Week 5

Muli shani?

Ondanks het Bemba een heel moeilijke taal is, doen we ons best om hier en daar toch wat woorden te leren. Deze week was het vrij druk. Aangezien onze eerste maand in Zambia er al op zit, moesten we enkele dingen in orde brengen.

Maandag was het een vrij normale stagedag voor ons. Alleen waren er iets meer kinderen aanwezig dan anders. Blijkbaar was het een soort ‘Welkomsdag’ waardoor er kinderen aanwezig waren die al lagere tijd niet meer naar het centrum konden komen omwille van de vervoerskosten. Na wat te praten met een van de huisvrouwen in het centrum kwamen we erachter dat zij, net zoals vele andere ouders, geen geld had om haar kind naar het centrum te laten brengen. Ook was het niet mogelijk om te voet te komen. Voor de corona was er een bus die al de kinderen gratis thuis ging ophalen en naar het centrum bracht. Jammer genoeg rijdt deze bus nu niet meer, waardoor heel wat kinderen niet meer kunnen komen. Gelukkig zou het centrum vanaf januari naar een ander gebouw verhuizen en zou er dan weer vervoer zijn voor al de kinderen.


Dinsdag hadden we een vrije dag, aangezien het “Prayersday” was. We hadden gedacht dat er dan iets in de kerken te doen zou zijn, maar dit was niet het geval. Daarom hebben we deze dag vooral gebruikt om voor school te werken.

Doordat zaterdag onze vrijwilligersvisum verviel, moesten we naar het immigratiecentrum in de stad om dit te verlengen. Gelukkig wou Nellie woensdag met ons meegaan om dit in orde te brengen. Hier werd er ons gezegd dat we dit volledig zelfstandig online in orde moesten brengen. Doordat dit ons niet lukte, moesten we donderdag na onze stage terug naar het centrum samen met de ICT-man, aangezien Nellie voor enkele dagen naar Malawi was vertrokken. Net wanneer we wouden vertrekken, kwamen we te weten dat de immigratiedienst in middagpauze was en we dus nog een uur in het Caleb center moesten wachten. Om onze tijd te vullen, leerden Lavender en Maureen ( de twee leerkrachten) ons de lokale maaltijd nshima maken. Dit was een hele opdracht voor ons. Ook de huisvrouwen, een derde leerkracht en de conciërge kwamen naar onze kookkunsten kijken. Na heel wat gelach, pijn in onze armspieren en een brandwonden op Bjork haar schouder, was het toch gelukt om de maaltijd te bereiden. Toch moeten we nog veel leren.

Na het eten vertrokken we richting het immigratiecentrum. Hier aangekomen legde we uit wat het probleem was. Ondanks zij zelf niet goed wisten wat we moesten doen en zij op hun gemak alles aan het uitzoeken waren, andere mensen voorlieten,… lukten het uiteindelijk toch al om enkele stappen te volbrengen van het toestemmingsformulier. (Blijkt dat wij slechts eenmaal een vrijwilligersvisum kunnen aanvragen) Na meer dan een uur proberen, komen we aan een tabblad met documenten die geüpload moesten worden. Uiteindelijk besliste de dame achter het loket om dit via haar computer te doen, aangezien het echt niet lukte met onze Gsm. Na nog meer dan een uur komen we eindelijk aan de betaling. Hieruit blijkt dat wij elk meer dan 450 euro moeten betalen voor een tijdelijke werktoestemming. Beide waren we even in paniek bij het zien van dit budget. Hier hadden we helemaal niet op gerekend. Dit budget was meer dan het bedrag dat wij als beurs kregen. Aangezien we de betaling niet op kantoor konden doen, gingen we naar huis om alles in orde te brengen. Na de betaling viel er toch wat gewicht van onze schouders. We waren blij dat het in orde was, maar voelen ons toch nog wat slecht omwille van het grote bedrag dat we kwijt zijn.

Aangezien onze 4g bundel ook stopgezet werd zaterdag, brachten we dit vrijdag in orde. Om de stageweek positief af te sluiten, besloten we nog een hamburger te gaan eten voor we thuis kwamen. Eens thuis, keken we een filmpje en rustten we wat uit om het weekend te gebruiken voor al ons stagewerk.