Voeldeken

Op onze eerste stagedag maakten we kennis met alle kinderen en het ene kind viel al meer op als het andere. Voor de meeste kinderen was het niet hun eerste schooljaar op deze school, maar voor L. was dat wel zo.

L. heeft geen duidelijk diagnose en krijgt dan ook geen gepaste behandeling. Ze wordt van de ene naar de andere school doorgestuurd en niemand biedt haar de gepaste hulp aan. Ze werd toegelaten op Nkosinathi foundation omwille van de visuele problematiek. Op de eerste schooldag werd echter snel duidelijk waarom ze op de andere scholen doorverwezen werd. Ze was enorm onrustig, luidruchtig en afhankelijk voor enorm veel dingen.

L. maakt geluiden met haar mond zoals schreeuwen en geklik met haar tong. Verder maakt ze geluiden door met haar handen op haar eigen lichaam en andere voorwerpen te slaan. Daarnaast is L. fysiek afhankelijk in die zin dat ze letterlijk voortgetrokken wordt door haar oma. Ze laat zich hangen en doet zelf geen moeite om te stappen. L. is eveneens niet zindelijk en ouders/grootmoeder ondernemen ook geen poging tot het zindelijk maken van L.

Gedurende de eerste dagen heeft iedereen L. geobserveerd en daarna werden de observaties besproken. Uit de observaties hebben we besloten dat het onrustig en luidruchtig zijn waarschijnlijk voortkomt uit een tekort aan sensorische stimulatie. Om die reden hebben we een voeldeken gemaakt zodat we haar sensoriek kunnen stimuleren. Om de blootstelling aan het voeldeken op een rustige manier te laten verlopen werd L. apart genomen door een therapeut/leerkracht. Ze werd zodanig geplaatst dat ze fysiek contact maakte met de therapeut/leerkracht. L. reageerde hier opvallend rustig op en het was duidelijk dat ze de verschillende structuren trachtte te voelen. Het voeldeken heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen!

 

Ergotherapeutische context

Terwijl ik zelf aan het nadenken ben over wat ik zou kunnen veranderen aan de context, realiseer ik mijzelf dat ik de context nog niet geschetst heb.

Bij het aankomen op de eerste stagedag kreeg ik een algemene rondleiding in het gebouw. De lokalen en burelen zijn vrij gelijkend aan de ruimtes die wij ter beschikking hebben. De klas en de materialen die gebruikt worden in de klas zijn dan weer volledig verschillend van de materialen die wij gewoon zijn. Het werd al snel duidelijk dat er in deze context aandacht geschonken wordt aan andere dingen. Meestal gaat het over zaken die voor ons meer vanzelfsprekend zijn, maar de lokale bevolking mist die zekerheid.

Voor de start van de rondleiding in de lokalen, lichtte de leerkracht toe op welke manier ze wou werken en hoe ze dat ging volbrengen. Ze benadrukte meerdere malen hoeveel belang ze hecht aan het bieden van structuur. Het aanreiken van die structuur tracht ze te doen door het ochtendritueel telkens in dezelfde volgorde te laten verlopen. De kinderen worden opgehaald door ’teacher Veronica’, wie ook de hulpleerkracht is. Daarna komen ze beneden waar ze ’teacher Robyn’ begroeten en aan mekaar vragen hoe het gaat. Vervolgens komen ze aan de lockers waar ze hun schoenen, jas en boekentas in kwijt kunnen.

Als dat gedaan is, mogen ze verder gaan naar de klas en krijgen ze ontbijt als ze dat willen. Sommige kinderen worden getraind in het zelfstandig bereiden van hun ontbijt. Voor de start van het ontbijt wordt er een liedje gezongen dat draait rond dankbaarheid voor het krijgen van eten. Wanneer hun ontbijt op is, moeten ze de kinderen zelf hun spullen naar de keuken dragen. Als alles opnieuw op zijn plaats staat mogen de kinderen zich verplaatsen naar de andere klas. In die klas worden zowel spelletjes, activiteiten als ergotherapeutische sessies aangeboden. Verder kunnen ze ook buiten spelen op de beperkte binnenkoer die onder andere ingericht is met een glijbaan en een trampoline.

Om beide klassen te bereiken moeten de kinderen trappen op en af gaan. Daarnaast zijn er ook in beide klassen keukenkasten terug te vinden met veel te scherpe randen. In de klas waar ontbijt gegeten wordt, ligt er een soort tapijt op de vloer wat onhygiënisch is. In de andere klas ligt dan weer een gewone tegelvloer, maar daarop ligt een grote speelmat voor de kinderen. Die speelmat is eveneens onhygiënisch aangezien deze veel te weinig gereinigd wordt. Met andere woorden: we zien hier dus veel dingen die in België nooit zouden goedgekeurd worden. Op zo een moment begrijpen je het principe “roeien met de riemen die je hebt” pas echt!

Ergotherapie toegepast

Toen de stageplaats gekozen werd, hebben ze mij meteen duidelijk gemaakt dat er geen ergotherapeut tewerkgesteld is. Na overleg met de stagecoach van de hogeschool werd er op zoek gegaan naar een externe ergotherapeut. Op die manier is er iemand die mij kan begeleiden en kan ik mijn ergotherapeutische activiteiten bespreken.

Bij aankomst op de stageplaats bleek er helemaal geen sprake te zijn van een multidisciplinair team. De personen waarmee ik het meest in contact kom zijn de leerkracht en de hulpleerkracht. Beiden hebben dan ook geen ergotherapeutische kennis en kunnen mij op dat gebied niet begeleiden of ondersteunen. Aan het begin van de stage hebben ze mij ook meteen duidelijk gemaakt dat het hun bedoeling is om te leren van mij.

Het feit dat er van mij verwacht werd om mijn kennis te delen, baarde mij echt zorgen. Uiteindelijk heeft die manier van werken ervoor gezorgd dat ik meer vertrouwen krijg in mijzelf. Ik heb veel meer kennis dan ik dacht en ben dan ook blij dat ik deze kan delen. Ik voel mij hier echt een ergotherapeut en niet zomaar een student. De leerkracht heeft al meerdere keren aangehaald hoe dankbaar ze is voor het “team” dat ze nu heeft. Ik ben het zeker eens met haar omdat de kinderen baat zouden hebben bij het krijgen van ergotherapeutische sessies. Sommige kinderen bezoeken een ergotherapeut of fysiotherapeut, maar krijgen slechts om de drie maanden een sessie. Voor de kinderen van de preschool met een multipathologie is dat zeker en vast te weinig. Iemand die baat heeft aan ergotherapie moet zijn sessies op regelmatige basis krijgen.

Naast het delen van mijn kennis met de leerkracht en de hulpleerkracht, bied ik ook zelf activiteiten aan. Ik heb mij vooral gefocust op individuele sessies omwille van de uiteenlopende stoornissen. Tijdens het uitvoeren van een activiteit zijn er verschillende dingen waar ik rekening mee moet houden. De kinderen zijn slechtziend of blind waardoor ik de focus moet leggen op andere zintuigen. Daarnaast ondervind ik soms ook moeilijkheden in de verbale communicatie. Het merendeel van de kinderen spreekt geen Engels, maar wel Xhosa of Afrikaans. Gelukkig is de hulpleerkracht tweetalig en kan zij ons bijstaan tijdens een activiteit. Doch blijft het een vervelende situatie en had ik er liever van op de hoogte geweest. Op die manier had ik mij kunnen voorbereiden door de basis van de taal te leren.

Addo elephant park

De eerste stageweek is voorbij gevlogen wat mij tot het besef bracht dat mijn tijd hier zeer beperkt is. Om die reden heb ik besloten om met de andere meisjes van het gastgezin op uitstap te gaan!

Aangezien we van plan zijn om wel wat uitstappen te doen, zijn we op zoek gegaan naar de meest goedkope optie. Onze gastouders wisten ons te vertellen dat we een Nelson Mandela pass konden kopen die gedurende 3 maanden geldig is. Voor die pas betaal je een bedrag van 600 rand waarvoor je dan toegang krijgt tot vijf gekozen activiteiten van een lijst. Onze eerste activiteit met de pas wordt een uitstap naar Addo elephant park.

Na het aankopen van de pas zijn we de auto gaan ophalen die we gehuurd hadden voor het hele weekend. In een impulsieve bui was ik ermee akkoord gegaan om zelf te rijden. Achteraf heeft mij dit wel wat stress bezorgd, aangezien ze hier rijden aan de linkerkant van de weg en het stuur dus aan de rechterkant van de auto staat. Uiteindelijk bleek die stress niet nodig te zijn want het autorijden ging vrij vlot. Dat hadden we dan ook wel nodig aangezien we meteen meer als een uur moesten rijden naar Addo.

Om zeker te zijn dat we zoveel mogelijk dieren konden zien, hadden ze ons aangeraden om de sunrise tour te boeken. De sunrise tour vertrok om 6u en we zijn dan ook opgestaan om 3u45 zodat we om 4u20 konden vertrekken. Tijdens de boeking hadden ze ons aangeraden om vroeger te arriveren zodat we zeker genoeg tijd hadden. Bij aankomst in het park bleek dat de tour al vertrokken was om 5u30 en dat we hem dan ook gemist hadden. We hebben dit creatief opgelost en hebben rustig ontbeten tijdens de zonsopgang.

  

Aangezien de guided tour van 9u al volzet was, hebben we beslist om te reserveren voor de tour van 12u. Omdat we onze ingang al betaald hadden met de Nelson Mandela pass mochten we zelf rondrijden in het park. We hadden hier uitgebreid de tijd voor en hebben dan ook veel dieren gezien. Naast het zien van de dieren konden we ook genieten van de prachtige natuur. Het was enorm leuk om de dieren in hun natuurlijke omgeving te zien in plaats van een kunstmatige omgeving. Dat heeft er wel voor gezorgd dat wij de dieren goed konden zien, maar dat ze niet altijd even duidelijk op foto staan.

   

Addo elephant park is zeker de moeite waard om te bezoeken!

De reis

Op 26 januari 2019 startte mijn reis richting Port-Elizabeth. Samen met drie andere studenten vertrok ik die dag vanuit Zaventem. We hadden onderling afgesproken om mekaar te zien op de luchthaven zodat we samen aan het avontuur konden starten.

Onze eerste vlucht vertrok om 18u15 vanuit Zaventem naar Londen Heathrow. Daar kwamen we aan om 18u35 lokale tijd. Aangezien we in dezelfde terminal moesten blijven, hadden we rustig de tijd om iets te eten. Om 21u10 vertrok onze volgende vlucht van Londen naar Johannesburg, waar we aankwamen om 10u15. Het was dus een hele lange, maar wel vrij comfortabele reis. De laatste vlucht vertrok om 13u15 vanuit Johannesburg en is om 14u55 geland in Port-Elizabeth.

De luchthaven in PE is heel klein waardoor we onze gastouder makkelijk konden vinden. Na een rit van ongeveer 20 minuten kwamen we aan bij het huis waar we de komende twee maanden zullen verblijven. Na een klein hapje en drankje mochten we onze kamer kiezen en konden we familie en vrienden op de hoogte brengen.

 

Werkervaring

Nkosinathi foundation is een non-profit organisatie van en voor blinden en slechtzienden. Zowel kinderen als volwassenen met een visuele stoornis kunnen hier terecht voor ondersteuning, revalidatie en diverse cursussen. De focus van Nkosinathi ligt dan ook op re-integratie van blinden en slechtzienden.

Mijn stage bestaat uit het begeleiden en ondersteunen van de kinderen uit de preschool. De meeste kinderen komen naar school van maandag tot en met donderdag. Op vrijdag is er geen preschool en worden alle administratieve taken volbracht. De kinderen komen aan op school tussen 8u30 en 9u en kunnen vervolgens zelf kiezen of ze ontbijten. Na het ontbijt wordt er steeds een welkomstlied gezongen waardoor ze weten dat preschool gestart is. Vervolgens worden er activiteiten en spelmomenten aangeboden die dagelijks variëren.

Mijn rol bestond gedurende de eerste week voornamelijk uit het observeren van de werking en de kinderen. Na enige tijd van observatie, kreeg ik toegang tot de opvallend beperkte medische dossiers. Tijdens de eerste twee weken was het dan ook belangrijk om alle kinderen echt te leren kennen. Elk kind heeft een visuele stoornis, maar de meeste kinderen hebben ook nog één of meerdere bijkomende problematiek(en).

 

Na het aanbieden van de activiteiten, krijgen de kinderen lunch om 11u30. Om duidelijk te maken dat de dag op preschool daarna afgelopen is, wordt er opnieuw gezongen. De kinderen weten dat ze daarna hun jas en schoenen moeten aantrekken en dat ze dan richting huis gaan. Een dag op preschool eindigt om 12u30 en de namiddag wordt opgevuld met voorbereidingen voor de volgende dag of huisbezoeken.

Elke dag is anders en vraagt een andere aanpak, net zoals alle kinderen van de preschool!

Culturele ervaring

Bij onze aankomst waren er geen grote culturele verschillen waar te nemen. Ook onze gastouders leven op een vrij westerse manier waardoor de verschillen niet echt opvielen. Het culturele verschil, op gebied van thuissituatie, waar ik het meeste aan moet wennen is het eten. In België eten we één soort groente, aardappelen en een stuk vlees. De maaltijden die we krijgen van het gastgezin bestaan uit zoveel meer. Een voorbeeld: kip, rijst, aardappelen, pompoen, wortelen, erwten en maïs. Ook was het meteen duidelijk dat er met veel meer vetstof gekookt wordt dan we gewoon zijn.

Eens gestart op de stage werd pas duidelijk hoe groot de verschillen echt kunnen zijn. Zoals eerder vermeld loop ik stage in een organisatie voor blinden en slechtzienden. Er werd mij op voorhand verteld dat ik vooral met de kinderen zou werken. Aan de hand van die informatie had ik verwacht om te kunnen werken aan het verbeteren en onderhouden van de dagelijkse activiteiten en handelingen. Uiteindelijk is dat helemaal niet waarvoor ik word ingezet.

Mijn stage vindt plaats in de preschool die dient ter voorbereiding op de “grote” school. Na het krijgen van die informatie verwachtte ik een klas met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd. Uiteindelijk bleek het te gaan om een klas van maximum tien kinderen. Elk kind heeft vaste dagen waarop hij of zij naar school komt en komt dus niet elke dag. Dit systeem was voor mij heel verwarrend aangezien die zelden tot nooit voorkomt in België. Daarnaast varieert de leeftijd van de kinderen tussen anderhalf jaar en twaalf jaar oud. Die grote verschillen maken het heel moeilijk om telkens een gepaste activiteit te vinden in de groep. Vaak wordt de groep dan ook opgesplitst, maar op die manier leren de kinderen niet samen te spelen. Om het vinden van een activiteit nog moeilijker te maken, gaat het niet alleen over kinderen met een visuele stoornis. De meeste kinderen hebben naast de visuele stoornis ook nog één of meerdere andere problematieken.

Het verschil tussen beide culturen heeft een grotere invloed dan gedacht!