aankleden van de jongen. ‘S avonds hebben we dit onderwerp nog eens aangehaald bij Nellie en zij heeft ons nog wat meer uitleg gegeven. In het centrum geldt inderdaad de regel dat de conciërge de jongens ververst en de vrouwen de meisjes. Buiten het centrum gelden andere regels. Zo is het meestal wel toegestaan dat een meisje en jongen wast, maar niet omgekeerd. Indien een jongen een meisje wast, moet er steeds toestemming gevraagd worden.
Woensdag was het een niet zo aangename dag. Zo werd er ons plots gezegd dat we assessments moesten afnemen. In het centrum houdt dit in dat er voor elk kind een verslag gemaakt moet worden over de dingen die hij of zij in het afgelopen jaar geleerd heeft. Aangezien het volgende week de laatste week is voor de vakantie moesten zij zo snel mogelijk de informatie hebben. Wij gaven aan dat wij reeds bezig zijn met een document met al de dingen waar de kinderen het moeilijk mee hadden, maar dat we gerust ook wouden opschrijven wat ze geleerd hadden, maar dit was niet voldoende. Een van de leerkrachten wou effectief zien wat de kinderen geleerd hadden. Ondanks wij hier helemaal niet op voorbereid waren, gaven we elk kind een oefening die ze aan het begin van de stage niet konden en nu wel. Na enkele kinderen gaf de leerkracht aan dat zij gehoopt had om echte therapieën te zien. Hieruit werd voor ons duidelijk dat zij niet wist wat ergotherapie juist inhield. Wij legde uit dat wij bij een therapie werken aan functies of vaardigheden waarbij het kind moeilijkheden ervaart en wij dus met een normale therapie niet kunnen aantonen wat wij reeds bereikt hebben. Aangezien wij onze laatste week aan elke kind nog eens een therapie willen geven, stelden we aan haar voor dat ze dan eens kan komen meekijken.
Ook donderdag namen we nog enkele kinderen om aan te tonen wat we met hen reeds bereikt hadden. Nadien schreven we per kind uit waar wij vooruitgang in zagen. Jammer genoeg waren er kinderen waar er geen vooruitgang waarneembaar was. Achteraf hoorden we dat er bij sommige van hen al enkele jaren geen vooruitgang meer te zien is, wat ons slechte gevoel toch wat verminderde. Na onze stage zouden we zoals gewoonlijk meteen naar de winkel gaan en dan naar huis, maar de huisvrouwen en leerkrachten van het Caleb Centre hadden nog iets anders voor ons in petto. Zo had één van de leerkrachten een levende kip gekocht die ze gingen slachten. Eerst werd er verwacht dat wij dit zouden doen, maar dat zagen we niet echt zitten. Gelukkig konden we ze overtuigen en hebben we alleen gekeken. Wel vonden we het heel zielig voor de kip, aangezien het geen aangename dood was. Zo wordt de kop er niet in één keer afgehakt, maar heel rustig afgesneden. Na het slachten van de kip, kregen we nog te zien hoe ze de kip ontpluimden en konden we nadien naar de winkel gaan. Eens thuis stond er ons nog een niet zo aangename verrassing te wachten. Zo stond er kip op het menu… Met het arme dier in ons hoofd aten we de kip op, wat we niet zo smakelijk vonden.
Na onze vier stagedagen konden we vrijdag genieten van onze vrije dag. Aangezien we een nieuwe 4g bundel moesten kopen, gingen we te voet naar de stad. In de stad kochten we ook al nog enkele afscheidscadeautjes voor de huisvrouwen en de kinderen van het gezien. Eens thuis merkten we dat we beide toch wel goed verbrand waren. Dit voor de eerste keer in 8 weken. Ondanks het hier altijd wel vrij warm is, brandt de zon niet zoals in België. Daarom smeren we ons hier ook nooit in met zonnecrème. Nu we ons lesje geleerd hebben, denken we in het vervolg wel twee keer na voor we naar buiten gaan.
Iets wat we gedurende ons verblijf hier in Zambia geleerd hebben, is dat Zambianen veel beloven, maar jammer genoeg hun beloftes bijna nooit nakomen. Zo werd er ons onder andere beloofd dat we een tafel in onze kamer zouden krijgen, eens met iemand pizza zouden gaan eten, bij een blanke vriendin van Nellie langsgaan, naar de kerk gaan en nog veel meer. Ondanks we naar alles nog eens gevraagd hadden, kwam er niks van in huis. Net zoals dit weekend. Één van de leerkrachten zou ons meenemen naar een nieuwe zwemplaats. Wanneer we op zaterdag afspraken was dit meestal rond 14uur. Toch hadden we rond 14uur nog niets van haar gehoord. Uiteindelijk kwamen we er, via haar sociale media, achter dat ze naar een andere stad was. We gebruikten de dag dan maar om wat voor school te werken. Ook zondag werd gebruikt om onze therapieën voor te bereiden voor onze laatste week en aan nog wat extra documenten te werken.