Zennnn….

Waarschuwing: Indien je niet veel tijd hebt en nog massa’s andere (nuttige) dingen te doen hebt (zoals de gemiddelde mens in deze samenleving), sla dit bericht dan over, veel inhoud heeft het niet.

Bon, vorige week zondag heb ik, voor de eerste keer sinds mijn aankomst hier, een hele dag NIKS gedaan (voor school/stage wel te verstaan). Mijn ouders zijn namelijk een weekendje naar Zaragoza gekomen aangezien mijn zus in het buitenland zit voor 6 maanden, ik hier alleen zit voor 8 weken en zij thuis samen alleen zitten voor 6 weken. En aangezien Zaragoza ietsje korter bij huis is dan Peru (en ik gewoon de tofste dochter ben 😉 ) was de keuze snel gemaakt voor een weekendje Zaragoza. Het weer was fantastisch! We hebben heel de dag dingen bezocht, buiten in de zon gezeten, lekker gegeten en vooral niks gedaan! Heerlijk! 😀

Helaas had ook deze dag maar 24 uur en was het dus weer snel maandag. Ik had reeds enkele therapieën en een assessment voorbereid die ik met mijn volgpatiënt zou kunnen doen, maar helaas was er nooit tijd of een bed vrij waardoor dit alles in het water is gevallen. Volgende week een nieuwe kans zeker… Verder heb ik veel info opgezocht rond het cerebellum, ‘vias motoras’ en artikels rond neuroplasticiteit. Dan was de week ook weer gedaan. Oja, en ik heb mijn voet geraspt aan van die roosters in het zwembad, het was precies een scene uit ‘The Gladiator’ waarin Russell Crowe, tijdens het gevecht met de tijgers, een wapen in de voet van de oude gladiator steekt en deze sterft. (oké, misschien lichtjes overdreven, maar er moet toch iéts spannends te lezen zijn… 😉 )

Goed, ik zit dus halverwege de stage en heb mezelf een ‘zenn-weekend’ gegund. Deze week was mentaal wat zwaar af en toe, eenzaamheid is een vies beestje, dit samen met een zwaar slaaptekort (sinds mijn aankomst slaap ik heel slecht  en word ik standaard om de drie uur wakker) én frustraties van mijn marginale kotbazen, hun klein 4-jarig scharminkel en al mijn buren die geen leven lijken te hebben en massa’s luid zijn tot 2-3 uur ’s nachts, maakt je soms wel gek. Ook plannen om eens weg te gaan en nieuwe mensen te leren kennen, zijn steeds wegens omstandigheden in duigen gevallen. Toen kreeg ik het advies van een sublieme, hyperintelligente medestudente om te relaxen en rust te zoeken, innerlijke rust weliswaar. Dit was inderdaad een fantastisch idee, dus heb ik dit weekend vollenbak gewerkt aan mijn taak voor filosofie met, jawel, meditatiemuziek. Net luid genoeg dat ik voor even niet het gekrijs van dat scharminkel moest horen, of het valse gezang van haar marginale ouders of de afgrijselijke muziek van de buren. Ik kon even ongestoord in mijn taak van filosofie kruipen, zat even niet te piekeren en mijzelf gek te maken, moest even niet denken aan de massa’s taken die ik nog moet maken, even helemaal zen. En nu filo deel 1 bijna af is, kan ik dit afvinken van mijn ’to-do-to-graduate-lijst’, mezelf een schouderklopje geven en volgend weekend vol goede moed aan de taak voor BOA beginnen. Halleluja, als dit allemaal goedkomt binnen de vooropgestelde termijn (september), ga ik denk ik solliciteren als nieuwe Mega Mindy, want ja, dan ben ik ook een superheldin en kan ik àlles aan!

Nu ja, zo ver zijn we nog niet, eerst zien dat we stage heelhuids doorkomen, maar met alle steun en lieve berichten van jullie (en de opkikkertjes van mama) zal dat wel lukken.

Voilà, zoals beloofd, een minder lang bericht dan de vorige keer, helaas ook met niet zoveel inhoud, maar het kan niet elke week avontuur en sensatie zijn hé… 😉

Op naar de volgende vier!

Dagelijkse kost

Receptinhoud: Een volledig blogbericht gewijd aan mijn kookkunsten, hydrotherapie en heroïsche avonturen.

Bereidingstijd: 1 uur
Smultijd: 15 minuutjes

Benodigdheden:

-10 blinde typvingers
-1 pc
-2 streepjes internet
-een hersenpan vol vreemde kronkels
-een snuifje humor als versiering

Werkwijze:

Deel 1 ‘mijn kookkunsten’:

Maandag is ‘shopping day’, dan ga ik, na het werk, naar de supermarkt om inkopen te doen voor de hele week. Maandag is ook kookdag, dan maak ik eten voor de hele week. Een héle week?! Jep! Het is namelijk altijd zodanig veel dat ik hier van maandag tot vrijdag van kan genieten (enfin, vrijdag steekt het doorgaans wel wat tegen, maarja, eten is eten hé). Ik heb ook al wel suggesties gekregen van mensen om het wat anders aan te pakken zodat ik wat meer variatie heb. Kleinere porties maken was een optie, ja zeg, dan moet ik 2 keer per week koken, enig idee hoeveel tijd ik daarmee verlies?! Een andere optie was (danku Zoë!) om een Spaanse prins te zoeken met wie ik mijn eten kon delen, zot! Delen? Daar doe ‘k ik ni aan mee ze!! 😉 Neenee, dit heb ik even overwogen maar toen kwam ik tot het besef dat hier helemaal geen tafel (taffel voor mijn chirovriendjes) is om met twee aan te zitten, dat plan heb ik dan ook maar laten varen. Kortom, het blijft dus één gerecht per week.

Deze week is dit helaas een klein beetje mis gelopen. Ik stond in de winkel, zag een bloemkool en dacht “mwaaah! Lekker!! Deze week wordt bloemkoolweek!” Als vleesje had ik iets zwarte worst-achtig-ding-met-noten-in gevonden (ik had dit in het weekend op een tapas gekregen en dat was super lekker) “meenemen die handel”. En wat past er nu beter bij bloemkool met worst dan een heerlijke witte kaassaus? En kaassaus, hoe moeilijk kan dat zijn? Wel, hieronder het resultaat:

Neen, er is niks mis met de kleuren van de foto, en ja mijn ‘witte’ kaassaus was ‘bruin-beige-met zwarte spikkels’ kaassaus geworden. Als je dan weet dat je een week lang hetzelfde moet eten, valt dit wel een beetje tegen moet ik toegeven…

Nu, voor jullie allemaal gaan denken dat ik een hopeloos geval ben in de keuken, zou ik dit even willen nuanceren. Vrijdag zijn Elfriede en Joyce (mijn twee medestudenten, remember) komen eten en heb ik ‘chili con carne à la Irina’ gemaakt (laat dit nu toevallig één van mijn specialiteiten zijn… 😉 ) maar geloof het of niet, ze vonden het heel lekker! Hieronder wederom een foto van het resultaat:

Enfin, om deftig te kunnen koken voor mezelf (en zonder kookboek) zal ik dus nog een paar keer op kookles moeten bij mijn tantes die er wèl in slagen om heerlijk maaltijden te serveren door de week, of zal ik wat meer met papa naar Jeroen zijn ‘dagelijkse kost’ moeten te kijken…

Deel 2 ‘hydrotherapie’:

Elke woensdag van half 12 tot 2 begeven mijn stagementor en ik ons naar het zwembad voor de wekelijkse hydrotherapie (of aquatherapie of ploeteren-in-het-zwembad therapie). Dit vindt plaats in een groot, gesofisticeerd, privézwembad. Mensen die mij een beetje kennen, weten dat ik alles behalve een waterrat ben, dus de eerste keer dat we naar daar gingen, was dit met een zeer klein hartje. En hoewel dit een ‘privé zwembad’ is, kennen ze het concept hier blijkbaar niet van ‘privé omkleedruimtes’ en staat iedereen (mannen en vrouwen apart wel te verstaan) zich hier in één ruimte om te kleden, puur natuur! Bon, elke week hijs ik mezelf dus in dat badpak en duikerspak, zet ik mijn sexy badmuts op en begeven we ons naar het water. (Sorry, foto’s mogen hier niet getrokken worden, zoooo jammer… 😉 )
Elke week komen er twee patiënten op therapie (telkens een uur). Een mevrouw die een fobie heeft om te vallen en we moeten aanleren (in het water) wat ze moet doen als ze valt – namelijk zichzelf rechtzetten. Dit laatste lijkt misschien heel logisch maar door de fobie heeft de dame in kwestie zichzelf deze reflex ‘ontleerd’ en blijft ze dus met haar hoofd onder water muisstil liggen tot wij haar terug boven halen. Eerder werk voor een psycholoog? Inderdaad, dat denken wij er ook van, maar hier is helaas nog steeds een heel groot taboe rond, dus moet de ergo het maar fixen.

De andere patiënte is een mevrouw met een cva in het cerebellum die veel evenwichtsproblemen heeft en in het water opnieuw leert lopen (kort uitgelegd).
De sessies beginnen doorgaans met de principes van Halliwick (rotaties rond de verschillende lichaamsassen) en afhankelijk van wat de patiënt wilt, worden deze dan verder vorm gegeven.
Zeer interessant, al ben ik ook altijd wel blij als het gedaan is… al dat water, bah!

Deel 3 ‘heroïsche avonturen’:

In mijn blogbericht van vorige week stond te lezen dat ik enorm veel werk had voor stage en ik hierdoor amper tijd had om aan taken voor school te werken, laat staan dat ik wat vrije tijd voor mezelf had. Ik kreeg vele reacties dat ik dit tegen mijn stagementor moest zeggen, maar bleef toch wat twijfelen aangezien het wel stage is en hier hard gewerkt moét worden. Echter toen ik een berichtje kreeg van school dat ik dit aan mijn stagementor moest melden, dacht ik “oké, als zelfs zij het al zeggen,…” Ik had dus aan mijn stagementor gevraagd om vrijdag een kleine evaluatie te doen, zodat ik de kans kreeg dit op een diplomatische manier aan te brengen. Vrijdag moeten mijn stagementor en ik steeds beginnen werken om kwart na 8 in plaats van 9, maar er zijn dan nooit patiënten dus moet ik werken aan taken en dergelijke, hét ideale moment nu om dit als evaluatie te gebruiken. Een hele week had dit zitten knagen aan mij en donderdagnacht heb ik amper geslapen, ‘hoe in godsnaam zou ik dit op een diplomatische manier én in het Spaans kunnen uitleggen aan mijn stagementor, zonder haar het gevoel te geven dat zij iets fout heeft gedaan?’ Goed, het was vrijdagochtend, kwart na 8, eindelijk tijd. Ding dong, daar ging de bel, uit het niets, zonder dat iemand dit aan mijn stagementor had gemeld, stond er opeens tóch een patiënt voor de deur! Mijn stagementor was even in alle staten, de communicatie hier verloopt namelijk niet steeds van een leien dakje en dat frustreert haar enorm (terecht vind ik). Nu ja, daar ging mijn evaluatiemoment! De rest van de dag heb ik nog zitten piekeren ‘zou ik het straks, na het werk, zeggen, of maandag, of volgende vrijdag? Of wel of niet of misschien of… aaargh!!’ Om gek van te worden!! Toen de ratio in mij was teruggekeerd, had ik besloten om het toch ‘vandaag’ te zeggen, na het werk. Alle patiënten waren gezien en dan zei ik, dapper klein duimpje als ik ben, dat ik haar iets moest vertellen. Hèhè, eindelijk, een hele last die van mijn schouders viel! En wonder boven wonder zei ze dat ze dit volledig begreep (allez, eigenlijk is dat niet echt een wonder, want mijn stagementor ís wel gewoon super vriendelijk en meelevend, maar toch, je weet nooit hé. En Spaanse furies die in een Franse colère schieten, daar wil ik toch liever niet bij zijn, laat staan de oorzaak van zijn…). Wel zei ze dat ze het jammer vond dat we van school zo veel werk krijgen aangezien ons dit op sommige vlakken beperkt om dingen in de praktijk bij te leren. Hier kan ik haar natuurlijk geen ongelijk in geven, al weet ik ook wel dat niet alle stagementoren als haar zijn en de studenten vaak ‘gewoon maar wat moeten doen’, als je dan geen duidelijke taken van school hebt, loop je natuurlijk wel verloren.

Kortom: Ik moet dringend nog eens op vakantie gaan bij mijn tantes om te leren koken, aanvaarden dat ‘puur natuur’ ook wel oké is en vooral blijven gaan op stage (nu ja, opgeven is ook niet echt een optie vind ik, maar toch 🙂 )

Ziezo! Hopelijk heeft het gesmaakt! Tot volgende week (in een poging om een korter bericht te schrijven 😉 )

‘Waarke Waarke Waarke…’

Erasmus life is about meeting new people, visiting beautiful places and… party! Right? Haha! NOT!!!

Ik ben hier nu twee weken. De enige nieuwe mensen die ik leer kennen zijn de patiënten op het werk. Oja, en met mijn Roemeense buurman heb ik vorige week ook een conversatie van toch wel de volle vijf minuten gevoerd omdat we toevallig beiden in de keuken stonden aangezien het internet niet werkte op de kamer. Uitstappen? 0,0! (op die ene zondagnamiddag na toen de stage nog niet was begonnen en ik naar de plaza del Pilar ben geweest – zie vorige blogbericht). Party? Zot! Ik heb nog niet de tijd om deftig Fish sticks te bakken, zet het vuur op het hardste ‘omdat het zo wel het snelste klaar zal zijn’ en moet verdorie zwartgeblakerde vishompen eten! (oké, dat laatste ligt misschien ook wel een beetje aan mijn kookkunsten en intellectueel niveau…). Hoe dan ook werk ik elke avond tot 23u en ben ik pomp af, laat staan dat ik dan nog in fysieke/mentale staat ben om ’t stad in te gaan voor één of andere party… (ohja, weekends verlopen identiek).

En het toppunt van al is dat ik nog niets eens ben kunnen beginnen aan stagerapportering! Neen, alles wat ik tot nu toe van werk heb gedaan, zijn taken die ik op de stage krijg, allemaal opzoekingswerk, analytische verklaringen,… En dit is zó interessant! Echt waar, geen mop of sarcastische opmerking, ik leer hier super veel door bij en begin mij soms zelf een mini beetje slim te voelen als ik effectief iets lijk te weten als mijn stagementor mij een vraag stelt.

Ik zit dus momenteel gewrongen in een ware tweestrijd tussen enerzijds een echte slimme ergo worden die weet wat ze doet maar anderzijds al twee weken achter zitten op het schema dat ik voor mezelf had opgesteld (ja, ik weet het, ‘achter zitten op schema en het is niet eens blok’ #streverforlife 😉 ) met alle taken die we van school moeten maken én het stagerapport waarvan deel 1 intussen al volledig af zou moeten zijn maar bij mij nog steeds blanco staat te wachten, hopend op een eerste getypte letter.

Aangezien Hajra Usman ooit zei: “Balance is the key to life” heb ik besloten om hiervan mijn doel te maken voor deze week, evenwicht vinden. Een goed evenwicht tussen werken voor de stageplaats en werken voor wat ze in België van mij verwachten, maar ook tussen werken en vrije tijd.

Hopelijk ga ik zo mijn achterstand wat kunnen bijwerken en misschien wel tijd hebben om ook eens iets te bezoeken in Zaragoza en iets fijn te doen zodat mijn enige wekelijkse ‘insentive moment’ niet meer is ‘naar de winkel gaan voor boodschappen’. Dan ga ik misschien ook écht iets kunnen vertellen aan mijn amigos in België die vragen welke avonturen ik hier allemaal beleef en wat ik al allemaal gedaan heb én zal er misschien écht iets zinnigs te lezen zijn op mijn blog… 😉

Bon, veel gezaag dus, maar wat doé ik hier nu eigenlijk op stage? (vragen sommigen zich misschien wel af) Wel, om eerlijk te zijn, tot nu toe, niet veel. Ik moet de hele tijd dingen opzoeken in boeken en patiëntendossiers lezen, een beetje zoals een spons eigenlijk, informatie opslorpen. Soms mag ik mee helpen met een oefening zoals ballen gooien die de patiënt dan moet vangen of mee neurodynamica doen (hiervoor heb je namelijk vier armen nodig en mijn stagementor heeft er maar twee…). Deze week heb ik ook al wel wat mogen voelen aan armen (dit klinkt raar nu ik het zo lees, achja, schriftelijke vrijheid, remember? 😉 ) om het verschil te voelen tussen een hypertone arm, hypotone arm, arm met sensibiliteitsstoornis, musculaire spasticiteit en neurologische spasticiteit. Dit vond ik wel echt fantastisch! Ook heb ik de principes van kinesiotape geleerd (‘onmisbaar voor een ergo’ werd mij hier verteld, ‘helaas nog nooit van gehoord’ moest ik antwoorden), ik heb een bloeddruk leren meten met stethoscoop (ook dat kon ik niet, hier waren ze enorm verbaasd om aangezien dit toch de basis van de opleiding is, toch? – euhm…ik zat in élke les en nee, nooit gezien!). Ik leer veel over de Bobath principes, sensorische integratie, aquatherapie (over deze laatste zal ik volgende week een epistel schrijven). Ik moet spieren kunnen aanduiden en benoemen bij patiënten, de antagonisten hiervan kunnen geven zodat we weten waar de oorzaak van de spierpijn zit. Dit hebben ze mij zelfs op een stage in Pellenberg (ook fysieke revalidatie en echt de hel!) nooit gevraagd…
Conclusie: Ik leer hier enorm veel bij, het is super interessant en echt heel fijn om te doen (als ik dus iets mag doen hé). Enige nadeel: ik krijg bakken huiswerk mee waar ik mee bezig ben vanaf ik thuis kom tot ik ga slapen en heel het weekend lang. Hier moet ik dus nog iets op zien te vinden, anders zou dit wel eens fout kunnen aflopen vrees ik, een leeg stagerapport indienen, gaan ze in België denk ik niet zo fijn vinden… (alhoewel, minder verbeterwerk… ik corrigeer mijzelf: ‘een leeg stagerapport indienen, gaat mij niet zoveel punten opleveren…’)

Voilà, genoeg gezaagd, hier hou ik het bij voor deze week, ik moet nog wat opzoeken rond schrijfvoorwaarden tegen morgen…

Veel plezier nog ginds, geniet van het beter wordende weer en tot snel!

een lichtelijk gefrustreerde ikke 🙂

 

Sfeerfoto’s

De werkplaats van de kiné en ergo

Fify, de therapiehond 🙂
Therapiemateriaal voor kiné en ergo

Materiaalkast voor kiné en ergo met oa bloeddrukmeter, saturatiemeter, massa’s handdoeken, massageolie,…

Een hoge lat

Amai! Zojuist een zeer euforisch momentje gehad waaaant… ik kan weer sms’en sturen!! Oh ja, mijn baksteen gsm heeft beslist om zich eens van zijn beste kant te laten zien en dat, in combinatie met mijn onwaarschijnlijk intelligente brein (kuch, kuch – danku google!), kan ik weer iedereen op elk moment lastig vallen, hoera!! Bon, nu over naar mijn échte blogbericht…

Hier zit ik dan, week één overleefd, in het Molenbeek van Zaragoza. Want ja, zelfs ministeden als Zaragoza hebben ‘hun Molenbeek’. Uiteraard is dit voor eigen interpretatie vatbaar, laat me dus even duidelijk stellen dat ik refereer naar de multiculturaliteit en kleurrijke kleine straatjes. Al heb ik het advies van de ‘locals’ gekregen om ’s nachts toch eerder weg te blijven uit die kleine straatjes…

Verder begin ik mijn draai hier wel te vinden: opstaan om half 8 of half 9 (afhankelijk van hoelaat ik begin te werken), mijn ontbijt naar binnen schrokken omdat ik toch maar weer 5 minuten te lang ben blijven liggen – o ja, die 5 minuten doen echt héél veel! Te voet naar het werk en beginnen aan de eerste patiënt om kwart na 8 of 9. Rond half 3 zit de werkdag erop en kan ik (eindelijk!) middageten. Vanaf dan is het huiswerk, huiswerk, huiswerk tot ik om 23u in mijn veel te kleine bedje kruip. Gelukkig is het een tweepersoonsbed dus als ik mijn schuin leg, pas ik er net in – Ecuador all the way! 😉

Zoals in mijn vorige blogbericht gezegd, was het vorige zondag feestdag ‘San Valero’, er was gezegd dat dit zou doorgaan op de Plaza del Pilar, al vond ik dat dit er zeer verlaten uitzag. Je kon wel gratis een bezoek brengen aan het stadhuis (met rondleiding) waar natuurlijk alles pracht en praal was en de monarchie Spanje geprezen werd, dit strookt jammer genoeg helemaal niet met wat ik daarna hoorde van de patiënten en therapeuten op het werk die zeggen zwaar te lijden onder de crisis.

Het (privé)centrum waar ik stageloop is een plaats waar mensen naartoe komen voor revalidatie. Er werken kinesitherapeuten, ergotherapeuten en logopedisten. De patiënten hebben een arsenaal aan pathologieën, gaande van CVA’s tot traumata tot mensen met valangst. Een therapie duurt één uur en verloopt bij mijn stagementor meestal volgens dezelfde routine. Starten met ‘la estructura de los musculos’ (de structuur van de spieren) – lees ‘masseren’ of toch iets wat er enorm hard op lijkt. Vervolgens functie-of vaardigheidstraining, afhankelijk van de nood van de patiënt en eindigen met het geven van huiswerk aan de patiënt, wetende dat hij dit toch niet gaat doen. De patiënt bepaalt ook volledig zelf wat hij in de therapie wilt doen, bij aanvang vraagt de therapeut naar zijn doelen en indien hij niets weet, wordt er niets concreet gedaan. Door de patiënt volledig zelf doelen te laten opstellen, krijg je dus wel ‘vreemde’ therapieën zoals ‘met de hond (Fifi) gaan wandelen’ of ‘leren vallen’. Uiteraard leren ook wij in België om client-centered te werken, maar zo in het extreme levert dus wel speciale resultaten op. Verder hebben ze hier een heel analytische en biomedische blik, ze verklaren alles vanuit een neurologisch perspectief en dit is voor mij toch wel een enorme aanpassing – lees moeilijkheid. Deze week had ik bijvoorbeeld onder andere de opdracht gekregen om uit te zoeken wat een mens allemaal nodig heeft om met een schroevendraaier te werken. Dit houdt in: welke bewegingen + welke spieren heb je per beweging nodig, welke cognitieve processen moet je doorlopen en in welke delen van de hersenen speelt dit alles zich af, niet te vergeten dat dit een bimanuele activiteit is, er verschillende soorten schroevendraaiers bestaan en je in verschillende richtingen moet kunnen werken, dit alles heeft een impact op de handeling en moet dus in kaart gebracht worden, suggesties zijn altijd welkom!

Hier ga ik het voorlopig bij laten, ik moet namelijk nog iets hebben om de komende weken op mijn blog te zetten hé! Bedankt wel allemaal voor de vele lieve berichtjes na mijn vorige bericht (al lag de lat hierdoor wel heel hoog voor dit…), ik voel me intussen ook weer helemaal de oude, met een lichte snotvalling, maar aangezien ze deze week tot 16° geven, zal de snotproductie wel snel stoppen.

Tot snel!