Week 2

Ondertussen is onze eerste week van de stage al voorbij. In die week hebben we de kindjes vooral geobserveerd in wat ze kunnen en wat nog moeilijk verloopt. Aan de hand van onze observaties hebben we voor elk kind een therapieplan opgesteld. Aan de hand daarvan gaan wij opzoek naar een geschikte therapie om onze doelen te bereiken. In de school zelf werken de leerkrachten ook al met doelen voor de kinderen, maar deze focussen zich meer op de communicatievevaardigheden. Hier houden ook wij rekening mee, maar wij zullen deze nog aanvullen met voor ons andere belangrijke doelen.

Een schooldag in het Caleb centre ziet er als volgt uit. Vanaf 7uur komen de kinderen aan, hierna spelen ze tot 8u15. Nadien vindt er een klasmoment plaats tot 9u45, hierna wassen ze hun handen en is het etenstijd. Af en toe vindt er na het eten nog een dagelijkse activiteit plaats, zoals kleren wassen, poetsen,… Maar soms spelen ze gewoon tot wanneer ze worden opgehaald rond 12 uur. Meestal wordt het laatste kind rond 13 uur opgehaald en kunnen wij dan naar de winkel of naar huis vertrekken.

Afhankelijk van het uur dat we thuis komen, ontspannen we even, werken we wat voor school of houden we ons bezig met dagelijkse handelingen. Zo leerden de huisvrouwen en Nellie ons doorheen de week koken. Hun doel is om ons tegen het einde van de stage zelf Nshima (de lokale maaltijd) te laten maken. We merkten al snel op dat hun saus altijd gemaakt is van tomatensap, dit gieten ze over aardappelen, rijst, pasta,… Daarnaast worden er bij elke maaltijd boontjes toegevoegd. Ook zijn we ondertussen volledig gewend aan het eten met de handen, dit ook aangezien ze geen messen hebben voor mee te eten. Toch zijn onze handen nog niet aangepast aan de warme temperatuur van het eten, en blijft het steeds een prutswerk om het vlees van het bot te verwijderen.

Op zaterdag nam Lavender (een van de leerkrachten) ons mee naar een nieuwe zwemplaats. Nadien maakten we kennis met het avondleven in Zambia. Aangezien het hier rond 18u30 al donker is, begint dit veel vroeger dan in België. We besloten om nog op twee verschillende plaatsen iets te drinken, alvorens we naar huis gebracht werden. Zondag besloten we een wandeling te maken om de omgeving wat te leren kennen. Het blijft voor ons soms toch wat ongemakkelijk om alleen om straat te lopen, aangezien iedereen ons blijft aanstaren en naroepen. 

.