De reis

Op 26 januari 2019 startte mijn reis richting Port-Elizabeth. Samen met drie andere studenten vertrok ik die dag vanuit Zaventem. We hadden onderling afgesproken om mekaar te zien op de luchthaven zodat we samen aan het avontuur konden starten.

Onze eerste vlucht vertrok om 18u15 vanuit Zaventem naar Londen Heathrow. Daar kwamen we aan om 18u35 lokale tijd. Aangezien we in dezelfde terminal moesten blijven, hadden we rustig de tijd om iets te eten. Om 21u10 vertrok onze volgende vlucht van Londen naar Johannesburg, waar we aankwamen om 10u15. Het was dus een hele lange, maar wel vrij comfortabele reis. De laatste vlucht vertrok om 13u15 vanuit Johannesburg en is om 14u55 geland in Port-Elizabeth.

De luchthaven in PE is heel klein waardoor we onze gastouder makkelijk konden vinden. Na een rit van ongeveer 20 minuten kwamen we aan bij het huis waar we de komende twee maanden zullen verblijven. Na een klein hapje en drankje mochten we onze kamer kiezen en konden we familie en vrienden op de hoogte brengen.

 

Werkervaring

Nkosinathi foundation is een non-profit organisatie van en voor blinden en slechtzienden. Zowel kinderen als volwassenen met een visuele stoornis kunnen hier terecht voor ondersteuning, revalidatie en diverse cursussen. De focus van Nkosinathi ligt dan ook op re-integratie van blinden en slechtzienden.

Mijn stage bestaat uit het begeleiden en ondersteunen van de kinderen uit de preschool. De meeste kinderen komen naar school van maandag tot en met donderdag. Op vrijdag is er geen preschool en worden alle administratieve taken volbracht. De kinderen komen aan op school tussen 8u30 en 9u en kunnen vervolgens zelf kiezen of ze ontbijten. Na het ontbijt wordt er steeds een welkomstlied gezongen waardoor ze weten dat preschool gestart is. Vervolgens worden er activiteiten en spelmomenten aangeboden die dagelijks variëren.

Mijn rol bestond gedurende de eerste week voornamelijk uit het observeren van de werking en de kinderen. Na enige tijd van observatie, kreeg ik toegang tot de opvallend beperkte medische dossiers. Tijdens de eerste twee weken was het dan ook belangrijk om alle kinderen echt te leren kennen. Elk kind heeft een visuele stoornis, maar de meeste kinderen hebben ook nog één of meerdere bijkomende problematiek(en).

 

Na het aanbieden van de activiteiten, krijgen de kinderen lunch om 11u30. Om duidelijk te maken dat de dag op preschool daarna afgelopen is, wordt er opnieuw gezongen. De kinderen weten dat ze daarna hun jas en schoenen moeten aantrekken en dat ze dan richting huis gaan. Een dag op preschool eindigt om 12u30 en de namiddag wordt opgevuld met voorbereidingen voor de volgende dag of huisbezoeken.

Elke dag is anders en vraagt een andere aanpak, net zoals alle kinderen van de preschool!

Culturele ervaring

Bij onze aankomst waren er geen grote culturele verschillen waar te nemen. Ook onze gastouders leven op een vrij westerse manier waardoor de verschillen niet echt opvielen. Het culturele verschil, op gebied van thuissituatie, waar ik het meeste aan moet wennen is het eten. In België eten we één soort groente, aardappelen en een stuk vlees. De maaltijden die we krijgen van het gastgezin bestaan uit zoveel meer. Een voorbeeld: kip, rijst, aardappelen, pompoen, wortelen, erwten en maïs. Ook was het meteen duidelijk dat er met veel meer vetstof gekookt wordt dan we gewoon zijn.

Eens gestart op de stage werd pas duidelijk hoe groot de verschillen echt kunnen zijn. Zoals eerder vermeld loop ik stage in een organisatie voor blinden en slechtzienden. Er werd mij op voorhand verteld dat ik vooral met de kinderen zou werken. Aan de hand van die informatie had ik verwacht om te kunnen werken aan het verbeteren en onderhouden van de dagelijkse activiteiten en handelingen. Uiteindelijk is dat helemaal niet waarvoor ik word ingezet.

Mijn stage vindt plaats in de preschool die dient ter voorbereiding op de “grote” school. Na het krijgen van die informatie verwachtte ik een klas met kinderen van ongeveer dezelfde leeftijd. Uiteindelijk bleek het te gaan om een klas van maximum tien kinderen. Elk kind heeft vaste dagen waarop hij of zij naar school komt en komt dus niet elke dag. Dit systeem was voor mij heel verwarrend aangezien die zelden tot nooit voorkomt in België. Daarnaast varieert de leeftijd van de kinderen tussen anderhalf jaar en twaalf jaar oud. Die grote verschillen maken het heel moeilijk om telkens een gepaste activiteit te vinden in de groep. Vaak wordt de groep dan ook opgesplitst, maar op die manier leren de kinderen niet samen te spelen. Om het vinden van een activiteit nog moeilijker te maken, gaat het niet alleen over kinderen met een visuele stoornis. De meeste kinderen hebben naast de visuele stoornis ook nog één of meerdere andere problematieken.

Het verschil tussen beide culturen heeft een grotere invloed dan gedacht!