Hallo allemaal,
Deze week begon onze vierde stageweek. In deze blog schetsen we even wat we allemaal al gedaan hebben.
Stage Sheridan en Margot:
Op de stageplaats van Sheridan en Margot zijn kinderen aanwezig met het syndroom van Down, cerebral palsy en autisme. Daarnaast zijn er ook een aantal volwassenen met een mentale beperking. De meeste kinderen en volwassenen kunnen Engels spreken, aangezien ze dit leren op school. Er zijn ook een aantal patiënten aanwezig die niet kunnen spreken. Het is niet altijd makkelijk om met hen te communiceren, maar met de nodige gebaren lukt dit meestal wel. De meeste kinderen die we therapie geven, zitten in een rolstoel. Er is zeer weinig materiaal voorhanden en daarom moeten we vooral creatief zijn door zelf therapiemateriaal te maken. De interventies die we geven zijn vooral gericht op:
Fijne motoriek: Een aantal van onze patiënten gaan overdag naar school. Vaak wordt er bij hen op school weinig tot geen aandacht besteed aan een correcte zithouding, pengreep… Wij kunnen hier als studenten ergotherapie dus wel op trainen. We geven therapie in verband met voorbereidend schrijven door bijvoorbeeld gebruik te maken van scheerschuim. Op die manier kunnen de bewegingen die voor het schrijven nodig zijn, geoefend worden. Daarnaast maakten we zelf oefeningen op papier.
Sensorische integratie: Hiervoor hebben we een ‘sensitieve boom’ (een kapstok met verschillende materialen die de zintuigen prikkelen, zoals een stukje schuurpapier, sponsjes, felgekleurde voorwerpen, een borstel…), een voeldoos (een doos waar de patiënt zijn hand dient in te steken en te voelen/beleven welk voorwerp er in zit) en kokers met verschillende voorwerpen (zoals rijst, steentjes..) in voor auditieve prikkeling gemaakt. Daarnaast geven we ook veel snoezeltherapie. Hiervoor hebben we zelf een kamer in het centrum ingericht. Het was nogal een kale, ongezellige ruimte. We hebben de muren versierd met leuke tekeningen en knuffels en ballen op het bed geplaatst. We zorgen ook voor rustgevende muziek. Een aantal van onze patiënten zijn heel jong, gaan niet naar school en kunnen niet spreken. Snoezelen is dus vooral voor hen geschikt om een positieve beleving te ervaren.
Cognitie: Om de cognitie te trainen kochten we puzzels en andere cognitieve spelen. Daarnaast maakten we ook zelf enkele materialen. Hieronder enkele foto’s:
Vrije tijdsbesteding: In het centrum is er geen ergotherapeut aanwezig, enkel een kinesist en verpleegkundigen. De meeste patiënten hebben dus geen therapieprogramma of vrijetijdsbesteding. Wij zorgen ervoor dat ze toch enige structuur in hun leven ervaren door hen activiteiten aan te bieden.
We zijn wat geschrokken van de werking van het centrum en wijze van verzorging van de patiënten. Dit is totaal verschillend van hoe het er in België aan toe gaat (meer in de negatieve zin). Maar we proberen vooral positief te blijven!
Stage Niki:
Ook ik begon aan mijn 4de week stage. Tegenover de stageplek waar Sheridan en Margot stage lopen, hebben de kinderen op mijn stageplek een vaste structuur. De meeste kinderen die naar het dagcentrum komen, hebben het syndroom van down maar er zijn ook kinderen met autisme en CP. We zetten de dag in met het Nepalese volkslied (dat ik nog steeds niet kan meezingen) en een begroeting van alle aanwezigen. Vervolgens krijgen de kinderen les in kleinere groepjes. De lessen zijn anders dan hoe wij ze kennen in België. De kinderen zitten aan lage tafeltjes op de grond en werken allemaal aan hun persoonlijke leerdoelen. Dit is ook noodzakelijk aangezien de kinderen allemaal verschillende leeftijden en mogelijkheden hebben. De kinderen krijgen vaak oefeningen in hun persoonlijk schriftje. De oefeningen variëren maar het kopiëren van het alfabet, nummers, Nepalese taal of woorden (in drukletters) komen het meeste aan bod. Na de les is het tijd voor wat beweging. Meestal neemt één kind de leiding. In de namiddag werken de kinderen niet in hun schriftje maar is het afhankelijk van de dag lees-of puzzeltijd. Tot slot wordt de dag afgesloten met een creatieve, indoor of outdoor activiteit. Voorbeelden hiervan zijn postkaartjes maken, kringspelen en een wandeling door Kathmandu.
Als studente ergotherapie kan ik mijn bijdrage leveren in veel zaken die de kinderen op school leren. Ik kan de kinderen helpen bij het oefenen van de fijne motoriek. Zo kan ik zoals bij Sheridan en Margot reeds beschreven is, inspelen op de schrijfaspecten. Om zowel het voorbereidend schrijven als het schrijven zelf onder de knie te krijgen, maak ik gebruik van een bak met rijst, krijt en een markerbord. In het begin van mijn stage deed ik ook een schrijfdans. Dit om de kinderen de bewegingen die ze op papier moeten maken, eerst te laten uitproberen in de ruimte. De verschillende materialen geven het kind de mogelijkheid om te exploreren. Voor andere aspecten van de fijne motoriek zoals bijvoorbeeld: vingergrepen, ooghand-coordinatie,… maak ik gebruik van kralen, blokken, puzzels (met vormen),…
Soms gebruik ik ook materialen uit het dagelijkse leven om kinderen dingen aan te leren. Zo stelde ik een therapie op waar ik een kind leerde om zijn a-functionele arm (arm die niet volledig kan ingezet worden in activiteiten) in te zetten in alledaagse activiteiten. Dit weliswaar als ondersteunende factor. Ik hielp het kind bij het openen van een drinkbus, brooddoos, zijn jas en riem.
Om de kinderen te ondersteunen bij het leren van cognitieve vaardigheden, probeer ik gebruik te maken van concreet materiaal. Dit met als doel dat het kind zich de dingen beter kan voorstellen en vervolgens beter zal begrijpen. Zo maakte ik al gebruik van zelfgemaakte bloemen, handpoppen, blokken en cijfertjes uit plastiek. Doordat de kinderen vaak enkel Nepalees spreken of soms enkel begrijpen is het werken met visuele prenten en gebaren noodzakelijk. Bij het aanleren van dieren maak ik dan bijvoorbeeld gebruik van geluiden. Het is dan aan het kind om het juiste dier te herkennen. Naast de bovenstaande schoolse vaardigheden staan het leren van de kleuren, lichaamsdelen en vormen ook centraal.
De grove motoriek is een aspect waar ik minder op kan oefenen met de kinderen aangezien deze meestal wel beheerst is. Bij sommige kinderen die CP hebben kan dit een werkpunt zijn en probeer ik dit te integreren in een oefening door het kind bijvoorbeeld een activiteit al rechtstaand te laten uitvoeren. Naast het evenwicht zijn balvaardigheden ook een domein waar op geoefend kan worden.
Enkele blogs geleden vertelde ik dat ik ook een snoezel/sensorische integratie ruimte zou maken in het centrum. Hieronder kan je het resultaat bekijken. De ruimte is volgens mij een grote meerwaarde aangezien die ervoor kan zorgen dat kinderen tot rust komen of hun zintuigen geprikkeld worden. Vooral bij de kinderen met autisme en gedragsproblemen zou dit een positief effect kunnen opleveren. Ik zal dit de komende weken uitproberen.
De stage is voor mij persoonlijk een hobbelig parcours. Het zoeken naar de juiste methodiek en wat je kan bijdrage zonder de volledige structuur om te gooien is moeilijk. Ik heb gemerkt dat doordat ik in een andere context zit dan in België, dit de manier van werken beïnvloedt. Ik ben ervan overtuigd dat er nog een heel leerproces voor me ligt.
PS: Wist je dat kinderen in Nepal maar één vrije dag (zaterdag) in de week hebben?