Week 4 op cardio

Tot slot een klein overzicht van de pathologieën op mijn afdeling.

Op de afdeling Cardio komen patiënten terecht met hartaandoeningen. Voorbeelden hiervan zijn linker- of rechterhartfalen, stabiele of niet-stabiele angors, acuut coronair syndroom (infarct), atriale fibrillaties en flutters, hartblok. Patiënten komen ook voor een coronografie of voor de behandeling van een ritmestoornis: ablatie, defibrillatie, inbrengen van een pacemaker of voor een reeks onderzoeken om de diagnose vast te stellen.
Er zijn 3 types ingrepen
– cardio-thoracale chirurgie
– revascularisatie van de coronairen
– hartoverbruggingen.
– Herstel of vervanging van de hartkleppen in geval van hardnekkige stenose.
– Hersynchronisatie en het plaatsen van pacemakers.
– vasculaire chirurgie
– behandeling van alle bloedvaten op de coronairen na ten gevolge van verstopping, verkalking of verwijding (aneurysma).
– Amputaties van de onderste ledematen.
– Nefrologie
– patiënten met acute of chronische nierinsufficiëntie
– Complicatie ten gevolge van diabetes
– Plaatsen arterioveneuze fistel voor dialysepatiënten in combinatie met educatie.

Beslist een leerrijke stage.

Week 3 op cardio

Zoals verwacht wordt onze dienst sinds deze week overstelpt door de stagiairs. We zijn met 6, 1 1stejaar, 4 2de jaars en 1 3de jaars. Dit wordt deels opgevangen door namiddagshiften en door “prises en charges” die we zelf voorstellen. Ook maakte ik van de gelegenheid gebruik om nog eens met de piqueuse mee te lopen. Ik vond zelf dat het goed ging. Ik voeld me veel zelfzekerder dan de 1ste keer. Ook voor de bloedafnames op dienst probeer ik er steeds als de kippen bij te zijn.

Bij een prise en charge ben je als stagiair volledig verantwoordelijk voor je patiënten op medicatie na. Dit blijft de verantwoordelijkheid van de verpleegster van de afdeling. Het toedienen van de medicatie doe je soms wel. Ik probeer altijd goed te weten waarom wie wat krijgt, het is telkens een behoorlijke lijst.

Het standaardprogramma bij mijn ‘prise en charges’
– prioriteiten zetten – wie moet eerst klaar zijn, welke kamer(s) doe ik eerst
– controle infuus via de refluxmethode
– nemen van parameters/glycemies
– toedienen geneesmiddelen
– organisatie hygiënische zorgen (toilet patiënt en bedopschik)
– wondzorg

Tussendoor help je anderen en doe je nog eventueel niet geplande bloedafnames die de ‘piqueuse’ niet voor haar rekening nam.

Ik had voornamelijk patiënten met wondzorg. 2 diabetespatiënten met geamputeerde tenen waar de genezing slechts heel traag verloopt. De wondes ondergaan af en toe een sharp debridement door de arts.
Het is belangrijk in te schatten of een vochtig wondmilieu moet worden onderhouden dan wel exsudaat afgevoerd moet worden. En of de wonde al dan niet geïnfecteerd is. En dan uiteraard kiezen voor de juiste producten, isobétadine gel of flaminal hydro of flaminal forte of flamatulle. De meningen lopen vaak uiteen. Gelukkig is er 1 wondzorgspecialiste maar die is niet altijd ter plaatse. Als kers op de taart moet je dan nog het geheel met een verband omsluiten. Niet altijd even gemakkelijk, maar ook hier baart oefening kunst. Ook kreeg ik een paar eenvoudige decubituswonden voorgeschoteld. Dit combineren met wisselhouding bij een patiënte met én een geamputeerd been én een arteriële ulcus op de andere voet in combinatie met een 2de decubituswonde op de hiel, is niet evident.

Ik wou dat ik de les van meneer Pieters op tape had of ik ga volgend jaar weer naar zijn les.

Week 2 op cardio

Week 2 op cardio is vlot verlopen. Ik was de enige stagiair waardoor veel oefenen mogelijk was (wondzorg, telemetrie-electrodes plaatsen, sondage in/out en bloedafnames). Ik liep me de benen van het lijf en was behoorlijk uitgeput tegen het einde van de week.

Toch wil ik deze week specifiek aandoeningen aan de hart(slag)aders in de kijker zetten omdat uiteraard een deel van ‘mijn’ patiënten hiermee te maken krijgt.

Aandoeningen van de hartaders vinden vaak hun oorsprong in atheromatose of opstapeling van vetten, afvalstoffen en bindweefsel op de bloedvatwand waardoor het lumen van de hartader verkleint,  wat kan leiden tot ischemie of zuurstoftekort en tot necrose waardoor een infarct optreedt.

Na de opname van de patiënt vinden een aantal onderzoeken plaats:
– afname ECG in rust en in actie
– echocardiografie of echodopplier om de bouw, de ligging en de grootte van de hartaders in kaart te brengen, alsook de weefselstructuur, stroomsnelheid en stroomrichting van het bloed.
– scintigrafie van de hartspier om het zuurstoftekort en de necrose te lokaliseren.
– scan van de hartaders om de hartaders te visualiseren.
– coronografie om de hartaders en eventuele occlusie en/of stenose te visualiseren, de stuwkracht van de ventrikels na te kijken of klepinsufficiëntie te detecteren.

De behandeling bestaat uit 1 van of een combinatie van de volgende elementen:
– oorzakelijk: stoppen met roken, vermageren, aangepast dieet, bewegen
– medicijnen: betablokker, calciumantagonisten, bloedverdunner, cholesterolverlagers, antihypertensiva.
– angioplastie – plaatsen van een stent of ballen in 1 van de hartaders
– overbruggingen
– revalidatie met aandacht voor een eventuele nieuwe levensstijl

Een boeiende mix van interventies en ervaringen.

Week 1 op Cardio

Op Paasmaandag meld ik me aan om iets voor 7 op cardio. Zondagdienst, dus beperkt aantal verpleegkundigen en gelukkig kan ik op basis van mijn opgedane ervaring op eenheid 55 al snel meedraaien. Over het type patiënten die bij ons op de afdeling liggen volgende week meer.

Deze eenheid lijkt me echt een walhalla voor wondzorgtechnieken. Ik hou het de 1ste dag relatief bescheiden en beperk me tot kijken,
– observatie wondzorg VAC-therapie
– observatie wondzorg nefrostomie (nog niet eerder van gehoord maar blijkt achteraf hetzelfde te zijn qua aanpak als wondzorg suprapubische weliswaar met steriele handschoenen – moet ik nog even over nadenken en vragen)
– observatie wondzorg na amputatie van verschillende teendelen en plaatsing van een greffe
– observatie wondzorg ‘ulcus cruris’

Later die week krijg ik de gelegenheid om wondzorg uit te voeren en vraag/overleg ik met de verpleegkundige waarom we het bij de één zo aanpakken en bij de andere anders. Al snel heb ik door dat elke wonde anders is en zodoende een unieke aanpak vereist. Voorlopig is het handboek Wondzorg dan ook mijn bedlectuur.

Een hoogtepunt afgelopen week was ook het verwijderen van maar liefst 26 wondhaakjes. De patiënt maakt het goed. Ik deed ook 2 bloedafnames die naar mijn aanvoelen perfect verliepen, 1tje zelfs bij een 91-jarige. Oefening baart kunst.

Laatste week op Short Stay

Mijn laatste week op Short Stay verliep zonder incidenten maar ook zonder uitschieters. Bij wijze van spreken uiteraard. Op de dag van de aanslagen had ik ‘de late’. Ik hoorde het nieuws pas rond 11u en haastte me onmiddellijk naar het ziekenhuis om mijn diensten aan te bieden. Het was vreemd stil op de weg  naar het ziekenhuis. Wel stond er op elk kruispunt een agent en hoorde je constant sirenegeloei op de achtergrond. Op onze dienst was het echter business as usual. Even leek het of alle geplande operaties uitgesteld zouden worden maar uiteindelijk ging alles gewoon door. De stemming was wel beneden nul. In de lege kamers volgden we het nieuws op tv. Achteraf bleek dat op Sint Elisabeth ook 30 slachtoffers werden opgevangen. Het bericht dat we niet moest gaan ‘werken’ op woensdag heb ik naast me laten liggen.

Terug naar de activiteiten van de laatste week dan maar. Het verder oefenen op wondzorg bleef beperkt en er kwamen geen urinesondages aan te pas. Jammer, wie weet volgende week beter (arme patiënten).

Ik mocht wel relatief zelfstandig ‘opereren’ deze week:
– alleen verantwoordelijk voor de ochtendzorgen (medicatie geven, nakijken infuus, nemen van de parameters, hygiënische zorgen, verbanden vervangen indien nodig) van een 4-tal patiënten.
– zelfstandig mensen pre-op klaarmaken (i.e. parameters indien nog nodig, anti-trombose kousen aantrekken, operatiehemd en -muts opzetten, patiëntendossier op het bed achterlaten)
– zelfstandig mensen post-op ontvangen (parameters, pijn bevragen, instructies ivm eten en drinken doorgeven)
– zelfstandig het eerste opstaan begeleiden.

Ook hielp ik nu bij het plaatsen van de verschillende elektrodes voor de slaaptesten.

1 leermoment wat me toch zal bijblijven was de anamnese van een licht mentaal gehandicapte persoon die zich op maandagmorgen aanmeldde en voor een reeks onderzoeken kwam. Daarbij lette ik erop dat ik voornamelijk het woord richtte tot haar en niet tot de begeleidster, tenzij dit echt nodig bleek. Ik zorgde er ook voor dat ik bevestiging kreeg dat ze het begrepen had. De rest van haar verblijf beschouwde ze me dan ook een beetje als haar engelbewaarder.

Kleine chirugische ingrepen

Week 3 op Short Stay.

Ik neem de kleine chirugische ingrepen die hier de revue passeren onder de loep. Gelukkig kan ik bij Dr Raes en de collega’s terecht voor de nodige info ivm de anesthesie.

Een greep uit het aanbod:
– rhinoseptoplastie (neuscorrectie)
– arthrodese (vastzetten gewrichten meestal thv de wervelkolom)
– hallux valgus (scheefstand van de grote teen)
– parotidectomie (verwijderen van de oorspeekselklier)
– parathyroïdectomie (wegname parathyroïde of bijschildklier)
– dilatatie van de slokdarm
– verschillende vormen van hernia
– heraanhechting schoudergewrichtskapsel
– borstcorrecties
– hysterectomie (wegnemen van de baarmoeder)
– cholecystectomie (wegnemen van de galblaas)
– plaatsen of vervangen van een uretersonde

Alle ingrepen zijn gepland.

Pre-operatieve voorbereiding
– Controle parameters
– Scheren van de operatieplaats, indien nodig
– (meestal) aantrekken TED (trombo embolism deterrent) ter preventie van trombose of embolie voor bedlegerige patiënten.
– vragenlijst ivm de anesthesie (allergiën, eerdere ervaringen met verdoving, …)
– een laatste keer plassen
– aantrekken operatiehemd en operatiemuts

Verdoving
– Algemene of volledige verdoving (ingrepen boven de navel)
– rachi/spinale verdoving (Operaties lager dan de navel)
– plexusanesthesie (zenuwknoop naar bvb een lidmaat wordt verdoofd).

Tijdens de verdoving krijgt de patiënt naast de effectieve spierverslappers (Esmeron, Diprivan, Sufenta) ook pijnstillers (Tradonal, Taradyl), eventueel antibiotica (Zinacef), corticosteroïden (bv. Aacidexam) tegen zwellingen en anti-emetica (Litican) toegediend.

 

Post-operatieve verpleegkundige aandachtspunten

– controle parameters
– 1ste keer opstaan – patiënt moet de verpleegkundige verwittigen om syncope te vermijden
– controle van het plassen (anesthetica werken tot op de blaas)
– tijdstip eten en drinken na de operatie (dit wordt bepaald door de anesthesist en gemeld in het operatieverslag)

Nazorg
Al naargelang de evolutie van de toestand blijft de patiënt meestal nog 1 à 2 dagen op de afdeling. Verpleegkundige zorgen bestaan voornamelijk uit toezicht bij de hygiënische zorgen (lees wassen), droog aseptische wondzorg en het verwijderen van een lange drain (veel bloed) of een accordeondrain (weinig bloed). De patiënt krijgt ook richtlijnen mee om zijn wonde verder thuis te verzorgen.

Na een eventueel controlebezoek van de behandelende arts wordt de patiënt ontslagen.

 

Slaaponderzoek toegelicht!

Deze week verdiepte ik me in de slaaponderzoeken die elke nacht plaatsvinden. Ik haalde de mosterd bij Dr. Smetcoren, neurologe.

Bij een diagnose van snurken, doorslaapproblemen, aanhoudende vermoeidheid, hoofdpijn en concentratieproblemen wordt na een consultatie bij een neuroloog of een slaapgeneesheer een slaaponderzoek of somnografie voorgesteld. 1 van de meest voorkomende slaapstoornissen is SAS, het Slaap Apneu Syndroom. Een Nederlandse website omschrijft SAS duidelijk als volgt: “Slaapapneu betreft een slaapstoornis waarbij iemand moeite heeft om te ademen tijdens de slaap. Slaapapneu wordt veroorzaakt door een verslapping van de spieren achterin de keel. De verslapte keelspieren blokkeren de doorgang om te ademen (luchtwegen), waardoor snurken en “ademstilstand” ontstaat.“

In de late namiddag bieden de patiënten zich aan. Ze blijven voor 1 nacht. Na een anamnese worden verschillende elektrodes op het lichaam geplaatst

– op het hoofd om de hersenactiviteit tijdens de slaap te meten
– op de kin om kinbewegingen te registreren (bv. tgv tandenknarsen)
– op armen en benen om periodische bewegingen in kaart te brengen
– op de vinger om de pols te meten en eventueel onregelmatigheden in het hartritme vast te stellen
– op de borst om de hartactiviteit te meten

De ademhaling wordt gevolgd via een soort zuurstofbril en een thoracale en abdominale band rond het lichaam van de patiënt. Bij een obstructieve ademhaling zijn de borst en buikademhaling vaak niet symmetrisch. Een spirometrie voor het ontslag brengt de longfunctie in kaart.

Een keer ingepakt ziet de patiënt er als volgt uit.

slaaptest

Het geheel wordt gefilmd om de gemeten waardes visueel te ondersteunen. Zo treedt slaapapneu vaak op bij slapen op ruglig terwijl dit beduidend minder voorkomt bij het slapen op buik- of zijlig.

De omtrek van de nek wordt gemeten omdat er ogenschijnlijk een verband bestaat tussen een korte nek en SAS. SAS komt ook vaker voor bij bij abdominale obesitas, grote tonsillen, een laag verhemelte en een dikke tong.

Na een nachtje slapen bespreekt de dokter de slaapactiviteit met de patiënt en wordt een behandeling voorgesteld.

De rol van de verpleegkundige bestaat in
– opname en anamnese
– informeren van de patiënt
– bevestigen van de elektrodes
– testen van de registratie

Unité 55

Op ‘unité 55’ komen patiënten voor een korte periode voor de volgende interventies:

  1. Colono-, gastro- en andere endoscopieën

Na de voorbereiding thuis komt de patiënt in de voormiddag naar de afdeling. Daar wordt de patiënt klaargemaakt voor het onderzoek. Het onderzoek vindt ’s namiddags plaats. De meeste patiënten worden onder volledige verdoving geplaatst. Een gastroscopie gebeurt vaak in combinatie met een colonoscopie. Ik woon een dergelijk onderzoek bij. Met een camera wordt een wandeling door de slokdarm, maag, dunne en dikke darm gemaakt. Op verschillende plaatsen worden een biopt afgenomen.

  1. Slaaptesten

In de late namiddag bieden de patiënten zich aan. Ze blijven voor 1 nacht. Hierover later vast meer.

  1. Kleinere chirurgische ingrepen – over de soorten later meer.

Al deze ingrepen zijn gepland. De patiënt is op voorhand door de behandelend arts ingelicht en heeft een onderhoud gehad met de anesthesist. De meeste operaties vinden in de voormiddag plaats. De patiënt moet de verpleegkundige verwittigen als hij/zij voor een 1ste keer wil opstaan. Verder blijven ze nog in – al naargelang de evolutie van hun toestand – nog 1 à 2 dagen op de afdeling.

Nieuws

Au dela des frontières ….

Een speling van het lot bezorgt mij een buitenlandse stage in het binnenland. Ik ben gisteren op Erasmus Belgica vertrokken en ben terechtgekomen in het Sint-Elisabeth ziekenhuis in Ukkel. Na eerdere ervaringen in Bracops en Bordet, lijkt me dit een spiksplinternieuw ziekenhuis, een oase van efficiëntie, blinkende vloeren en strakke organisatie. De eerste 4 weken loop ik stage op de dienst Short Stay, letterlijk kort verblijf dus, waar patiënten tussen maandag en vrijdag opgenomen worden voor korte interventies, endoscopiëen allerhande, slaaptesten en kleine operatieve ingrepen. IMG_6659

Nele