Een tussenstukje…

Jullie denken misschien… Hmmm Janna schrijft alleen over haar weekends en het uitgaan enz; maar ze is daar toch voor haar stage?!? Ja, inderdaad.

Een uitgebreide versie van mijn ervaringen hier in een Afrikaans ziekenhuis komt binnenkort… Ik werk eraan…
Zoals eerder al vermeldt is de afdeling materniteit hier de grootste afdeling; dus heb ik al vele dagen op de afdeling materniteit gestaan. Ik ben hier eigenlijk heel blij om; ik twijfelde namelijk heel lang tussen het studeren van vroedkunde en verpleegkunde. Uiteindelijk koos ik voor verpleegkunde omdat ik hiermee veel meer kanten uit kan, veel meer afwisseling kan hebben in mijn leven en omdat het makkelijker is om van verpleegkunde naar vroedkunde over te schakelen dan omgekeerd. Ik ben nu eigenlijk heel blij dat ik veel bijleer over bevallingen en alles wat er mee te maken heeft.

Later komt de rest… Tot dan!

WEEKEND 3 (tatu): Dar es Salaam

12787278_10208519028555000_627139903_o
Tijdens mijn verblijf hier in Arusha heb ik al heel veel nieuwe mensen leren kennen. Vooral jongens, en enkele meisjes, maar de meisjes zijn dan eerder ook vrijwilligers of stagiairs. Veel van mijn vrienden hier leerde ik kennen tijdens het uitgaan, tijdens het dansen in viavia of la patio, tijdens het kijken van een voetbalmatch in zest. Een van deze vrienden, Chino, ging naar Dar es Salaam gaan in het weekend en hij vroeg of ik niet mee wou. Waarom niet? dacht ik… Alle kansen dat ik krijg om iets nieuws te leren kennen moet ik grijpen nu ik hier ben, of niet soms? Dus ik zei; ja oké, graag! Dar es Salaam is een grote stad in Tanzania, het ligt aan de kust op zo een 700 km van Arusha, het is erg warm en vol met mensen.

We vertrokken vrijdagochtend vroeg in de ochtend om 5u30; en na een avondje dansen was de bus de ideale plek om te slapen. Na een paar uur slaap waren we weer fit voor de dag, maar we hadden nog een lange dag voor de boeg. We gingen niet rechtstreeks naar Dar es Salaam, want Chino wou eerst in een stadje ‘dichtbij’ Dar, zijn familie goeiedag zeggen en zijn auto ophalen zodat we in Dar alles zelf met de auto konden doen.

Dit ging normaal niet zo lang duren, maar uiteindelijk bleven we de hele namiddag in Bagamoyo (dit stadje naast Dar). We gingen naar het strand, bezochten Chino zijn nonkels, en enkele vrienden van hem; maar we raakten niet tot bij zijn mama.
’s Avonds naar Dar, in het hostel, wat dingen in Dar getoond, en gaan dansen.
Zaterdag speelden de twee grootste voetbal teams ier in Tanzania een match tegen elkaar… Yanga en Simba. Ik ging nog nooit naar een voetbalmatch, maar hier in Tanzania kan blijkbaar alles. Yanga won, de ploeg waarvoor Chino supportert.
Het was raar om te merken dat ik de enige blanke was bij de supporters; veel mensen kwamen me tijdens de ‘break’ een hand geven of lachten naar me. Later bleek dat ze vonden dat ik hun ploeg geluk bracht, gek toch! Gewoon omdat ik blank ben…

Na de voetbal nog wat dingen in Dar bezocht, naar lokale cafeetjes, lokale vrienden, … Heel fijn!

Zondag moesten we terug naar Bagamoyo omdat de mama van Chino hem ook graag nog eens wou zien… Chino is namelijk niet veel in Tanzania, meestal is hij ergens in Europa op rondtoer. Hup wij samen weer op weg naar Bagamoyo; Ik leerde Chino zijn mama kennen, zijn broers en zussen, zijn grootouders die hem muziek leerden, enkele oude vrienden, traditionele elementen… Het was zo fijn om het meer traditionele aspect van Afrika te zien, te smaken en te ruiken; Arusha is meer echt een stad, nog altijd Afrikaans, maar niet met de rieten hutjes, of het dorpsgevoel.

Maandag keerden we in de vroege ochtend weer terug naar Arusha; ik ga hem altijd dankbaar zijn voor wat hij me heeft doen leren kennen, hij leerde me het ‘echte’ afrika kennen. Wat een fijn weekend!

WEEKEND 2 (mbili): Moshi

take-a-swing-into-chemkaMijn tweede weekend hier besloten we (Rebecca, Bram, Tianna en ik) om naar Moshi te trekken. Moshi is een rustigere stad ‘dichtbij’ Arusha; op zo’n twee a drie uur rijden. Halfweg maakten we een tussenstop om naar ‘moshi hotsprings’ te gaan. Met een tuktuk (zoals in Azië) over een hobbelige, soms slijkerige weg, werden we vervoerd naar de hotsprings. Ik had hier zoveel plezier mee! We zetten wat muziek op; zongen met z’n allen (inclusief de chauffeur) mee, lachten… Oh we hadden veel plezier! Na een uurtje in de tuktuk kwamen we aan de hotsprings… Een bijna magische plek met helder water en prachtige planten. Na gezwommen te hebben in dit prachtige heldere, warme water; iets gegeten te hebben, besloten we om onze weg naar de stad Moshi verder te zetten. Weer een uurtje met de tuktuk terug, en dan een uur naar Moshi.
Misschien lijkt het voor jullie dat dit allemaal heel lang duurt; allemaal heel saai zo een hele dag van bus naar bus/auto/daladala/taxi/…; maar eigenlijk heb ik hier in Afrika niet het gevoel dat dit allemaal zo lang duurt. Ik maak een praatje, ik lach, ik luister muziek, ik kijk rond me naar de prachtige en afwisselende natuurtaferelen. En ik bedenk: Hmmm Afrika wat hou ik van je!

We kwamen aan in ons hostel, een hostel met een heel mooi takterras vanwaar we de kilimanjaro konden bewonderen. Tianna en ik gingen ’s avonds nog uit, misschien was dit niet zo slim want de volgende dag moesten we er vroeg uit voor een toer naar een grote waterval en een koffietoer. Maar we zijn jong en we willen wat… en we overleefden het zonder problemen. We stonden de volgende dag om 8u30 paraat om te vertrekken; eerst weer even in de auto, dan een wandeling en we kwamen aan de waterval. Een Grote waterval (waarvan ik de naam even vergeten ben…); met water rechtstreeks van de Kilimanjaro… Heel koud water! Ik denk dat ik nog nooit in zo koud water zwom, maar het was echt fijn! Vervolgens wandelden we weer en kregen we uitleg over hoe koffie gemaakt wordt; we maakten onze eigen koffie, met de traditionele dansen (om elkaar aan te moedigen), met de liederen, met het wachten en het wisselvallige weer. Normaal drink ik niet graag koffie; maar ik moet zeggen; dit was goeie koffie! Hier spreekt de kenner…

Na deze lange dag, keerden we terug naar Arusha, ons thuis… We waren allemaal wel moe; zeker Tianna en ik… Maar Tianna en mij krijgen ze niet stuk! Dezelfde avond nog gingen we samen naar la patio gaan dansen. Een geslaagd weekend met veel nieuwe kennissen, veel prachtige natuur en toffe mensen!

WEEKEND 1 (moja): Waterval aan Mount Meru

DSCN0039Mijn eerste weekend hier in Tanzania had ik samen met mijn huisgenote Rebecca en twee andere vrijwilligers (Tianna en Bram) besloten om samen naar een waterval te gaan dicht bij de berg Mount Meru. We werden ‘geëscorteerd’, door een lokale jonge gast die samen met Rebecca werkt. We wandelden van Mount Meru Hotel helemaal tot de waterval; eerst een soms steile stoffige klim en dan een route in de ’tropische wildernis’ tussen de apen en met stromend water… Het duurde ongeveer 2 uur om bij de waterval te komen; zo een mooie wandeling en een verfrissende waterval… Hmmm! We aten wat aan de waterval, bleven wat hangen, babbelden,… Na een twee tal uur besloten we om langzaamaan terug te keren…
Ondanks mijn onhandige valpartij en mijn serieuze verbranding, hadden we een heel fijne dag! ’s Avonds zijn we dan ook nog samen uit gegaan naar la patio, een plek waar je kan dansen. En voor degenen onder jullie die me een beetje kennen… Indien ik kan dansen, met mensen ben die ik graag heb én in Afrika ben… Kan mijn geluk niet meer stuk!

Mijn stageplek

12722093_10208450085111457_1856750082_nMijn eerste stageplek hier in het warme en zonnige Afrika is het Ngarenaro Health center. Het ligt in het centrum van Arusha, dus iedere dag neem ik de dalahdalah van thuis. De dalahdalah (schrijfwijze?), is een soort van busje, waar de mensen bijna bovenop elkaar kruipen om nog in de bus te passen. Veel mensen zouden dit misschien heel irritant vinden maar ik zie er wel een bepaalde charme in, lekker dicht bijeen. Wanneer ik instap ben ik altijd de enige blanke en heb dus veel bekijk; zeker als ik vooraan zit want dan kijken mensen vanuit andere daladala’s me ook aan alsof ik een soort van raar iets ben.
Om 7u30 neem ik de daladala van bij de busstop dicht bij mijn thuis, en om acht uur begin ik te werken in het Ngarenaro Health center. Het health center is een soort van kliniek voor vrouwen en families; niet echt een ziekenhuis maar eerder een centrum voor preventie en opvolging van HIV positieve mensen en kinderen tot vijf jaar oud.
De grootste afdeling is de afdeling materniteit. Het bestaat uit een grote zaal waar alle vrouwen samen liggen; de vrouwen die binnenkomen met weeën, de vrouwen die al een baby gebaard hebben, vrouwen die binnenkomen met een pasgeborene en zwak zijn of vrouwen met een met hoofd uithangende baby tussen de benen,… Je ziet echt alles.
Er zijn vanuit de grote zaal 3 deuren die naar 3 kleine kamers leiden; een voor het toilet en een voor als er een bloedtransfusie moet uitgevoerd worden en de echte bevalling gebeurt. Wanneer de vrouwen voelen dat de baby komt stappen ze zo snel mogelijk naar de laatste kamer, kruipen ze zo snel mogelijk op de baartafel en meestal wordt de baby binnen enkele minuten geboren. De kliniek bestaat ook nog uit de afdelingen neonatologie, familieplanning, HIV behandeling, een afdeling dat kinderen opvolgt en vaccineert tot hun vijf jaar en een afdeling HIV en baarmoederhalskanker screening en een afdeling voor het nemen van echo’s. Het woord ‘afdeling’ moet met een korrel zout genomen worden; de afdelingen bestaan meestal maar uit een of twee kamer of een grote zaal. Er zijn twee dokters aanwezig in de kliniek, wat erg weinig is voor het aantal patiënten dat op een dag moet gezien worden.

Bijna elke dag wordt er een soort van bespreking gehouden rond een bepaald onderwerp, deze bespreking duurt ongeveer een uur, de vroedvrouwen, verpleegkundigen en dokters zijn aanwezig. Het gaat over onderwerpen zoals ‘maternal death in Tanzania’ en hoe dit cijfer kan verbeteren. Tanzania is namelijk een van de landen waar ‘maternal death’ het meest voorkomt. De dokter legt uit wat maternal death juist inhoud, welke symptomen of welke problemen kunnen voorkomen, of wat men kan doen als deze symptomen of problemen zich voordoen. Hij legt ook uit hoe men de mensen kan bereiken, preventiemiddelen,…. Zeer interessant, ik leer heel veel bij!

Ik hoor dat het weer niet zo goed is in België, ik probeer jullie wat warme zon te zenden! Tot binnekort!

Mijn familie

IMG_4465Tijdens de eerste maand verblijf ik bij een gastgezin. Mijn gastgezin bestaat uit mama, baba en Sakati. Het is een rijk Afrikaans gezin; Baba (papa) is een architect en een gekende dan nog wel. Hij is een voorbeeld van een iets oudere man met veel kennis en een mysterieus kantje; je weet nooit echt wat hij denkt. Omdat het een rijke familie is, kunnen ze een meid in huis hebben, haar naam is Sakati. Sakati zorgt voor het huishouden en is zo heerlijk lief en lacherig. Haar engels is niet zo goed, dus in het begin was het wat moeilijk om met haar te communiceren, maar een glimlach helpt altijd. Nu heb ik echt een goede band met haar, soms staan we te lachen en te dansen in de keuken. Dit maakt me zo gelukkig!  Mama, is een speciaal madam, ze houdt er heel erg van om mensen om haar heen te hebben. Ze ziet mij en de andere vrijwilligers echt als haar dochters. Ze maakt zich dan ook ongerust als we wat later thuis zijn dan verwacht en dan stuurt  ze ons een smsje; ‘I miss you’. Best wel lief. Langs de andere kant kan ze soms, naar mijn aanvoelen, heel bot reageren. Maar ik begin haar alsmaar beter te kennen en eigenlijk is ze heel zorgend en warm van hart. Mama is een beetje zoals het dessert ‘moelleux’; een iets hardere buitenkant en vanbinnen zo warm, zacht en vloeibaar.

Zoals ik hierboven zei zijn er ook andere vrijwilligers aanwezig. Er zijn nog twee andere meisjes in het huis; Rebecca, een meisje van Duitsland en Sophie, een meisje uit Nederland. Sophie was hier al ongeveer drie maanden en toonde me hier veel leuke dingen; cafeetjes, waar je kan uitgaan,… Ze gaf me veel tips en liet me hier echt thuis voelen.

Voila dit is mijn familie hier in Afrika; foto’s komen eraan, maar met mijn internet gaat het nu niet…
Hou jullie goed daar in het verre België!

 

Aankomst

IMG_4457De vlucht was goed en toen ik op de (kleine) luchthaven aankwam stonden er mensen van mijn project me op te wachten om me vervolgens naar mijn familie te brengen. Tijdens de rit van een uurtje, was het donker en was er een prachtige sterrenhemel zichtbaar. Toen ik bij mijn familie aankwam zat iedereen me op te wachten; ‘mama’, dada, sakati (hulp), sophie (verpleegkundige uit Nederland) en rebecca (vrijwilligster uit Duitsland). Het eten stond voor me klaar en na het eten ben ik rustig aan gaan slapen want het was al laat en de volgende dag moest ik er vroeg uit om de stad te verkennen. Verder lezen

Vertrek

12659828_10208361385334018_333889827_nVandaag is het zo ver… Ik vertrek naar het verre Tanzania; met weinig besef van wat er me te wachten staat maar wel met veel nieuwsgierigheid rond wat me allemaal zal overkomen, pak ik mijn rugzak.
Ik vertrek ’s ochtends vroeg, om 5u45 ben ik al aanwezig op luchthaven samen met mijn ‘uitzwaaiers’.
Het is raar om te bedenken dat ik voor twee maand en een half kilometers ver zal zitten van alle voor mij bekenden, mijn vrienden, mijn familie; het besef is er nog niet helemaal, maar dit zal zeker komen wanneer ik vanavond aankom in Tanzania.
Ik hou jullie op de hoogte!

 

Buitenlandse stage – Waarom?

International
Indien jullie me zouden vragen; ‘Waarom wil je graag op buitenlandse stage?’, zou ik jullie kunnen vertellen dat ik daar al jaren van droom, dat ik naar Brussel kwam studeren om beter te leren omgaan met andere culturen en dat ik ernaar verlang om in de toekomst in het buitenland te werken en zeker in sub-saharisch Afrika. Vervolgens zouden jullie me kunnen vragen; ‘Waarom Afrika en geen ander continent of land?’. Dan zou ik jullie antwoorden dat ik eerder in mijn leven al veel gereisd heb, dit dankzij mijn grootouders. We gingen van Syrië tot Mexico, van Zuid-Afrika tot in Tanzania en nog veel meer. Toen we in de zomer van 2014 op reis waren in Tanzania, ging er een heel warm gevoel door me heen, ik had me in heel mijn leven nog nooit zo ‘thuis’ gevoeld. Het warme licht, de glimlachende mensen, de innerlijke kracht van mensen, de typische Afrikaanse huizen en wegen, de spontaniteit,… Het lijkt nu misschien dat ik het erg ‘sprookjesachtig’ zie en alleen het goede zie. Niets is minder waar, ik besef heel goed dat het bijlange niet allemaal goed gaat in Afrika, dat er nog vele verschrikkelijke, onmenselijke, onrespectvolle dingen gebeuren en dat ik hier heel machteloos tegenover sta. Ik besef ook heel goed dat ik hier niks aan zal kunnen veranderen met daar een drietal maand op stage te gaan. Wat denk ik dan wel te bereiken op buitenlandse stage in Afrika? Ik wil heel graag bijleren op alle denkbare vlakken; sociaal, cultureel, persoonlijk, over de gezondheidszorg, traditionele gezondheidszorg, de taal,… Het is niet mijn bedoeling om naar daar te gaan en te zeggen dat men het daar zo moet doen zoals ik het leer in het westen, het is echt mijn bedoeling om van hen te leren en door vreedzaam te discussiëren eventueel tot een vermenging van ideeën te komen. Daarvoor moet ik natuurlijk openstaan voor andere ideeën, mogelijkheden, meningen,… Kortom het ‘andere’. Het ‘andere’ kom ik zeker al veel tegen in mijn leven in Brussel en ik begin tussen alle verschillen alsmaar meer de gelijkenissen te zien en de schoonheid te zien van het ‘andere’. Dit maakt het heel interessant om te blijven zoeken en contact te houden met het ‘andere’. Ik hoop dan ook dat ik in Tanzania veel van het ‘andere’ zal tegenkomen, veel zal bijleren over een voor mij een nieuwe cultuur, nieuwe mensen, nieuwe gezondheidssystemen, nieuwe ideeën over gezondheid,… Ik kijk er alleszins heel hard naar uit om het ‘andere’ te leren kennen, te discussiëren en tot vermengingen te komen. Het is werkelijk een droom!