Namasté
Zondag bracht Ram mij met de auto naar het ziekenhuis om mij zo de baan te leren, na de werkdag moest ik zelf zien terug te geraken aan de lodge (waarbij de tocht veel langer duurde dan zou moeten want ik ben toch een aantal keer verloren gelopen). Ook de maandag heb ik de baan te voet afgelegd want de 2 fietsen die Ram heeft waren kapot, dinsdag ben ik met een fiets naar het ziekenhuis kunnen gaan maar op de terugweg kreeg ik een platte band dus weeral pech en te voet naar de lodge. De 2e fiets was tegen woensdag in een soort van perfecte staat (in zoverre dat kan) en kon ik eindelijk zonder problemen naar het ziekenhuis fietsen op een veel te kleine brakke fiets. Het fietsen hier is ook wel een heel avontuur want de banen hier zijn in een fantastisch slechte staat (in vergelijking met hier heeft België prachtige banen) en om de 5 meter word je bijna van je fiets getoeterd door de vele scooters, auto’s en vrachtwagens (ojaa hier rijden ze ook links op de baan).
Op mijn eerste dag kreeg ik een rondleiding in het ziekenhuis en wat uitleg over wat ze doen in de verschillende kamers (niet dat ik er heel veel van verstond want ze praten hier Engels met een sterk Nepalees accentent waardoor het heel moeilijk te verstaan is). Na de rondleiding hebben ze mij afgezet in kamer 15 waar ik de rest van de week zal doorbrengen, ook de volgende 2 weken zal ik hier postvatten.
Kamer 15 is de pediatrie afdeling (en dat is duidelijk aan de vele tekeningen op de muren en de binnenspeeltuin) maar ze doen er ook alles rond contactlenzen, low vision en orthoptie. Ik moet vooral samenwerken met Aarya een Nepalese studente die ook stage doet in het ziekenhuis. Het was wel wat wennen aan hun primitievere manier van werken, want deze is helemaal anders dan hoe we in België te werk gaan, hier gaan ze voor de refractie te werk met pasbril en skiascoop (iets wat ik psychologische verdrongen had na de lessen hierover in Odisee). Na 2 dagen vooral te volgen mocht ik dinsdag mijn eerste patiënt volledig zelf onderzoeken, ofja toch alle handelingen heb ik zelf gedaan want mijn Nepalees bestaat nog maar uit 4 woordjes: “Namasté” = voor de begroeting, “mathi” = boven, “dolo” = onder en “èta” = naar daar (denk ik toch).
Vrijdag was het Mahashivaratri, een feestdag waardoor ik niet moest gaan werken wat dus betekende dat ik een verlengd weekend had. Op deze dag eren de Hindoes de god Shiva die in de Himalaya leeft. Jammergenoeg heeft het bijna de hele dag geregend waardoor ik niet veel gedaan heb. ’s Avonds was het eindelijk droog en had Ram mij aangeraden om eens naar het meer te gaan om de toch wel speciale rituelen te bekijken die deze dag met zich meebrengt. Zo zijn er op verschillende plaatsen kampvuren te vinden waar ze suikerriet in verbranden, wanneer het suikerriet lang genoeg in het vuur gezeten heeft slaan ze het op de grond wat wel een leuk effect heeft, ook is het normaal om op deze dag marihuana te roken maar dit heb ik toch aan mij voorbij laten gaan en het gewoon gehouden bij wat sabbelen aan wat suikerriet. Zaterdag was het prachtig weer en had ik afgesproken met een fransman die ik in de eerste dagen heb ontmoet om een rustig dagje te beleven aan rand van het meer.
Thibo