Dagelijkse kost

Receptinhoud: Een volledig blogbericht gewijd aan mijn kookkunsten, hydrotherapie en heroïsche avonturen.

Bereidingstijd: 1 uur
Smultijd: 15 minuutjes

Benodigdheden:

-10 blinde typvingers
-1 pc
-2 streepjes internet
-een hersenpan vol vreemde kronkels
-een snuifje humor als versiering

Werkwijze:

Deel 1 ‘mijn kookkunsten’:

Maandag is ‘shopping day’, dan ga ik, na het werk, naar de supermarkt om inkopen te doen voor de hele week. Maandag is ook kookdag, dan maak ik eten voor de hele week. Een héle week?! Jep! Het is namelijk altijd zodanig veel dat ik hier van maandag tot vrijdag van kan genieten (enfin, vrijdag steekt het doorgaans wel wat tegen, maarja, eten is eten hé). Ik heb ook al wel suggesties gekregen van mensen om het wat anders aan te pakken zodat ik wat meer variatie heb. Kleinere porties maken was een optie, ja zeg, dan moet ik 2 keer per week koken, enig idee hoeveel tijd ik daarmee verlies?! Een andere optie was (danku Zoë!) om een Spaanse prins te zoeken met wie ik mijn eten kon delen, zot! Delen? Daar doe ‘k ik ni aan mee ze!! 😉 Neenee, dit heb ik even overwogen maar toen kwam ik tot het besef dat hier helemaal geen tafel (taffel voor mijn chirovriendjes) is om met twee aan te zitten, dat plan heb ik dan ook maar laten varen. Kortom, het blijft dus één gerecht per week.

Deze week is dit helaas een klein beetje mis gelopen. Ik stond in de winkel, zag een bloemkool en dacht “mwaaah! Lekker!! Deze week wordt bloemkoolweek!” Als vleesje had ik iets zwarte worst-achtig-ding-met-noten-in gevonden (ik had dit in het weekend op een tapas gekregen en dat was super lekker) “meenemen die handel”. En wat past er nu beter bij bloemkool met worst dan een heerlijke witte kaassaus? En kaassaus, hoe moeilijk kan dat zijn? Wel, hieronder het resultaat:

Neen, er is niks mis met de kleuren van de foto, en ja mijn ‘witte’ kaassaus was ‘bruin-beige-met zwarte spikkels’ kaassaus geworden. Als je dan weet dat je een week lang hetzelfde moet eten, valt dit wel een beetje tegen moet ik toegeven…

Nu, voor jullie allemaal gaan denken dat ik een hopeloos geval ben in de keuken, zou ik dit even willen nuanceren. Vrijdag zijn Elfriede en Joyce (mijn twee medestudenten, remember) komen eten en heb ik ‘chili con carne à la Irina’ gemaakt (laat dit nu toevallig één van mijn specialiteiten zijn… 😉 ) maar geloof het of niet, ze vonden het heel lekker! Hieronder wederom een foto van het resultaat:

Enfin, om deftig te kunnen koken voor mezelf (en zonder kookboek) zal ik dus nog een paar keer op kookles moeten bij mijn tantes die er wèl in slagen om heerlijk maaltijden te serveren door de week, of zal ik wat meer met papa naar Jeroen zijn ‘dagelijkse kost’ moeten te kijken…

Deel 2 ‘hydrotherapie’:

Elke woensdag van half 12 tot 2 begeven mijn stagementor en ik ons naar het zwembad voor de wekelijkse hydrotherapie (of aquatherapie of ploeteren-in-het-zwembad therapie). Dit vindt plaats in een groot, gesofisticeerd, privézwembad. Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik alles behalve een waterrat ben, dus de eerste keer dat we naar daar gingen, was dit met een zeer klein hartje. En hoewel dit een ‘privé zwembad’ is, kennen ze het concept hier blijkbaar niet van ‘privé omkleedruimtes’ en staat iedereen (mannen en vrouwen apart wel te verstaan) zich hier in één ruimte om te kleden, puur natuur! Bon, elke week hijs ik mezelf dus in dat badpak en duikerspak, zet ik mijn sexy badmuts op en begeven we ons naar het water. (Sorry, foto’s mogen hier niet getrokken worden, zoooo jammer… 😉 )
Elke week komen er twee patiënten op therapie (telkens een uur). Een mevrouw die een fobie heeft om te vallen en we moeten aanleren (in het water) wat ze moet doen als ze valt – namelijk zichzelf rechtzetten. Dit laatste lijkt misschien heel logisch maar door de fobie heeft de dame in kwestie zichzelf deze reflex ‘ontleerd’ en blijft ze dus met haar hoofd onder water muisstil liggen tot wij haar terug boven halen. Eerder werk voor een psycholoog? Inderdaad, dat denken wij er ook van, maar hier is helaas nog steeds een heel groot taboe rond, dus moet de ergo het maar fixen.

De andere patiënte is een mevrouw met een cva in het cerebellum die veel evenwichtsproblemen heeft en in het water opnieuw leert lopen (kort uitgelegd).
De sessies beginnen doorgaans met de principes van Halliwick (rotaties rond de verschillende lichaamsassen) en afhankelijk van wat de patiënt wilt, worden deze dan verder vorm gegeven.
Zeer interessant, al ben ik ook altijd wel blij als het gedaan is… al dat water, bah!

Deel 3 ‘heroïsche avonturen’:

In mijn blogbericht van vorige week stond te lezen dat ik enorm veel werk had voor stage en ik hierdoor amper tijd had om aan taken voor school te werken, laat staan dat ik wat vrije tijd voor mezelf had. Ik kreeg vele reacties dat ik dit tegen mijn stagementor moest zeggen, maar bleef toch wat twijfelen aangezien het wel stage is en hier hard gewerkt moét worden. Echter toen ik een berichtje kreeg van school dat ik dit aan mijn stagementor moest melden, dacht ik “oké, als zelfs zij het al zeggen,…” Ik had dus aan mijn stagementor gevraagd om vrijdag een kleine evaluatie te doen, zodat ik de kans kreeg dit op een diplomatische manier aan te brengen. Vrijdag moeten mijn stagementor en ik steeds beginnen werken om kwart na 8 in plaats van 9, maar er zijn dan nooit patiënten dus moet ik werken aan taken en dergelijke, hét ideale moment nu om dit als evaluatie te gebruiken. Een hele week had dit zitten knagen aan mij en donderdagnacht heb ik amper geslapen, ‘hoe in godsnaam zou ik dit op een diplomatische manier én in het Spaans kunnen uitleggen aan mijn stagementor, zonder haar het gevoel te geven dat zij iets fout heeft gedaan?’ Goed, het was vrijdagochtend, kwart na 8, eindelijk tijd. Ding dong, daar ging de bel, uit het niets, zonder dat iemand dit aan mijn stagementor had gemeld, stond er opeens tóch een patiënt voor de deur! Mijn stagementor was even in alle staten, de communicatie hier verloopt namelijk niet steeds van een leien dakje en dat frustreert haar enorm (terecht vind ik). Nu ja, daar ging mijn evaluatiemoment! De rest van de dag heb ik nog zitten piekeren ‘zou ik het straks, na het werk, zeggen, of maandag, of volgende vrijdag? Of wel of niet of misschien of… aaargh!!’ Om gek van te worden!! Toen de ratio in mij was teruggekeerd, had ik besloten om het toch ‘vandaag’ te zeggen, na het werk. Alle patiënten waren gezien en dan zei ik, dapper klein duimpje als ik ben, dat ik haar iets moest vertellen. Hèhè, eindelijk, een hele last die van mijn schouders viel! En wonder boven wonder zei ze dat ze dit volledig begreep (allez, eigenlijk is dat niet echt een wonder, want mijn stagementor ís wel gewoon super vriendelijk en meelevend, maar toch, je weet nooit hé. En Spaanse furies die in een Franse colère schieten, daar wil ik toch liever niet bij zijn, laat staan de oorzaak van zijn…). Wel zei ze dat ze het jammer vond dat we van school zo veel werk krijgen aangezien ons dit op sommige vlakken beperkt om dingen in de praktijk bij te leren. Hier kan ik haar natuurlijk geen ongelijk in geven, al weet ik ook wel dat niet alle stagementoren als haar zijn en de studenten vaak ‘gewoon maar wat moeten doen’, als je dan geen duidelijke taken van school hebt, loop je natuurlijk wel verloren.

Kortom: Ik moet dringend nog eens op vakantie gaan bij mijn tantes om te leren koken, aanvaarden dat ‘puur natuur’ ook wel oké is en vooral blijven gaan op stage (nu ja, opgeven is ook niet echt een optie vind ik, maar toch 🙂 )

Ziezo! Hopelijk heeft het gesmaakt! Tot volgende week (in een poging om een korter bericht te schrijven 😉 )