Eerst en vooral, wat je moet weten is dat heel veel mensen die in het ziekenhuis werken ook bij het ziekenhuis wonen, net zoals ik. We wonen en werken allemaal op dezelfde oppervlakte. De nonnen, de dokter, de verpleegkundigen, de keukenverantwoordelijken, de vrijwilligers, de toeristen, de patiënten wonen allemaal op dezelfde oppervlakte middenin de wildernis met af en toe voorbij wandelende koeien of bavianen. Best wel raar dat privé en werk hier nauwelijks gescheiden is. Maar toch heb ik niet veel contact met de mensen buiten als we werken.
Ik heb hier al aangename mensen leren kennen… Sommigen zijn ook wat geslotener, maar ik geef iedere ochtend een glimlach en krijg er altijd een terug; zalig toch!
Eerst en vooral stel ik jullie voor aan de dokter (voor het moment ook de enige dokter in het ziekenhuis); een intelligente man, met veel gedachtengangen die niet altijd makkelijk af te lezen van zijn gezicht. Ondanks dat hij wel heel veel verschillende gezichtsuitdrukkingen vertoont. Sommige dagen kunnen er heel wat glimlachen op zijn gezicht verschijnen en andere dagen lijkt hij helemaal verzonken te zijn in gedachten. Een bizarre jongeman, die me wel al veel leerde en die me de vrijheid geeft om vragen te stellen.
Vervolgens stel ik jullie graag voor aan Joel, een heel aardige jongeman die in het laboratorium werkt. Hij was eigenlijk de eerste persoon van het ziekenhuis die me hier wat thuis liet voelen. Hij is heel intelligent en wil graag verder studeren rond microbiologie. Joel leert ons veel over de bloedwaarden, bacteriën, virussen, parasieten zoals malaria, salmonella,… Hij doet me er altijd aan denken om handschoenen aan te doen, want soms vergeet ik dit wel eens, want ik ben in alle geruststelling dat er niks fout zal gaan… Maar niet dus, beter mezelf beschermen en eventueel ongelukken voorkomen. Hij heeft zeker gelijk, ik ben soms gewoon een warhoofd. Maar niet alleen de kennis die hij doorgeeft, ook de grappige en interessante gesprekken zijn o zo leuk om mee te maken. Op dit moment is hij voor het weekend naar Arusha om even uit de geïsoleerde ruimte te zijn van het ziekenhuis; en ik mis het best wel om gewoon af en toe eens een praatje te doen met hem hier.
Mepu; oh Mepu, een 24-jaar oude Maasai. Hij is in contact met de organisatie waarmee ik hier ben, en houdt me hier veilig. Het kan hier namelijk soms wel gevaarlijk worden met leeuwen, olifanten , bavianen,… in de buurt. Ik was van plan om ’s ochtends te gaan lopen in open natuur, leek me namelijk heel fijn, maar dan hielp hij me eraan herinneren dat ik wel eens wilde beesten op mijn pad zou kunnen tegenkomen… Haha! Hij gidst me ook wat rond, toont me leuke dingen (zoals de Masaai markt midden in Ngorongoro) en hij nodigde me ook uit om zijn familie te leren kennen. We komen goed overeen en lachen veel. Best raar soms om te bedenken dat iemand van zo’n andere cultuur, met een nogal ‘vrouwonvriendelijke’ (als ik het zo straf mag zeggen) achtergrond, toch zoveel respect en vriendschap kan vertonen naar me. Heel fijn om hem te leren kennen!
Andere mensen hier, zijn een heel trotse portier in uniform, een lacherige kuisvrouw, een vriendelijke non, een geïnteresseerde verpleegkundige, de kinderen (oh de kinderen, ze geven me zoveel liefde!)… hmmm ze doen me allemaal glimlachen.
Maar de persoon waaraan ik het meest heb, met wie ik hier het meest ben, waarmee ik samen mijn was doe, met wie ik geniet van de omgeving, vele wandelingen doe en vele gesprekken mee voer is dé Nederlander. Adriaan, een student arts uit Nederland, of zoals hij zichzelf vandaag al lacherig noemde; ‘de half-god van het ziekenhuis’.
Hij leert me veel, zowel medisch, maar ook persoonlijk. Op een of andere manier halen we vele goede dingen uit elkaar in het werkveld; we kunnen goed samenwerken. Het is wel grappig om te beseffen dat ik echt de verpleegkundige rol op me neem en hij meer echt de dokterrol. Ik assisteer hem veel, ik geef soms tips of ik stel soms iets in vraag en ik hou vooral de patiënt in de gaten. Hij kijkt naar de wonde bijvoorbeeld en is heel geconcentreerd bezig, kijkt ook naar de patiënt, maar anders dan een verpleegkundige. Hij is ook een ‘weetjes-persoon’ zoals vele dokters, terwijl ik eerder situaties of gesprekken onthoud. Ik durf veel vragen te stellen, we overleggen behandelingen van patiënten, we denken samen na over hoe we dingen beter kunnen doen, of we eventueel een outreach kunnen oprichten… Ik denk dat we echt veel leren van elkaar en dat vind ik fantastisch!
Maar ik heb niet alleen binnen het ‘werk’ veel aan hem, maar ook gewoon zijn aanwezigheid hier is heel aangenaam. Ik denk namelijk dat ik hier heel eenzaam zou zijn moest ik hier als enige vrijwilliger zitten. We geven elkaar de ruimte om ook op ons eentje dingen te doen, we kunnen gewoon soms uren bij elkaar zitten zonder iets te zeggen, beiden bezig met ons eigen ding en dan weer uren in gesprek gaan. Wat doe ik dat graag, over de gekste tot de hele serieuze dingen praten! Ook gaan we soms samen iets gaan drinken in het dorpje Endulen, of maken we soms een wandeling. Altijd leuk! Ik ben heel blij dat hij hier ook is en dat ik hem heb leren kennen; misschien kan ik zelfs zeggen dat ik een vriend rijker ben!
(Voor als je dit leest Adriaan, dankjewel voor alle mooie momenten die je me gaf, en die je me waarschijnlijk nog zal geven!)