Toen ik aankwam in het vliegveld van Kopenhagen was ik een beetje nerveus. Dit zou de eerste keer zijn dat ik zo lang weg zou blijven van mijn familie en vrienden dus het ging zeker een ervaring zijn.
Ik werd wat meer gerust gesteld toen ik werd aangesproken door iemand in het vliegveld die drop verkocht, wat blijkbaar zeer populair is in Denemarken, we begonnen met elkaar te praten en elkaar vragen te stellen over elkanders land en op het einde van het gesprek was ik wat meer op mijn gemak.
Ik pakte van het vliegveld dan een taxi naar het treinstation van Kopenhagen en praatte op de weg ook met de chauffeur, hier voelde ik het effect van de taalbarrière voor het eerst. De chauffeur zelf kon wel Engels spreken maar toen het gesprek begon over loonverschillen in België en Denemarken had de chauffeur moeite om de Engelse cijfers te verstaan, ik haalde dan mijn map van Deense bijles bij mij (Deense bijles volgen is aangeraden) om de Deense cijfers te gebruiken.
De rest van de reis naar Esbjerg ging vloeiend en desondanks een storm is men in Esbjerg geraakt.
Eindelijk in Esbjerg moest men natuurlijk inkopen doen. In de winkel was ik deels geschrokken door de prijzen van de goederen, zo koste bv. vlees boven de 50 kronen maar toen realiseerde ik dat dit gewoon groot lijkt vanuit het perspectief van iemand die zijn hele leven met euro heeft geleefd. 50 kronen was namelijk 6,72 euro.
Men heeft al een paar dagen stage kunnen volgen in Hedelund en deze zijn al zeer interessant geweest. Ik heb al een paar gelijkenissen en verschillen kunnen opmerken in de Ergotherapie in Hedelund in vergelijking met die van België.
Gelijkenissen = werken in Hedelund met het COPM model, gebruiken dezelfde mobilisatietechnieken, gebruiken van PANat,…
Verschillen = kamers van de bewoners zijn zo speciaal gemaakt dat ze eruit zien als huizen naast elkaar en elke kamer is ingesteld met een plafondtillift, ET worden in verschillende teams gezet en zijn breed toepasbaar (drie teams: thuis zorg team die op thuisbezoeken gaan bij cliënten, woonzorgcentrum team die voornamelijk in het woonzorgcentrum blijven om te zorgen voor de cliënten in het dagcentrum en degene die in het centrum verblijven en als laatste de compensatie middelen team, hier zitten ET gespecialiseerd in de verschillende compensatie middelen die een cliënt nodig zou kunnen hebben) en men merkte ook op in de rapportages dat men naar de cliënt verwijst als “de burger” in plaats van cliënt.
Dit is wat ik al in de eerste dagen heb opgemerkt en ik ben benieuwd wat ik nog zal zien en ervaren.