Indien jullie me zouden vragen; ‘Waarom wil je graag op buitenlandse stage?’, zou ik jullie kunnen vertellen dat ik daar al jaren van droom, dat ik naar Brussel kwam studeren om beter te leren omgaan met andere culturen en dat ik ernaar verlang om in de toekomst in het buitenland te werken en zeker in sub-saharisch Afrika. Vervolgens zouden jullie me kunnen vragen; ‘Waarom Afrika en geen ander continent of land?’. Dan zou ik jullie antwoorden dat ik eerder in mijn leven al veel gereisd heb, dit dankzij mijn grootouders. We gingen van Syrië tot Mexico, van Zuid-Afrika tot in Tanzania en nog veel meer. Toen we in de zomer van 2014 op reis waren in Tanzania, ging er een heel warm gevoel door me heen, ik had me in heel mijn leven nog nooit zo ‘thuis’ gevoeld. Het warme licht, de glimlachende mensen, de innerlijke kracht van mensen, de typische Afrikaanse huizen en wegen, de spontaniteit,… Het lijkt nu misschien dat ik het erg ‘sprookjesachtig’ zie en alleen het goede zie. Niets is minder waar, ik besef heel goed dat het bijlange niet allemaal goed gaat in Afrika, dat er nog vele verschrikkelijke, onmenselijke, onrespectvolle dingen gebeuren en dat ik hier heel machteloos tegenover sta. Ik besef ook heel goed dat ik hier niks aan zal kunnen veranderen met daar een drietal maand op stage te gaan. Wat denk ik dan wel te bereiken op buitenlandse stage in Afrika? Ik wil heel graag bijleren op alle denkbare vlakken; sociaal, cultureel, persoonlijk, over de gezondheidszorg, traditionele gezondheidszorg, de taal,… Het is niet mijn bedoeling om naar daar te gaan en te zeggen dat men het daar zo moet doen zoals ik het leer in het westen, het is echt mijn bedoeling om van hen te leren en door vreedzaam te discussiëren eventueel tot een vermenging van ideeën te komen. Daarvoor moet ik natuurlijk openstaan voor andere ideeën, mogelijkheden, meningen,… Kortom het ‘andere’. Het ‘andere’ kom ik zeker al veel tegen in mijn leven in Brussel en ik begin tussen alle verschillen alsmaar meer de gelijkenissen te zien en de schoonheid te zien van het ‘andere’. Dit maakt het heel interessant om te blijven zoeken en contact te houden met het ‘andere’. Ik hoop dan ook dat ik in Tanzania veel van het ‘andere’ zal tegenkomen, veel zal bijleren over een voor mij een nieuwe cultuur, nieuwe mensen, nieuwe gezondheidssystemen, nieuwe ideeën over gezondheid,… Ik kijk er alleszins heel hard naar uit om het ‘andere’ te leren kennen, te discussiëren en tot vermengingen te komen. Het is werkelijk een droom!