Met deze zin wil ik graag mijn laatste blogbericht starten. Mits wat vertraging (gisteren – zondag was namelijk nogal druk) een afsluiter van formaat. Excuses nu al voor diegenen die niet veel tijd hebben, maar het moet er even allemaal uit. Bij deze…
Één van de eerste lessen in het eerste jaar was er een docent die zei dat hij, afhankelijk van welke ‘soort studenten’ hij voor hem had zitten, kon zeggen aan welke richting hij les gaf, ook al had hij deze studenten nog nooit eerder gezien. Blijkbaar is er dus een algemeen kenmerk (of meerdere) die ons als ergo differentieert van anderen. Gedurende de hele opleiding ben ik al op zoek naar ons ‘uniek kenmerk’, “waarom zien mensen dat wij een groep ergo’s zijn en geen verpleegkundigen, kinés of optometristen?” Op dit moment kan ik nog niet exact onder woorden brengen wat dit is, maar na drie jaar heb je wel een gevoel van verbondenheid met je medestudenten ergo. Zorgzame mensen, die streven naar zelfstandigheid en een behoorlijke portie creativiteit aan de dag kunnen leggen. Dit is volgens mij een beschrijving waar elke ergostudent wel binnen past, al moet ik toegeven dat dit nog zeer vaag is en er nog heel veel anderen (niet-ergo’s) zijn die ook aan de beschrijving voldoen. Volgens mij kan dan ook iédereen ergo zijn, zelfstandigheid en autonomie is namelijk niet iets uniek voor ons, maar is een algemeen gegeven waar enorm veel belang aan wordt gehecht binnen onze maatschappij, creativiteit is een pluspunt maar met media als Pinterest is ook dat geen obstakel meer en wat zorgzaamheid betreft geloof ik ook dat, als puntje bij paaltje komt, de meerderheid van de mensen zorgzaam zijn (elk op zijn eigen unieke manier natuurlijk). Mits de juiste knowhow (en dat is iets waar elk individu zich naar eigen verlangen in kan verdiepen met dank aan het digitale tijdperk), is volgens mij iedereen die wilt in staat om een ergo te zijn, we worden geboren met een drang naar zelfstandigheid.
Waarom studeren wij dan voor iets wat iedereen eigenlijk toch al zou kunnen? Wij studeren niet om ergo te worden, dat zíjn we al, wij studeren om een goéde ergo te worden. Wij zijn namelijk in staat om bij ongeacht welke persoon met eender welke diagnose doelen te formuleren, een plan van aanpak op te stellen, activiteiten te maken (rekening houdend met de wens van deze persoon) en dit alles in functie van het opnieuw zelfstandig kunnen functioneren van de persoon in kwestie. Wij zijn experten in het handelen, want zeg nu zelf, wat zou jij zijn als je dagen, weken, maanden of jaren niets zou kunnen doen? Welke kwaliteit heeft jouw leven als hier niets van betekenis in zou zitten voor jou, als je wensen slechts dromen waren omdat er niemand is die hier rekening mee houdt of je helpt deze te verwezenlijken? Ik heb ooit eens een quote gelezen die zei: “A doctor may save your life, but an occupational therapist (ergo) helps you to live it.” Als jij een ongeluk hebt en halfzijdig verlamt bent, zal een dokter je in leven houden, een verpleegster zal je de beste zorgen geven en je gezondheid op de voet opvolgen, een logopedist zal je helpen praten, een kiné zal oefeningen met je doen om je spieren niet te doen verstrammen, maar wie gaat je leren om je met één hand aan te kleden, om met één arm eten te maken, de was te doen, de knoopjes van je hemd dicht te doen, je te verplaatsen binnenshuis én buitenshuis, wie gaat alles in staat stellen zodat je tóch weer je favoriete hobby kan opnemen, je zelf een douche kan nemen, je in een, voor jou, ideale rolstoel kan zitten, je huis volledig rolstoelvriendelijk gemaakt wordt,…? Dan zijn wij er, de (goede) ergo’s! Zodat jij weer een zelfstandig, kwaliteitsvol leven kan leiden met de focus op wat voor jou belangrijk is.
Dit gezegd zijnde hoop ik dat er toch al enkele mensen meer zijn op deze wereld die weten wat ergotherapie nu precies is, want laat dat nu jammer genoeg een groot probleem zijn: wij zijn ergo’s, maar bijna niemand weet wat dit is. Vaarwel identiteit! En hiermee heb ik ook het laatste aspect aangekaart van een ‘goede ergo’, wij kunnen uitleggen aan mensen (voor zo goed en zo kwaad dit lukt op een blog) wat ergotherapie is. Uiteraard niet volledig, aangezien we er zelf een jaar hebben over gedaan om te weten wat ergotherapie nu precies allemaal omvat, maar hierboven staat (volgens mij althans) de essentie geschreven. (Sorry mevrouw De Knop indien er enkele zaken ontbreken, de definitie ken ik wel nog vanbuiten! 🙂 ) Bon, zit je nog met twijfels of vragen, je weet me te vinden! 😉
Hèhè, tijd voor wat luchtigere lectuur. Het is maandag, ik ben dus één dag te laat met mijn blog, wederom excuses, bij deze de uitleg.
Vrijdag was de laatste stagedag en ik moet zeggen dat ik wel wat blij was. Ondanks het feit dat ik heel veel met patiënten heb mogen werken en op die manier ook weer veel heb bijgeleerd was de omgeving niet echt ideaal de laatste week. De vervangster van mijn stagementor wist zelf niet zo goed wat ze deed, moest bij elke transfer die ze deed eerst zelf nog nadenken over hoe ze het zou doen, vroeg dingen aan mij om te doen waarvan ik gewoon 100% wist dat ze fout waren, maar toen ik haar dit zei en uitlegde waarom, antwoordde ze dat ik dit toch maar moest doen. De ‘vrijheid’ van de week ervoor was dus wat weg en dat vond ik wel jammer. Iedereen was wel heel lief en de patiënten vonden het erg dat ‘het meisje met de gouden handen’ vertrok. Zaterdag mijn koffer gemaakt en het vliegtuig op, de mooiste vliegtuigreis ooit!! ’s Avonds laat, een gitzwarte nacht, geen wolkje aan de hemel vlogen we over Parijs, magnifiek was dat!!! Het had het uitzicht alsof de aarde gebarsten was en je de lava binnenin kon zien, zo mooi brandden de lichten van de stad en de dorpjes errond, echt prachtig!! Eens geland (half 10), en het blij weerzien van mijn ouders en zus (na 6 maand), terug richting Wijgmaal, home sweet home. Snel omkleden en hop naar de chiro (want het was fakkeltocht). Zondag mocht ik ook weer leiding geven, wat was ik blij om na zo lang mijn tiptiens nog eens te zien!! ’s Avonds opnieuw de LK mee leiden, weken had ik hier naar uitgekeken… En tja, toen ik ’s avonds laat thuis kwam, had ik nog maar weinig fut om een blog te schrijven, vandaar…
Ik denk dat ik kan concluderen dat ik weer een hele ervaring rijker ben, het was zeker niet altijd gemakkelijk, ik heb hard gewerkt, veel gevloekt, gezaagd en geweend maar ik heb ook ontzettend veel bijgeleerd, ben altijd blijven gaan en blijven geloven dat alles uiteindelijk wel goed komt (heb ik van een wijs man geleerd!). En op dit moment ben ik vooral heel gelukkig dat de stage gedaan is, ik terug ben in Wijgmaal met mijn vrienden en familie en ik mijn leven HIER verder kan leiden en dit niet vanop afstand moet doen.
Tot slot, aangezien het mijn laatste blogbericht (waarschijnlijk ooit) is (al vond ik dit best wel fijn eigenlijk 🙂 ), is het ook tijd om wat mensen te bedanken: mijn ouders, Iliana, Cristina, Marta, andere Cristina, andere Marta (dit waren al mijn stagementoren), Lotte, Dimi, Hanne, Zoë, Lotte, Sara, Niels, Joyce, Elfriede, tante Greet, tante Mie, oom Jo, Astrid, Papu, Karen, Paul, Laura, Cé, Tijs, Niko en mevrouw De Koker, voor alle steun en lieve, bemoedigende berichten die ze gestuurd hebben. En uiteraard ook aan alle stille lezers onder jullie (want zo zijn er blijkbaar ook wel een aantal) die zich wekenlang door deze schrijfspinsels geworsteld hebben, het is fijn om te weten dat mijn blog gelezen wordt/werd. 🙂
Ziezo, hiermee eindig ik mijn ‘avontuur’ officieel, op naar nog drie zware maanden die ik volledig ga knallen om hopelijk in september een papiertje in ontvangst te mogen nemen waar op staat:
“Irina Jeurissen, afgestudeerd als ‘goede ergotherapeut’ “ 🙂