ENDULEN HOSPITAL – WAT KENNISSEN

Eerst en vooral, wat je moet weten is dat heel veel mensen die in het ziekenhuis werken ook bij het ziekenhuis wonen, net zoals ik. We wonen en werken allemaal op dezelfde oppervlakte. De nonnen, de dokter, de verpleegkundigen, de keukenverantwoordelijken, de vrijwilligers, de toeristen, de patiënten wonen allemaal op dezelfde oppervlakte middenin de wildernis met af en toe voorbij wandelende koeien of bavianen. Best wel raar dat privé en werk hier nauwelijks gescheiden is. Maar toch heb ik niet veel contact met de mensen buiten als we werken.

Ik heb hier al aangename mensen leren kennen… Sommigen zijn ook wat geslotener, maar ik geef iedere ochtend een glimlach en krijg er altijd een terug; zalig toch!

Eerst en vooral stel ik jullie voor aan de dokter (voor het moment ook de enige dokter in het ziekenhuis); een intelligente man, met veel gedachtengangen die niet altijd makkelijk af te lezen van zijn gezicht. Ondanks dat hij wel heel veel verschillende gezichtsuitdrukkingen vertoont. Sommige dagen kunnen er heel wat glimlachen op zijn gezicht verschijnen en andere dagen lijkt hij helemaal verzonken te zijn in gedachten. Een bizarre jongeman, die me wel al veel leerde en die me de vrijheid geeft om vragen te stellen.

IMG-20160315-WA0010

Vervolgens stel ik jullie graag voor aan Joel, een heel aardige jongeman die in het laboratorium werkt. Hij was eigenlijk de eerste persoon van het ziekenhuis die me hier wat thuis liet voelen. Hij is heel intelligent en wil graag verder studeren rond microbiologie. Joel leert ons veel over de bloedwaarden, bacteriën, virussen, parasieten zoals malaria, salmonella,… Hij doet me er altijd aan denken om handschoenen aan te doen, want soms vergeet ik dit wel eens, want ik ben in alle geruststelling dat er niks fout zal gaan… Maar niet dus, beter mezelf beschermen en eventueel ongelukken voorkomen. Hij heeft zeker gelijk, ik ben soms gewoon een warhoofd. Maar niet alleen de kennis die hij doorgeeft, ook de grappige en interessante gesprekken zijn o zo leuk om mee te maken. Op dit moment is hij voor het weekend naar Arusha om even uit de geïsoleerde ruimte te zijn van het ziekenhuis; en ik mis het best wel om gewoon af en toe eens een praatje te doen met hem hier.

IMG_4602

Mepu; oh Mepu, een 24-jaar oude Maasai. Hij is in contact met de organisatie waarmee ik hier ben, en houdt me hier veilig. Het kan hier namelijk soms wel gevaarlijk worden met leeuwen, olifanten , bavianen,… in de buurt. Ik was van plan om ’s ochtends te gaan lopen in open natuur, leek me namelijk heel fijn, maar dan hielp hij me eraan herinneren dat ik wel eens wilde beesten op mijn pad zou kunnen tegenkomen… Haha! Hij gidst me ook wat rond, toont me leuke dingen (zoals de Masaai markt midden in Ngorongoro) en hij nodigde me ook uit om zijn familie te leren kennen. We komen goed overeen en lachen veel. Best raar soms om te bedenken dat iemand van zo’n andere cultuur, met een nogal ‘vrouwonvriendelijke’ (als ik het zo straf mag zeggen) achtergrond, toch zoveel respect en vriendschap kan vertonen naar me. Heel fijn om hem te leren kennen!

Andere mensen hier, zijn een heel trotse portier in uniform, een lacherige kuisvrouw, een vriendelijke non, een geïnteresseerde verpleegkundige, de kinderen (oh de kinderen, ze geven me zoveel liefde!)… hmmm ze doen me allemaal glimlachen.

Maar de persoon waaraan ik het meest heb, met wie ik hier het meest ben, waarmee ik samen mijn was doe, met wie ik geniet van de omgeving, vele wandelingen doe en vele gesprekken mee voer is dé Nederlander. Adriaan, een student arts uit Nederland, of zoals hij zichzelf vandaag al lacherig noemde; ‘de half-god van het ziekenhuis’.

IMG_5593

Hij leert me veel, zowel medisch, maar ook persoonlijk. Op een of andere manier halen we vele goede dingen uit elkaar in het werkveld; we kunnen goed samenwerken. Het is wel grappig om te beseffen dat ik echt de verpleegkundige rol op me neem en hij meer echt de dokterrol. Ik assisteer hem veel, ik geef soms tips of ik stel soms iets in vraag en ik hou vooral de patiënt in de gaten. Hij kijkt naar de wonde bijvoorbeeld en is heel geconcentreerd bezig, kijkt ook naar de patiënt, maar anders dan een verpleegkundige. Hij is ook een ‘weetjes-persoon’ zoals vele dokters, terwijl ik eerder situaties of gesprekken onthoud. Ik durf veel vragen te stellen, we overleggen behandelingen van patiënten, we denken samen na over hoe we dingen beter kunnen doen, of we eventueel een outreach kunnen oprichten… Ik denk dat we echt veel leren van elkaar en dat vind ik fantastisch!

Maar ik heb niet alleen binnen het ‘werk’ veel aan hem, maar ook gewoon zijn aanwezigheid hier is heel aangenaam. Ik denk namelijk dat ik hier heel eenzaam zou zijn moest ik hier als enige vrijwilliger zitten. We geven elkaar de ruimte om ook op ons eentje dingen te doen, we kunnen gewoon soms uren bij elkaar zitten zonder iets te zeggen, beiden bezig met ons eigen ding en dan weer uren in gesprek gaan. Wat doe ik dat graag, over de gekste tot de hele serieuze dingen praten! Ook gaan we soms samen iets gaan drinken in het dorpje Endulen, of maken we soms een wandeling. Altijd leuk! Ik ben heel blij dat hij hier ook is en dat ik hem heb leren kennen; misschien kan ik zelfs zeggen dat ik een vriend rijker ben!

(Voor als je dit leest Adriaan, dankjewel voor alle mooie momenten die je me gaf, en die je me waarschijnlijk nog zal geven!)

ENDULEN HOSPITAL: VERPLEEGKUNDIG

In tegenstelling tot het ziekenhuis in Arusha, Ngarenaro health center, zijn er hier in het Endulen hospital veel verpleegkundige handelingen te doen. Veel te leren dus! Het gaat van moeilijke wondzorg tot het simpele wegen van een baby.

WONDZORG

20160311_120014Elke dag kan ik aan wondzorg doen, heel interessant! Wat me opvalt is dat er heel veel patiënten zijn met brandwonden en vooral kindjes… Vaak vraag ik wat er gebeurd is en dan antwoorden ze me: ‘burnt’. Ja; daar word ik natuurlijk niet wijzer van. Ondertussen ben ik te weten gekomen dat het vaak komt door heet water. Toch vind ik het aantal kindjes met serieuze brandwonden wat verontrustend… Het rare is dat ik op school leerde dat het geven van veel vocht bij brandwondenpatiënten het eerste is wat je doet. Hier liggen de brandwondenpatiënten niet eens aan een infuus… Adriaan (dé Nederlander) en ik proberen te weten te komen hoe dit komt… Het antwoord tot nu toe is dat de patiënten veel te drinken krijgen en dat een infuus dus niet nodig is. Veel om over na te denken.

Voor wondzorg zijn er enkele steriele pakketen aanwezig, maar minder dan 1 pakket per patiënt die verzorgd moet worden. Meestal worden alle zorgen met 1 of 2 pakketten gedaan… Steriliteit is dan ook soms ver te zoeken.
Nog iets om over na te denken zijn de producten die ze hier gebruiken voor de wondzorg. Ze gebruiken voor ongeveer elke wonde dezelfde producten; namelijk een antisepticum (1) waarvan ik de consistentie niet weet, maar waarvan ik wel zie dat het op open wonden gedaan wordt en dat de patiënten dit echt niet aangenaam vinden. Vervolgens ook een infuusfles met NaCl dat ze enkele dagen gebruiken om de wonden van verschillende patiënten te reinigen. Ze gebruiken de fles tot het op is. En dan gebruiken ze ook nog een zalf die ze op alle oppervlakkige en soms diepe wonden smeren, maar die eigenlijk bedoeld is tegen brandwonden.
Nu lijkt het of ik alles niet goed vind; dit wil ik niet zo naar jullie overbrengen. Maar ik stel me soms vragen, een kritische blik kan geen kwaad denk ik. Ze doen hier zeker ook heel veel goede handelingen! Het hangt er natuurlijk ook van af welke verpleegkundige de handeling doet, maar dat is ook zo in België.
Het toffe vind ik dat ik me vrij voel om dingen in vraag te stellen tegenover de dokter en andere verpleegkundigen, toch op z’n minst al meer dan vroeger. Dit is iets wat ik alsmaar meer leer te doen; en ik ben hier heel blij om! Zo leer ik veel meer bij.

Ik sprak nu vooral over brandwonden maar ik heb ook al andere wonden verzorgd zoals wonden aan de voeten, wonden door de messen die de Maasai ronddragen, een veneuze insufficiëntie wonde op het been, operatiewonden na een keizersnede, een abces rond het kniegewricht,… Allemaal heel interessant!

ANDERE

Andere verpleegkundige taken zijn er natuurlijk ook… Er worden vaccinaties gegeven, de mensen (vooral de kinderen) worden gewogen, er wordt bloed genomen bij het laboratorium, er wordt meegelopen met de dokter op ronde, de pillen (VEEEEEEL antibiotica) worden uitgedeeld en infusen worden geprikt. Wat je hier bijvoorbeeld niet ziet is dat de verpleegkundigen de patiënten wassen, terwijl dit in België een grote tijdsrovende verpleegkundige taak is, maar ook het moment is dat je je patiënt kan observeren en beter kan leren kennen. Ik dacht nooit dat ik het ging zeggen, maar soms mis ik dit moment wel dat je een patiënt zo goed kan leren kennen tijdens het ochtendtoilet. Het is hier veel moeilijker om echt een band te krijgen met de patiënten, misschien ook door de taalbarrière, maar toch… Maar de kinderen geven me heel veel voldoening! Ik zit al met een glimlach op mijn gezicht terwijl ik deze zin schrijf… heerlijk!

OUTREACH

IMG_5504Vervolgens zijn er ook nog de outreaches… Bijna iedere dag van de week, niet in het weekend, gaan er een aantal verpleegkundigen met een range rover naar een Maasai dorpje hier in Ngorongoro. Daar delen ze dan medicatie uit, worden er vaccinaties gegeven, worden eventueel zieken onderzocht en geholpen, worden de kinderen opgevolgd en gewogen. Er wordt ook aan minimale educatie gedaan; bijvoorbeeld als een maand oude baby nog steeds 2,5 kg weegt, wordt er gezegd dat ze meer moeten eten en dat als het niet beter wordt binnen enkele dagen dat ze naar het ziekenhuis moeten komen. Ook is het volgens traditie nodig dat de vrouw met het kind de eerste 2 maand binnenblijft, maar ze raden de mama’s aan om toch naar buiten te komen, ook voor de vaccinaties…
Ik vind het heel mooi dat dit project bestaat, zo wordt de ‘rural area’ toch van minimale medische hulpverlening voorzien en worden de baby’s ook geregistreerd (dit is namelijk een probleem in Tanzania). Registratie zorgt voor meer informatie en vervolgens beter gerichte mogelijkheden en zorgverlening.
Ik denk dat de outreaches ook helpen om meer mensen naar het ziekenhuis te krijgen, om meer vertrouwen te krijgen in het ziekenhuis. Misschien is dit een heel westers gedachte van me, maar ik denk dat het belangrijk is dat mensen ‘willen’ komen naar het ziekenhuis als ze ziek zijn of als ze zich niet goed voelen en niet enkel rekenen op traditionele geneeskunde. Dat ze met andere woorden ook vertrouwen krijgen in iets buiten hun traditie. Ik wil hier niet mee zeggen dat ze hun traditionele geneeskunde moeten vergeten, neen, maar ik denk wel dat je een mengeling van beiden kan proberen zoeken…
Vrijdag gingen Adriaan (dé Nederlander) en ik mee met de outreach; we gingen naar een Maasai dorp ergens in Ngorongoro. Het spectaculaire hierbij is dat je op de weg er naartoe zoveel verschillende natuurtaferelen ziet, je gaat van een droge vlakte naar een zeer groene plaats met veel bomen en de dieren veranderen dan ook. Het gaat allemaal heel snel in elkaar over. We zagen wilde beesten, zebra’s, impala’s, giraffen, … Het leek wel of we op safari waren! Heel mooi om te zien; Adriaan en ik zaten beiden met een zalige glimlach op ons gezicht te genieten van de prachtige zichten vanuit een stoffige maar gezellige range rover. Zo zou ik later ook wel willen werken! Met een kleine groep naar ergens gaan, zorg verlenen, nieuwe natuur en wereldpracht zien…. HMMM Zalig!

 

Een hele boterham… Ik hoop dat jullie het wat interessant vinden, ik leer alleszins elke dag heel veel bij, wat me natuurlijk heel veel voldoening geeft! En een glimlach of een reactie van patiënten geeft me een heel warm gevoel vanbinnen … En hele dagen kan ik genieten van prachtige natuur. Wat heb ik nog meer nodig?

NGORONGORO: ENDULEN HOSPITAL

Het ziekenhuis… Een ziekenhuis vooral opgericht voor de Masaai-stam dat voor een deel leeft in Ngorongoro. Helemaal anders dan ik had verwacht! Ik dacht dat het een heel klein ziekenhuis zou zijn, met ongeveer niets van materiaal of geneesmiddelen; niets is minder waar. Het ziekenhuis in Arusha had veel minder, en was veel primitiever dan dit ziekenhuis. Raar als je bedenkt dat het ziekenhuis waar ik stond zich in de stad begeeft en het ziekenhuis nu in the middle of nowhere is (niet echt ‘nowhere’, maar eerder in the middle of magnificent nature). Maar ja, het ziekenhuis in Arusha was dan ook heel klein en eerder een kliniek; misschien niet te vergelijken met ziekenhuis.
Ondanks dat het echt al een mooi ziekenhuis is, is het ziekenhuis naar westerse normen nog wat primitief, maar het is hier echt heel goed georganiseerd en heel netjes, elke dag wordt er heel heftig gekuist.

 

Het ziekenhuis bestaat uit de afdelingen; algemene (gescheiden man/vrouw), pediatrie, tbc (gescheiden man/vrouw), intensieve zorgen, VIP, materniteit, out-patient, operatiekamer (kleine en grote zaal), wondzorg ruimte, x-ray, laboratorium en outreach afdeling.

Best wel nog veel. Je moet er natuurlijk wel rekening mee houden dat alles heel anders is dan bij ons…

Bij de X-ray bijvoorbeeld, wordt er nog gebruik gemaakt van het handmatig ontwikkelen van de foto’s in een donkere kamer. Een toffe anekdote hierrond; Dé Nederlander, Adriaan, vroeg op een dag aan de arts hier: “Hoe snel gaan de X-ray foto’s?” en de arts antwoordde “Die zijn er direct”. Best wel grappig als je ziet dat het verschillende uren duurt om een foto te ontwikkelen. Misschien moeten we hier ‘direct’ opvatten met een Afrikaans korreltje zout…

Ook intensieve zorgen moet je even in een Afrikaanse setting zien; het is een kamer met drie bedden waar de patiënten extra dicht bij de verpleegpost zijn, en die vaker gemonitord worden. Er is zelfs geen reanimatietoestel/defibrillator aanwezig. Het is geen afdeling met comapatiënten ofzo; met andere woorden een heel ander soort ‘intensieve zorgen’ dan in België.

Het laboratorium is al redelijk ‘technologisch’; er zijn twee microscopen, een machientje om de hemoglobine in het bloed te meten, een toestel om de waarden te berekenen ivm HIV. Maar er zijn ook enkele machines die niet werken en waar ook heel weinig aan gedaan wordt; er wordt namelijk gewoon een sticker op geplakt ‘not working’/’out of use’. Maar ik heb wel al veel geleerd in het laboratorium. De man die in het labo werkt, Joel, zei tegen me dat ik maar snel van richting moest veranderen en microbiologie zou moeten gaan studeren. Haha! Ik vind chemie en microbiologie beide heel interessant, maar ik denk dat ik het toch zal houden bij verpleegkunde…

VAN ARUSHA NAAR NGORONGORO: ENDULEN HOSPITAL

Dinsdag 8 maart;

Vertrek naar een andere stageplek, vertrek naar een heel andere plaats, vertrek naar andere mensen, vertrek naar volle natuur, vertrek naar een nieuw avontuur.
Afscheid van een stageplek, afscheid van mijn gastgezin, afscheid van vrienden, afscheid van de stad.
Gemengde gevoelens gaan door me heen, wat ben ik toch slecht in echt afscheid nemen van mensen, plaatsen die ik graag heb!

Om 10u had ik een afspraak bij mijn organisatie en we zouden samen vertrekken naar Ngorongoro. Nu bleek het net wereldvrouwendag te zijn en was er een groot feest en een bespreking rond vrouwenrechten georganiseerd door mijn organisatie… Hier bleef ik dus even; wat helpen met dingen klaarzetten, wat dingen koken, mensen ontvangen,… Uiteindelijk vertrokken we tegen 12u30 naar het busstation om een ‘chique daladala’, namelijk de noah, te nemen naar Karatu (een stadje dichtbij Ngorongoro). Een hele beleving! Na 2 uur in de noah en heel onelegant ingedommeld te zijn, arriveren we in Karatu (rond 14u). Normaal ging er daar een jeep klaarstaan om me samen met mijn begeleider naar het ziekenhuis te brengen in Ngorongoro, maar zoals Afrika soms is… Geen jeep te zien. Geen probleem, geen stress, dan gaan we lekker eerst iets kleins eten want we kregen beiden wel wat honger. Na wat lokaal eten bleek de jeep er nog steeds niet te zijn… Toch maar eens bellen… Na wat telefoontjes, wat gesprekken, wat wachten en uiteindelijk te merken dat de jeep aan een ander restaurant/cafeetje stond met dezelfde naam, konden we tegen rond 18u vertrekken naar Ngorongoro; Endulen hospital.

Het begon al wat donkerder te worden, de zon ging onder terwijl ik in het prachtige Ngorongoro rondreed. Wat een prachtige taferelen!!! Landschappen om u tegen te zeggen! Ik ging eerder al met mijn familie naar de krater, maar ik wist niet dat er zoveel kilometers verder nog steeds zoveel schoon te zien was. Ik zag twee olifanten, wat zebra’s, natuurlijk ook koeien en geiten, buffels en prachtige natuur. Een geslaagde rit die ik niet snel zal vergeten!
Rond 20u kwam ik aan bij het ziekenhuis, waar ik ook verblijf. Er stond wat eten voor me klaar en de kamer was klaar om mijn grote rugzak (mensen zeggen wel al eens ‘waar gaat die rugzak met dat meisje naartoe’) te laten neerploffen.

Terwijl ik wat aan het eten was, kwam er naar mijn grote verbazing, plots een blanke jongen binnen. De mensen van mijn organisatie hadden me namelijk gezegd dat ik de enige vrijwilliger was… Maar fijn, hoe meer zielen hoe meer vreugd! We noemen hem dé Nederlander… Laat ons het daar nu maar bij houden, later meer…

Afscheid van Arusha

Arusha… Hmmm weer een stad waar ik mijn hart verloren ben; na Brussel veroverde ook Arusha mijn hart. Deze stad heeft een perfecte balans tussen drukte en kalmte; een perfecte balans tussen natuur en stad.
Een deel van me wil heel graag blijven in Arusha; om nog langer samen te zijn met de vele fijne mensen die ik heb leren kennen, mijn familie, sommige verpleegkundigen, vrienden hier,… En natuurlijk ook gewoon voor de stad zelf; ik voel me hier zo thuis! Maar een ander deel van me kijkt er heel hard naar uit om naar het volgende avontuur te gaan, midden in de natuur, midden in Ngorongoro. Een heel ander soort ziekenhuis, met andere ervaringsmogelijkheden. Waarschijnlijk zal er in dit ziekenhuis meer verpleegkundig te doen zijn, wat goed is.
Waarschijnlijk keer ik in een weekend wel eens terug naar Arusha en na mijn project in Ngorongoro ook wel… Dus het was nog geen definitief afscheid, maar toch… Alweer een hoofdstuk dat afgesloten moet worden.

Dog bite

Hier in Tanzania zijn er veel honden te zien, zeker als je iets meer buiten het centrum van de stad gaat. Onder andere bij vrienden van me hebben ze enkele honden, ik kom daar wel vaker en deze honden zijn al gewoon aan me. Maar een van de dagen dat ik daar was, was er een nieuwe hond en de andere drie honden wouden misschien hun terrein verdedigen, ik weet het niet, maar ze waren alleszins aan het vechten met de nieuwe hond. Al deze honden kwamen op een moment al vechtend aan mijn benen, ik dacht bij mezelf ‘hmmm misschien zou ik hier weg moeten want straks denkt een van deze honden dat ik een andere hond ben…’. Je hoort het waarschijnlijk wel al, maar het moment dat ik probeerde weg te stappen, beet een van de honden in mijn been. Nu heb ik twee diepe gaten in mijn been, die nogal veel gebloed hebben. Maar maak jullie geen zorgen, alles is in orde. Ik kreeg antibiotica, tetanus-inspuiting en vaccinaties tegen rabies.
(onderaan een foto van de wonde, voor wie dit niet wil zien, kan je dit gewoon negeren, het is niet zo’n erge wonde)
Heel dit verhaal vertel ik niet om jullie bang te maken of om jullie gewoon mijn verhaal te vertellen. Nee, ik vertel dit eigenlijk omdat men de wondzorg van deze wonde heel anders deed dan ik zou verwacht hebben, heel anders dan in België denk ik. Ik weet het protocol niet in België maar ik denk dat als een wonde blijft bloeden voor drie dagen, ze normaal wel een hechting plaatsten, of toch zeker een afdekverband.
De wondverzorging van mijn wonde hier… Ik kwam in het ziekenhuis en ze begonnen mijn wonde te wassen met stromend water en veel zeep; ik zweer het dit deed geen deugd. Vervolgens deden ze er wat isobetadine op en dat was het; geen afdekverband of geen hechting ondanks de wonde bleef bloeden, en ik niet kon stappen zonder dat mensen naar mijn been wezen van ‘kijk meisje, er loopt bloed langs je been’. Ze zeiden in het ziekenhuis dat het beste wat ik kon doen, rusten was en de wonde open te laten. Maar koppige ik, wou gaan werken, ik ging namelijk mijn eerste nachtshift doen samen met een vriendin hier. We keken er al lang naar uit. Ik ging naar het ziekenhuis om te werken, had een steriel verband geplaatst op de wonde, mijn been deed wel wat pijn maar ok, komaan ik wil bijleren. Maar ik was nog geen half uur aan het werken en plots zegt een vroedkundige: ‘Janna, je been bloed, wat is er aan de hand?’. Ik legde hen uit wat er gebeurd was en ze begrepen wel dat ik wou komen werken maar ze zonden me naar huis om te rusten en ze zeiden hetzelfde… Laat de wonde open en laat het bloed lopen, zo komt het speeksel van de hond naar buiten en het zal wel dichtgaan.
Na twee dagen het wat rustiger aan te doen, wat niet simpel is voor mij, was de wonde droog. Nu wachten tot het heelt… Zal wel een tijdje duren.
Maar ik vond het heel interessant om te zien hoe ze hier omgingen met wondzorg, zeker omdat er hier zoveel stof rondvliegt, dat gemakkelijk in een niet bedekte wonde kan komen en een ontsteking kan veroorzaken; maar het heeft gewerkt!

Ook mama (Tanzaniaanse mama), toen ik thuis kwam, was ze heel ongerust en wou ze me direct verzorgen. Ik werd vervolgens op ‘traditionele wijze’ verzorgd. Eerst werd de wonde gespoeld, vervolgens werd er zout in de wonde gebracht (PIJNLIJK!!!) en als laatste een soort van olie ingebracht… Wie weet hielp het, ik weet het niet. Het zout deed alleszins geen deugd, maar misschien heeft het wel geholpen. Ik zal het nooit weten.

12784201_10208539230020024_1791691167_n

HPV-screening

12596296_10208607865335864_346455004_n

Sommigen onder jullie weten dit misschien al maar ik doe mijn bachelorproef rond preventie rond baarmoederhalskanker. Het is een vergelijkende studie tussen België, Togo (waar Sarah haar stage doet), Tanzania en deze dan vergelijken met de vooropleggingen van de WHO.
Binnen de preventie van baarmoederhalskanker is screening heel belangrijk. In België gebeurt dit onder andere door middel van een HPV-test en het gekende uitstrijkje (PAP-smear).
Een aantal jaar geleden startte de WHO (World Health Organisation) in zes Afrikaanse landen, waaronder Tanzania, een project rond preventie van baarmoederhalskanker. Maar omdat laboratoria en de technologische snufjes hier niet aanwezig zijn of toch in zeer kleine mate, moest men een andere manier vinden om aan screening te doen; dit is de VIA. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van azijn om afwijkende cellen visueel op te sporen. Iedereen die dit onderzoek laat uitvoeren moet dan geregistreerd worden en als er afwijkende cellen aanwezig zijn wordt men doorverwezen naar cryotherapie (dit is het wegvriezen van de cellen).
In het Ngarenaro Health Center was er een speciale ‘afdeling’ (2 ruimtes), voor HPV-screening door middel van VIA en HIV screening. Iedereen die voor het ene kwam werd het andere ook aangeboden (vrouwen toch, want baarmoederhalskanker kan moeilijk voorkomen bij de mannen). Buiten de materniteit bracht ik hier ook veel van mijn tijd door. Ik leerde tussen de patiënten door enkele woordjes swahili, ik leerde het speculum plaatsen om de vagina zichtbaar te maken, ik leerde hoe te screenen en dit vervolgens te registreren. Interessant! Ook leerde ik hoe HIV-screening te doen door middel van een prikje zoals we doen bij het nemen van de glucosespiegel in het bloed. Dit is een kleine prik in de vinger, en dan komt er een druppel bloed en die plaats je dan op een indicator en die indicator geeft je dan het resultaat. Bij HIV kan men wel te maken hebben met vals positieven of vals negatieven, dus moeten ze 2 verschillende indicatoren gebruiken om het resultaat zeker te weten.

Er worden al enkele vrouwen gescreend, maar maximum 20% van de gehele vrouwelijke bevolking in de stad. En dit is al een goed cijfer, want vanaf dat je buiten de stad gaat… Zelden of geen screening beschikbaar of zelfs weet van het bestaan van baarmoederhalskanker. Nog veel werk voor de boeg, maar het preventieprogramma van de WHO komt stilletjes aan op gang. Alle kleine beetjes helpen.

Ervaringen algemeen: Ngarenaro Health Center

12695998_10208450085391464_798097935_nIk heb hier in het Ngarenaro Health center zowel fantastische en als moeilijke (maar wel interessante) momenten meegemaakt. Maar alle momenten of ze nu moeilijk of fantastisch waren, ik zal ze blijven koesteren. Tientallen pasgeboren baby’s heb ik vastgehouden en bewonderd. Iedere keer sta ik er van versteld dat zo een prachtig iets door de mens gemaakt wordt. Ze ruiken heel anders dan blanke baby’s en ze zijn o zo mooi; ze geven me altijd een sprankeltje licht in mijn hart.
Soms is het moeilijk om te zien hoe de dokters en vroedkundigen omgaan met de moeders en de baby’s, maar het is een andere cultuur… en ik ben hier niet om dingen te veranderen, ik ben hier om te leren, om dingen te observeren, … Maar het blijft moeilijk om te zien wanneer de mama’s hier afgesnauwd worden, geslagen worden, genaaid worden zonder enige verdoving, er een blijvende druk op de buik wordt uitgevoerd ondanks de moeder zo luid aan het schreeuwen is dat ik me afvraag of ze het aan de andere kant van het gebouw kunnen horen, wanneer een baby dood geboren wordt en iedereen verboden is om te wenen,… Hoe ga je hier mee om? Soms vraag ik het me af hoe de mensen hier, met zo’n situaties dagelijks te maken hebben en er niet onderuit gaan. Het is soms heel speciaal om te zien hoe sterk de mensen hier zijn, op psychologisch vlak. Maar soms ook misschien té sterk? Ik weet het niet. Ik heb alleszins veel kunnen zien en observeren, veel geleerd en veel ervaringen opgedaan.

Ik wil graag enkele ervaringen met jullie delen, en hier zijn ze dan…
Een van de moeilijke moment voor me was mijn tweede stagedag; er was een meisje van mijn leeftijd in de zaal die al vanaf 8u ’s ochtends lag te kermen en te kreunen van de pijn, geen vroedkundige of verpleegkundige die hier naar omkeek. Of misschien was er iemand die dit opmerkte en die haar dan vervolgens afsnauwde of een pak slaag gaf. Ik ging naar haar toe, gaf haar de rugmassage dat helpt tegen de contracties en probeerde met haar te spreken. Het bleek dat ze wat Engels kon en we kregen op een of andere manier echt een goede band. Ze vroeg me om bij haar te blijven, de hele tijd, omdat ze bang was van de verpleegkundigen en vroedkundigen. Ze zei tegen me ‘ik moet sterk zijn, dat is het enige, en jij helpt me om sterk te zijn’. Uiteindelijk bleek het dat ik lang met haar alleen was, maar de baby kwam maar niet en het meisje leek echt helse pijnen te hebben. Ik was al enkele keren naar de vroedkundigen gegaan om te vragen of ze het meisje eens konden onderzoeken omdat ik het gevoel had dat er iets mis was. Na twee uur stonden ze uiteindelijk recht en kwamen ze het meisje onderzoeken… Ze haalden er direct de dokter bij en die wou haar onmiddellijk overplaatsten naar een ander ziekenhuis. Toen ze al wandelend/strompelend naar de ‘ambulance’ (=taxi) ging, probeerden ze nog een laatste maal de foetale hartslag te vinden, maar ze vonden niks… Het was waarschijnlijk te laat voor de baby en dit had vermeden kunnen worden. Misschien had ik meer moeten aandringen dat ze moesten komen, misschien hadden zij sneller moeten reageren; maar een ding weet ik zeker, de dood van deze baby had vermeden kunnen worden.

Deze ervaring heeft me eigenlijk heel veel geleerd, ik durf nu meer mijn mond open te doen en ik ben niet meer zo bang om tegen de verpleegkundigen te zeggen; kom nu alsjeblieft.
Een ander moeilijk moment dat ik met jullie graag wil delen is de volgende; Het was een dinsdag, ik vergeet deze dag nooit. Zoals elke dag kwamen alle vrijwilligers en niet vrijwilligers rond 8u op de afdeling, vanaf het moment dat we aankwamen, tot aan het moment dat we naar huis gingen rond 16u, waren er non stop bevallingen. In 8u tijd waren er 15 bevallingen; dit klinkt misschien niet veel, maar dit is echt veel. Ook als je bedenkt dat er maar twee bedden zijn in de echte bevallingsruimte, dan moet je weten dat er op sommige momenten ook vrouwen aan het bevallen waren in de zaal zelf. Het was een heel hectische dag. Met 3 baby’s die geboren werden zonder te ademen, met een blauw hoofd, die we er allemaal uiteindelijk gelukkig bovenop gekregen hebben. Maar natuurlijk bracht dit veel stress mee, en er was geen tijd om even op adem te komen. Het was echt of de wereld zotdraaide op een gegeven moment. Het raarste was dat de verpleegkundigen en vroedkundigen hier, dit alles heel normaal bleken te vinden, zeker de bijna dode baby’s… Het leek hen allemaal niet veel te doen. Een van de vrijwilligers was even aan het wenen nadat een van de baby’s eindelijk begon te wenen, en de vroedkundige snauwde haar af: ‘ween niet, de baby is oké, waarom moet je wenen’. We probeerden haar uit te leggen dat het wenen van opluchting was, maar nee dat kon niet.
Na deze dag, mijn derde stagedag, mijn eerste bevalling op mijn eentje (wat eigenlijk best wel onverantwoord was, maar iedereen anders was bezig met andere vrouwen en of baby’s), kroop ik snel in mijn bed en heb ik geslapen als een baby.

Tijdens deze dag heb ik heel veel geleerd, maar ik besefte niet altijd hoe gevaarlijk het was waarmee ik eigenlijk bezig was. Ik wist soms niet of de mama besmet was met HIV, hoe de baby lag, of de mama al mocht persen of niet, of ik de placenta er juist liet uitkomen, … Zoveel dingen konden misgaan maar ik bleef gewoon door doen, ik denk dat ik dit nog nooit ervaren heb. Normaal denk ik heel veel voor ik iets doe, maar blijkbaar als het echt moet vind ik mijn weg wel.

Mijn fantastische momenten zijn eigenlijk veel moeilijker om neer te schrijven merk ik nu. Het gaat dan eerder over momenten van een glimlach van een mama, een goede band hebben met een mama, het moment dat ik besef dat ik juist een baby heb helpen geboren worden en deze in mijn handen houd. Zo een prachtig iets. Gewoon al tijdens het schrijven komt er een glimlach op mijn gezicht. Ik denk dat ik voor een aantal meisjes en vrouwen iets betekent heb, ook al was het gewoon door een glimlach te geven, een hand te geven of eens voor wat afleiding te zorgen. En dit geeft me zoveel voldoening. Ik heb misschien geen wondzorg kunnen uitvoeren, of geen bloed moeten nemen, of andere verpleegkundige handelingen, maar ik heb zoveel bijgeleerd op psychologisch, menselijk en sociaal vlak. Hoe communiceer ik met mensen die niet dezelfde taal spreken, die vanuit een ander referentiekader denken, hoe communiceer ik met de verpleegkundigen en vroedkundigen als ik het heel moeilijk heb om te zien hoe ze met de vrouwen omgaan,…

Ik ben dankbaar voor alle ervaringen en ik heb zeer veel geleerd.