Bezoek

In het weekend van 10 en 11 februari zijn mijn ouders en mijn jongste zus op bezoek geweest. Ze hadden een Airbnb geboekt én een auto gehuurd (zeer dapper aangezien er hier aan de linkerkant van de weg wordt gereden!).

Wanneer ze zaterdag in de namiddag toekwamen, waren we van plan het centrum van Aylesbury te verkennen. Het was helaas slecht weer en het regende, maar dat houdt ons Belgen natuurlijk niet tegen. Veel is er niet te zien in het centrum. Je hebt werkelijk alles gezien op minder dan 20 minuten. Er is een centraal pleintje, niet ver van het station, waar zich een aantal pubs, restaurants, cafés… bevinden. Maar verwacht er niet te veel van, dat aantal is namelijk op 2 handen te tellen. Al is de Noodle Nation, een familiebedrijf waar we zaterdagavond zijn gaan eten, wel een aanrader!

Daarnaast is er ook een Roald Dahl kindergalerij, maar die was niet open. Het enige dat overbleef in het centrum om te bezichtigen was de kerk. En die kerk heeft toch wel een akelig sfeertje, met het griezelige kerkhof errond. Het pleintje errond deed ons echter wel denken aan het Groot Begijnhof van Leuven: kleine schattige huisjes, dicht op elkaar op een pleintje rond een kerk.

Tot onze grote verbazing bezit Aylesbury 3 shoppingcenters! Er was er echter maar één uitgerust met het soort winkels dat ons aanstond en groot was dat niet. De winkels sloten er ook bijna allemaal om 17 uur. Voor het bezoeken van Aylesbury heb je dus nog niet eens een volledige dag nodig. Het is ook om die reden dat mijn ouders een auto gehuurd hadden, om er op zondag op uit te kunnen trekken…

…Naar Oxford! Na een rit van ongeveer 45 minuten met de auto en na het passeren van heel veel rotondes (Britten verkiezen ze boven gewone kruispunten, en niet vergeten: deze neem je in de tegenovergestelde richting!) kwamen we toe in hartje Oxford. Een stad met mooie gebouwen, veel universiteitsstudenten en een sfeer die me terugbracht naar mijn thuisstad (jawel, Leuven). We hadden een parkeerplaatsje gevonden in het centrum, nadeel: we moesten elke 2 uur geld gaan bijsteken in de parkeerautomaat, een taak die mijn papa als man van de familie op zich nam en waarvoor we hem zeer dankbaar waren. We zagen verschillende bekende bezienswaardigheden die gelukkig niet ver van elkaar lagen:

  • The Bridge of Sighs

  • Radcliffe Square met zijn beroemde Radcliffe Camera, Bodleian Library (a.k.a. Bibliotheek Harry Potter) en the University Church of St Mary the Virgin.

  • Christ Church College. Dit zijn we ook binnenin gaan bezichtigen. Het staat bekend om the Great Hall, de zaal waarop de grote eetzaal in Harry Potter is gebaseerd. Je zit meteen in de juiste sfeer als je binnenwandelt. Gek om te weten dat de huidige studenten tot op de dag van vandaag nog steeds dagelijks in die zaal eten.

  • Oxford Castle, dat qua uitzicht toch enigszins teleurstelde (en daarom is er ook geen foto van).
  • Magdalen College

Het weer was zondag veel beter dan zaterdag. Het was zonnig, maar wel frisjes met een stevige wind. De 10 minuutjes sneeuw die elk van ons verraste, namen we er zonder klagen bij, we zaten namelijk binnen te lunchen op dat moment. Tegen de tijd dat we buiten kwamen, scheen de zon weer zoals ervoor. Om maar te tonen dat ook hier verschillende seizoenen op één dag geen vreemd fenomeen is. Volgende foto’s zijn met maar 8 minuutjes verschil getrokken en toch zijn we op die tijd van een hagelbuitje naar het zonnige weertje overgegaan.

Veel te snel liep dit weekendje op zijn einde. Zondagavond moest ik alweer afscheid nemen, want maandagochtend moest ik vroeg op om te gaan werken en vertrokken mijn ouders en zus naar Londen om zich daar nog een paar daagjes bezig te houden. Het was een heel fijn weekend met een leuk bezoek aan het prachtige Oxford!

De eerste stageweek

Stoke Mandeville Hospital, National Spinal Injuries Centre. Het centrum voor de revalidatie van mensen met ruggenmergletsels is opgericht door Ludwig Guttmann (zie foto met standbeeld). Een Joods Duitse neurochirurg die Duitsland ontvluchtte in WOII (zie foto met uitleg). Hij kreeg de opdracht om een Spinal Unit op te starten en zo ontstond het centrum en zijn visie op de revalidatie van mensen met ruggenmerletsels. Onder andere sport kreeg een belangrijke plaats in het terugwinnen van levenslust en participatie. Hij startte de Paralympische Spelen op en het ziekenhuis heeft dan ook een stadion dat nog steeds intensief gebruikt wordt. Voor meer informatie over Dr. Guttmann en het ontstaan van het National Spinal Injuries Centre kan je gewoonweg zijn naam intikken op Google en zo aan een heleboel informatie komen. Sinds de Olympische Spelen van 2012 in Londen is extreem veel te vinden over de zogenoemde vader van de Paralympische Spelen, die in 2012 in Aylesbury gehouden werden.

(De foto met uitleg is zeer onduidelijk. Neem op deze websites een kijkje voor meer info: https://www.thehistorypress.co.uk/articles/dr-guttman-and-the-paralympic-movement/ en http://www.poppaguttmanncelebration.org/statue.php)

Het National Spinal Injuries Centre. Dat is de dus plek waar ik 9 weken lang mijn stage zal doen. Mijn eerste week zit erop. En wat een interessante week was dat! Ik heb nieuwe, complexe en innovatieve dingen gezien die ik niet had verwacht tegen te komen en ik heb al meteen kunnen kennismaken met verschillen tussen de UK en België.

Om te beginnen hebben de ergotherapeuten, OT’s, een eigen therapieruimte! Dat was voor mij al een verademing. Al hun toestellen en gerief staan daar en de meeste therapieën gaan ook daar door. Niet meer op de kamer van de patiënten waar geen plaats is, op de gang waar continu geloop van anderen is of in een improvisatie-therapieruimte waar heel de tijd mensen binnenwandelen. Niet zoals ik het op sommige plekken al heb meegemaakt in België. Hier hebben we een eigen ruimte met eigen toestellen, eigen keuken, eigen computerkamer en eigen rolstoelkamer. Er is wat verder in het ziekenhuis ook ‘the office’ waarin physio’s en OT’s hun eigen plekje bureau hebben, zelfs ik!

De term ‘toestellen’ bevat vele soorten:

  • Mobile Arm Support (MAS): geeft anti-zwaartekrachtsteun als de bovenste lidmaten verzwakt zijn. Zo zijn oefeningen en ADL-situaties toch mogelijk om uit te voeren.
  • Functionele Elektrische Stimulatie (FES): niet-werkende spieren worden met elektrische schokjes gestimuleerd om toch enige spieractiviteit te faciliteren.
  • Amadeo: toestellen voor handtherapie.
  • Splinting: toestellen om verschillende soorten splintmaterialen warm te maken en zo verschillende soorten splints te kunnen maken (steunsplint, nachtsplint, schrijfsplint, messplint, gsmsplint…)
  • Waxapparaat: hierbij wordt bijvoorbeeld de hand van de patiënt in warme wax gedrenkt, in een plastic zak en daarna in een handdoek gewikkeld zodat de pijn die de patiënt in zijn hand ervaart, vermindert door de intense warmte.
  • En zo veel andere functionele en interessante apparaten.

Er zijn ook een aantal speciale personen aanwezig naast de gewone OT’s:

  • Een ‘Assistive Technologist’: zij staat voltijds in de OT-room en kent alles van technologische aanpassingen, van telefoon- en tablet-houders tot Dragon (software die gesproken taal omzet in geschreven taal op de computer), die het leven van iemand met een ruggenmergletsel makkelijker, onafhankelijker en aangenamer kunnen maken.
  • Een ‘Weelchair Expert’: hij heeft zelf een ruggenmergletsel, maar werd aangenomen door het centrum als rolstoelexpert die de patiënten de meest adequate rolstoel adviseert. Op de rolstoeldag voor de studenten (waarbij ze de hele dag in een rolstoel moeten doorbrengen, ook bij het eten en naar het toilet gaan, deze dag komt nog voor mij) geeft hij ook de meest geschikte rolstoel aan de deelnemende studenten.
  • ‘OT assistants’: dit zijn geen OT’s van opleiding, maar ondersteunen de OT’s op alle mogelijke vlakken. Dit bijvoorbeeld in de art-group of in de education waarbij patiënten leren over de verschillende aspecten van leven met een ruggenmergletsel.

Er is een keuken aanwezig waar het waxapparaat en de splintingtoestellen staan. Er kan ook koffie en thee gezet worden zowel voor therapeuten als voor patiënten. Ze hebben hier wel een rare manier van thee drinken: met melk. Geef mij toch maar gewoon met suiker. Voor een echte volledig aangepaste en in hoogte verstelbare keuken moeten we naar de afdelingen gaan. Therapieën op de kamer worden alleen gedaan indien het gaat om bepaalde transfers of het aankleden in de ochtend.

Naast de therapieruimte is er een OT-garden waar patiënten in de zomer kunnen leren tuinieren vanuit hun rolstoel, al dan niet met behulp van extra hulpmiddelen. Achteraan in de tuin staat een bungalow. Deze is bedoeld om patiënten die binnenkort naar huis terugkeren op weekend te laten gaan met hun familie, echtgenoot/echtgenote, ouders, kinderen… (zij die ook in de thuisomgeving van de patiënt aanwezig zullen zijn). Zo kan men uittesten of men goed is voorbereid op het zelfstandig wonen en of er nog bepaalde zaken zoals extra thuiszorg geregeld moeten worden. De bungalow is volledig uitgerust met een aangepaste keuken, living, slaapkamer, badkamer en terrasje. Daarnaast zijn er ook nog een extra slaapkamer en badkamer aanwezig voor de familie.

Daarnaast worden nieuwe ontwikkelingen die al dan niet nog in hun kinderschoenen staan veelvuldig uitgetest:

  • Een nog functioneler FES-apparaat dat een combinatie van bewegingen kan faciliteren (bijvoorbeeld naar een beker reiken, het vastnemen, naar het lichaam brengen en loslaten). Kennis van de spieren en openheid voor technologie zijn hierbij wel noodzakelijk, want zo’n FES-apparaat is zeer complex in zijn gebruik. Maar het loont, want het mist zeker niet aan resultaat.
  • Een speciaal hoofdstuk dat via radiocontact werkt om een rolstoel mee aan te drijven voor mensen met een hoge laesie en die dus enkel nog hoofdfunctie hebben. Dit toestelletje zit nog in zijn prototypefase.

Ten slotte is er nog een enorm groot verschil tussen mijn België-ervaringen en mijn UK-ervaring tot nu toe: de “goal-planning-meeting (GPM)”. Dit kan vergeleken worden met een multidisciplinair overleg zoals in België. Iedereen die betrokken is bij de revalidatie van de patiënt woont deze twee/driewekelijkse meeting bij. Het verschil is de aanwezigheid van de patiënt. Ik heb in België nog nooit meegemaakt dat de patiënt op zo’n overleg aanwezig was, laat staan dat de patiënt deze mocht leiden. Hier in het centrum is de patiënt wél aanwezig, men werkt er heel client-centered. Iets waar men in België wel naar streeft. Voor de GPM wordt op voorhand een lang assessment afgenomen om te kijken waar de noden en wensen van de patiënt liggen en waar hij zelf al verbetering ervaart. De resultaten van dit assessment vormen dan de leidraad doorheen de meeting. Elk onderdeel en bijhorend resultaat wordt besproken met de patiënt en zijn OT, physio, nurse, social worker, casemanager… Er wordt geluisterd naar de patiënt en naar wat hij belangrijk vindt, ook al staat dit niet in het resultaat van het assessment. Patiënten hebben zelf een groot deel van hun therapie en revalidatie in handen en dat is zo mooi om te zien!

Kortom: een zeer interessante, leerrijke en leuke eerste stageweek!

Nog een kleine tip: als men zegt dat er een meeting is om ‘half 12’ wil dat zeggen 12u30 en niet 11u30 (kwestie dat je niet een uur te vroeg bent). Hetzelfde geldt voor starten om ‘half 8’ dat niet gelijk is aan 7u30, maar 8u30 (kwestie dat je niet onnodig slaap opgeeft) en eindigen om ‘half 4’ is dus niet om 15u30, maar om 16u30 (kwestie dat je niet te vroeg je stagedag beëindigt).

Het verblijf en de omgeving

In het weekend ben ik de sleutels van mijn studentenverblijf gaan halen. Het gebouw, “Harrington House”, is een groot huis waarin allerlei studenten verblijven die stagelopen in het “Stoke Mandeville Hospital”. Er zijn drie verdiepen met telkens 26 kamers. Per verdiep zijn er links 13 kamers en rechts 13 kamers. Per 13 kamers zijn er 3 gemeenschappelijke toiletten, 3 gemeenschappelijke douches en 1 gemeenschappelijke keuken.

In mijn kamer heb ik een bed, een nachttafeltje met een lamp, boekenplanken, een bureau met een stoel, een wastafel met een spiegel en een lamp, een kast met een spiegel erin en een kapstok aan de deur. Zelfs het bureautje kan omgetoverd worden tot make-uptafel met een spiegel. Spiegels genoeg dus in deze kamer. Ik heb ook twee prikborden. Bedlinnen en een handdoek zijn aanwezig en kunnen elke donderdag vernieuwd worden. Enkel een vuilbak ontbrak, maar die kon ik goedkoop in de supermarkt aankopen. Er zijn ook 6 stopcontacten, al heb ik er slechts twee in gebruik omdat ik maar twee adapters heb. Ik heb wel een stekkerdoos waarin 6 stekkers passen meegenomen. Hierdoor heb ik plots 7 stopcontacten. Dat noemt men dus efficiënt op reis gaan.

In de keuken zijn naast de typische keukentoestellen ook kastjes aanwezig waarin je bekers, bestek, eten… kan bewaren. Iedere kamer heeft zo zijn eigen kastje dat je op slot kan doen. Enkel een diepvriezer ontbreekt. Er zou ook een wasmachine en droogkast in het gebouw zijn, maar waar die staan, is voor mij nog een mysterie.

Het verblijf ligt in dezelfde wijk als waar mijn Airbnb-kamer gelegen was. Het duurt werkelijk maar 5 à 10 minuutjes eer ik in het ziekenhuis ben (getimed vanaf het verlaten van mijn kamer op de 2e verdieping tot aan mijn stoel in ‘the office’ in het ziekenhuis). De supermarkt “ASDA” ligt naast het ziekenhuis en biedt etenswaren, verse bakkerij, keukengerief, tuingerief, feestgerief, schoolgerief… aan. Al heb ik toch lang moeten wachten eer de duimspijkers terug verkrijgbaar waren. Wat wel vreemd is, is dat sommige dingen niet verkocht worden aan mensen onder de 25. Ik wou bijvoorbeeld bestek kopen omdat het bestek in mijn keuken nogal versleten was. Om messen te kopen, moest ik minstens 25 jaar zijn. Gelukkig was mijn mama toen nog bij me, anders had ik dus zonder messen gezeten. Hetzelfde geldt trouwens voor alcohol. Het mag in Engeland wel gedronken worden vanaf 18 jaar, maar in ASDA moet je minstens 25 zijn om het te kopen.

Alles wat ik nodig heb, is dus op wandelafstand: de wijk met het studentenverblijf, het ziekenhuis en de supermarkt. Wil ik ergens anders naartoe (zoals het centrum en het station), moet ik op taxi of bus rekenen, alhoewel de taxi waarschijnlijk ook geen optie is. Ik kan namelijk geen taxi bellen met een niet-Brits nummer dus tenzij ik iemand voor me laat bellen, zal het met de bus te doen zijn.

Nog een oncomfortabelere situatie: mijn eerste dagen in het verblijf waren internetloos. Geen zorgen, er is wel degelijk wifi in het gebouw. Ik moest alleen eerst een account maken op het wifi-netwerk waarna mijn account geactiveerd moest worden waarvoor ik eerst moest langsgaan in het kantoor voor de studentenaccommodatie… Je voelt het al aankomen, internetloos voor de eerste dagen. En ja, het is mogelijk om te leven zonder, maar je realiseert je toch zeer snel hoe afhankelijk je van internet bent (bijvoorbeeld om mijn eerste blogberichen te uploaden of artikels op te zoeken voor m’n bachelorproef).

En ah ja, ik zit met een pottenkijker! (spot the dog)

De reis

Vrijdagochtend om 8 uur ging mijn wekker af. Ik stopte de laatste dingen in mijn koffers (op de Eurostar mag je 2 valiezen meenemen) en at mijn kommetje ontbijtgranen op, de laatste Loops die ik in lange tijd zou eten. M’n mama reisde met me mee en zou zondag terug naar huis keren. Op de trein naar Brussel-Zuid drong het nog niet tot me door dat mijn avontuur zou beginnen. Zelfs in de wachtrij voor de paspoortcontrole en in de Eurostar zelf besefte ik het nog steeds niet goed.

Aangekomen in het station St Pancras in Londen kregen we eerst te maken met een evacuatiealarm. Wat later werd er dan afgeroepen dat ze het evacuatiesysteem aan het testen waren en dat er iets was fout gegaan. Niemand mocht overgaan tot evacuatie. We hebben ons dan maar neergezet in Le Pain Quotidien om middag te eten terwijl het alarm en vervolgens de mededeling gedurende een uur afwisselend afgingen. Wat later bracht een taxi ons naar het Marylebone station van waaruit we de trein naar Aylesbury zouden nemen. We kochten onze tickets en gingen door de poortjes. Ja inderdaad, in Engeland moet je eerst door een poortje lopen dat je ticket scant vooraleer je op het perron kan. Helemaal achteraan in het station stond onze trein te wachten op perron 5. Eenmaal op de trein ontdekte ik twee dingen. Om te beginnen had de mevrouw aan de loketten me een ticketje voor ‘under 16’ gegeven. Klagen deed ik natuurlijk niet, want mijn ticket was veel goedkoper. Daarnaast ontdekte ik ook dat er zoiets bestaat als een ‘quiet room’ op Britse treinen. Gsm’s, tablets e.a. moeten afstaan en muziek is niet toegestaan. Na ongeveer een uurtje reizen door het Britse binnenland, kwamen we aan in het station van Aylesbury.

Voor de eerste twee avonden zouden we bij een gastvrouw in een Airbnb-kamer verblijven omdat ik pas in de loop van het weekend de sleutels van mijn studentenkamer zou krijgen. Onze gastvrouw moest werken en zou pas terug zijn om 18 uur. Eerder zouden we dus niet binnen kunnen. We besloten dan maar om ons neer te zetten in een pub in de buurt van het station om iets te drinken. Zo zou ik ook meteen mijn eerste ‘Britse pub’-ervaring hebben. En wow, wat een ervaring was dat!

Een kopje thee kostte amper £1,20. Lees het goed: een KOP kostte amper £1,20. De thee zelf was gratis. Je huurde als het ware een kop en mocht die bijvullen zonder opnieuw te betalen zoveel als je wilde, de hele dag door. Ook het bier (in een heel groot glas) was heel goedkoop, al moest je daarvoor wel bijbetalen als je wou bijvullen. Geen wonder dat die pub om 16u30(!) al vol zat met dronken mannen. Terwijl mijn mama onze thee ging halen, werd ik aangesproken door een vrouw in zwarte kledij met een lange cape, doodskopringen aan elke vinger en een zwarte cowboyhoed met daaronder een zwart sjaaltje op haar hoofd. Ze wou weten waarvan mijn ‘wired hair tie’ kwam. Ze had er namelijk ook zo een gehad, maar kon het nu niet meer vinden in de winkels. Ze had het eigenlijk ook niet meer nodig, want ze had al haar haar afgeschoren omdat het ongezond was en ze terug vanaf 0 wou beginnen. Vervolgens begon ze te vertellen over haar kinderen en haar jeugd… kortom: ze begon haar levensverhaal te vertellen. Ze leerde me echter ook de facebookpagina ‘Aylesbury Remembered’ kennen waarop oude foto’s van het dorp en een woordje uitleg worden gepost. Pas een uur(!) later stond ze recht en ging ze naar buiten. Daar klampte ze een andere persoon aan en begon ook uitbundig te vertellen. Ondertussen passeerden er tientallen taxi’s om de dronken mensen op te halen. Het was toen 17u30(!). Wij maakten dan ook maar gebruik van de aanwezigheid van de taxi’s om ons naar de Airbnb te laten rijden.

Onze gastvrouw was zeer vriendelijk en ook haar twee kindjes waren super schattig. Met een klein kamertje met een bed en een nachttafeltje, toegang tot een badkamer die gedeeld werd met drie andere gastenkamers en een keuken die we mochten gebruiken, hadden we alles wat we nodig hadden. Enkel een kapstokje in de kamer was handig geweest om onze jassen op te hangen. Het huis van de gastvrouw lag in een moderne en zeer gezellige wijk met schattige huizen op maar enkele minuutjes wandelen van het ziekenhuis.